
'Ik ga gewoon oud worden'
- Isala
- Ervaringen
- 'Ik ga gewoon oud worden'
Stef Groen (46) heeft alles wat hij zich kan wensen. Hij is eigenaar van een succesvol tulpenbollenbedrijf in het prachtige Nieuw-Zeeland en leeft daar samen met Babs, de liefde van zijn leven, die ook nog eens in verwachting is van hun eerste kindje. De diagnose lymfeklierkanker komt als donderslag bij heldere hemel.
In april 2016 voelt Stef een bultje in zijn hals. Vast iets onschuldigs, denkt hij. Kort geleden was hij nog uitgebreid medisch gekeurd voor zijn werkvisum. Op dat moment een arts raadplegen, zou zijn verblijf in gevaar kunnen brengen. Niet iets wat hij zich kan permitteren in deze drukke periode, waarin de tulpenbollen worden verkocht aan de telers. Hij besluit te wachten tot het seizoen erop zit en hij samen met zijn vriendin, zoals elk jaar, voor drie maanden naar Nederland komt om vrienden en familie te bezoeken. Deze keer natuurlijk een extra bijzonder bezoek, vanwege de zwangerschap. Nog steeds met de gedachte iets onschuldigs te hebben, bezoekt Stef de huisarts. Die verwijst hem gelijk door naar de specialist in Alkmaar.
Een biopsie blijkt al niet meer mogelijk en daarom wordt met een operatie gelijk de hele klier verwijderd. ‘In de tijd dat die in het laboratorium wordt onderzocht groeit de klier aan de andere kant uit tot het formaat van een kippenei. Echt een rotgezicht. Op de PET-scan zijn wel twaalf van die eieren tot in m’n hoofd te zien.’ In juli hoort de vader in spé wat al langer wordt vermoed. Lymfeklierkanker, luidt de diagnose. Meer precies; mantelcellymfoom, een vrij zeldzame vorm van non-Hodgkin lymfoom, die vooral voorkomt bij mannen tussen de 45 en 85 jaar oud. ‘De klap komt heel hard aan. Nauwelijks te verenigen met het euforische nieuws van Babs zwangerschap.’
Knop omzetten
Er moet ontzettend veel geregeld worden, want terug naar Nieuw-Zeeland zit er voorlopig niet in. Het stel moet op zoek naar huisvesting in Nederland en ook voor het bedrijf moet het nodige in werking worden gesteld. Een zeer hectische en emotionele tijd breekt aan. ‘In die eerste dagen was ik vooral veel aan het huilen, ook omdat ik het niet kon begrijpen. Nooit heb ik gerookt, altijd op mijn gezondheid gelet. Ik kreeg een kind. Hoe kon dit mij overkomen? Maar, op den duur gaf het me ook rust om te weten wat het was. Dat zorgde uiteindelijk ervoor dat ik de knop kon omzetten. Ik stond toch al met mijn rug tegen de muur. Dan kon ik maar net zo goed kijken wat ik wel kon doen om hier zo goed mogelijk uit te komen.’
Niet lang na de diagnose slaat Stef fanatiek aan het sporten. Hardlopen, fietsen, zwemmen. Alles om de behandeling zo fit mogelijk aan te gaan. Ook gaat hij aan de slag met de methode van Wim Hof (The iceman). Door middel van koud douchen en het nemen van ijsbaden wil hij zijn zenuwstelsel beïnvloeden en zijn immuunsysteem krachtiger maken. ‘Dat ik op den duur gewoon relaxed onder een koude douche kon staan, gaf me een heel sterk gevoel. Ik ging het zelfs lekker vinden.’ De nieuwe leefstijl werpt zijn vruchten af. Niet eerder is hij meer in vorm geweest als op het moment dat hij het ziekenhuis binnenstapt voor zijn eerste chemokuur. ‘Ik dacht ook echt: dat doe ik even.’
Een dag later is hij hondsberoerd. En ook na de daaropvolgende chemokuren voelt hij zich ontzettend slecht. Een tegenvaller. Maar hoe ziek hij ook is, elke keer weer sleept hij zichzelf naar die hometrainer. Zelfs als het kotszakje aan het stuur naast hem moet hangen. Na de vierde chemokuur ontwikkelt hij gevaarlijk hoge koorts en moet hij naar een ziekenhuis bij hem in de buurt. Daar gaat het helemaal mis. ‘Ik kreeg een antibioticum toegediend in vijf minuten terwijl dit eigenlijk in anderhalf uur tijd had moeten gebeuren. Eerst viel ik weg en daarna kreeg ik gigantische hoofdpijn. Achteraf blijkt dit een TIA te zijn geweest.’
Stamceltransplantatie in Isala
In geen van de ziekenhuizen waar hij eerder is behandeld of bij hem in de buurt, is ruimte om Stef op te nemen. Hij wordt overgeplaatst naar Isala, waar hij intensieve zorg krijgt. ‘In die periode zag ik voor het eerst in een lange tijd niet meer zitten. Ik ben dan ook heel dankbaar voor de goede zorg die ik tijdens die zware tijd heb gekregen. Ook van de arts. Nooit werd er moeilijk gedaan als ik om nog een scan vroeg, omdat de hoofdpijn nog zo erg was.’ Toch klimt de tulpenbolkweker langzaam maar zeker weer uit dit diepe dal. Elke dag verdwijnt de pijn een beetje meer naar de achtergrond. Na tien dagen mag hij het ziekenhuis eindelijk verlaten.
Bij het VU staat hij dan op de wachtlijst voor zijn laatste kuur met aansluitend de stamceltransplantatie. Een extra lange, hij is voorlopig nog niet aan de beurt. Voor hem aanleiding om te kijken of de behandeling ook in Isala beschikbaar is. ‘Waarom wachten als het hier kan, waar ik goede ervaring heb met de zorg?’ Het blijkt inderdaad mogelijk omdat het om eigen stamcellen gaat, die in een eerder stadium al waren geoogst bij het VU. Afgelopen maart is het dan zover. Hij wordt opgenomen in Isala Oncologisch centrum, deze keer voor zijn voorlopig laatste en meest zware chemokuur en aansluitend de stamceltransplantatie. ‘Het zit in een zakje met een doodshoofd erop. Dat zegt genoeg. Zou je daarna geen stamcellen krijgen dan overlijd je binnen een paar dagen.’
Oud worden
De behandeling slaat goed aan en na een dag of twaalf begint hij zich weer beter te voelen. Twee weken later mag hij naar huis. Zijn bloedwaarden zijn nog aan de lage kant maar de laatste scan ziet er goed uit en hij voelt zich nog beter. Artsen zeiden dat het minstens een jaar zou duren voor hij weer een paar dagen aan de slag kon, maar Stef heeft energie voor tien. Hij werkt volle dagen en geniet met volle teugen. Blijft alles goed gaan, dan vertrekt hij samen met Babs en zoontje Dray in augustus naar Nieuw-Zeeland om zijn leven daar weer op te pakken. Hij ziet de toekomst positief in. ‘Dit is een ziekte die altijd weer terugkomt. De vraag is alleen wanneer. Bij de meesten gebeurt dit na ongeveer vijf jaar. Mocht het weer terugkomen, dan ga ik er gewoon weer voor. Mijn geluk is dat ik ook nog relatief jong en sterk ben. Ondertussen staan ontwikkelingen niet stil en worden behandelresultaten steeds beter. Wie weet, over een paar jaar, is er al weer veel meer mogelijk. Ook de ontwikkelingen op het gebied van immunotherapie zijn hoopgevend. Ja, ik heb er wel een goed gevoel over. Ik ga gewoon oud worden.’