Jaarverslag 2017

Nog beter luisteren naar de patiënt

Scroll naar beneden
1

Samen zoeken naar de juiste zorg

De tevredenheid van patiënten bij Isala was vorig jaar opnieuw hoog. Zij beoordeelden onze verpleegafdelingen bijvoorbeeld met een 8,6. Ook vonden de patiënten Isala deskundig (78%) en noemden ze onze zorg in het imago-onderzoek kwalitatief hoogwaardig (75%), betrouwbaar (76%) en veilig (75%). Hierop scoorden we veel beter dan vergelijkbare ziekenhuizen.

Toch bleven we kritisch op onszelf. We zagen dat de patiënt soms een persoonlijker benadering en meer patiëntgerichtheid van Isala verwacht. Ook bleven onze scores in landelijke ranglijsten wisselvallig.

Isala-medewerkers namen daarom het initiatief om nog beter te luisteren naar de patiënten en zo te ontdekken hoe we een verschil voor hen konden maken. We zochten samen met de patiënt naar de juiste zorg, op de juiste plek; aangeboden door de juiste professional met de juiste kennis. Steeds vaker maakten we hierbij gebruik van digitale zorginnovaties.

Patiënttevredenheid verpleegafdelingen
Visual H1
Bron: PREM & CQI

'Dankbaar voor de steun hier'

Patientverhaal 1 avatar

Over een paar weken wordt Luke 18 en dat betekent dat hij en zijn ouders afscheid moeten nemen van de kinderafdeling van het Isala Vrouw-kindcentrum. Jolanda Kooyman: 'Dat doet wel wat met ons, want in 18 jaar bouw je een enorme band met elkaar op.'

Luke werd na 31 weken zwangerschap geboren in Isala. Jolanda: 'Hij is meervoudig gehandicapt. Levenservaring kan hij opdoen, maar verstandelijk blijft hij twee jaar. Hij is enorm kwetsbaar, gewoon verkouden is hij nooit. Als hij ziek wordt, weet ik dat ik hem de volgende dag naar Isala moet brengen. De eerste zeven jaar van zijn leven heeft hij bijna constant hier gelegen omdat hij zijn eten niet binnen kon houden. Vanaf het moment dat hij een darmsonde kreeg, werd dat beter en kon ik hem thuis eten geven.' Na 18 jaar kennen de verpleegkundigen en artsen Luke en zijn moeder goed. Jolanda: 'Als ik bel met de kinderarts of de afdeling en zeg dat Luke ziek is, kan ik meteen komen. In de loop der jaren is dit wederzijds vertrouwen opgebouwd en deze afspraak gemaakt. Ik heb overigens wel moeten knokken voor deze afspraak.'

'Ik ervaar veel steun van de verpleegkundigen, bijvoorbeeld in de communicatie naar de artsen. Wij nemen samen de beslissingen. Zoals over voeding of over medicatie. Als ik al weet dat bepaalde medicijnen voor hem niet gaan werken, dan zeg ik dat. En daar wordt naar geluisterd. Ik merk dat verpleegkundigen mijn input en mijn kennis als moeder van Luke nodig hebben in de zorg voor hem. Ik ken hem als geen ander. Ze vertrouwen op mijn intuïtie als moeder. Daarin is overigens veel veranderd de afgelopen jaren. Ik merkte het verschil toen ik mijn tweede zoon kreeg. Hij werd ook te vroeg geboren, maar op de NICU werd ik veel meer bij zijn zorg betrokken dan zeven jaar eerder bij Luke. Vroeger gebeurde alles wat de arts wilde. Dat is nu niet meer zo en dat voelt goed.'

Directeur

Ook Luke voelt zich zichtbaar goed op de kinderafdeling. Stralend kijkt hij naar de verpleegkundigen en vraagt: "Mee?" Om vervolgens met een grote grijns een liedje van Jan Smit te zingen. 'Hij vindt het hier inderdaad geweldig', bevestigt zijn moeder. 'Hij gaat gewoon met plezier naar het ziekenhuis. Lachend komt hij altijd binnen. Luke is hier echt de directeur. Het is fijn dat er zo’n vast team om hem heen staat. Ik ben dankbaar voor de steun hier. Zo laat ik hem 's nachts met een gerust hart achter. Ik vind het spannend hoe het straks zal gaan als hij overgaat naar de volwassenafdeling. Maar voor nu zijn mijn man en ik vooral dankbaar dat hij er nog is. Hij is ouder geworden dan ooit was verwacht. Wij zijn enorm trots op hem.'

Terugblik

Scroll & ontdek Witte pijl naar rechts
2

Beslissen mét de patiënt

Nog vaker zochten we samen met de patiënt naar behandelingen die aansloten bij de persoonlijke situatie en wensen van de patiënt. We keken bijvoorbeeld nadrukkelijker naar de thuissituatie. Of we maakten samen met de patiënt een afweging tussen de positieve werking en verwachte bijwerkingen van medicijnen.

Deze persoonlijke benadering leidde onder meer tot een hoge therapietrouw bij een jonge astmapatiënt of tot de bewuste keuze van een patiënt voor minder behandelingen bij het fertiliteitscentrum.

Patiënt en arts beslissen steeds vaker samen
Visual H2

Voorstellen in plaats van voorschrijven

Al eerder liet onderzoek bij Isala zien hoe de dagelijkse dilemma’s van de patiënt tot verrassende zorgkeuzes leidt. Artsen ontdekten dat jonge astmapatiënten vaak met een astma-aanval naar het ziekenhuis kwamen, omdat zij hun medicijnen niet innamen. Dat kwam bijvoorbeeld voor wanneer zij gepest werden met de medicatie, of als ouders er tegenop zagen om elke dag medicijnen aan hun kind te geven.

Doordat de kinderartsen nog beter op deze signalen letten, konden ze rekening houden met de persoonlijke dilemma’s van de jonge astmapatiënten én samen met hen zoeken naar goede oplossingen. Hierdoor steeg de therapietrouw bij deze patiënten de afgelopen jaren naar 84%, tegenover zo’n 50% in andere West-Europese landen.

De patiënt als expert

Ook bij het fertiliteitscentrum leidde deze aanpak tot veranderingen. Onze artsen ontdekten dat de patiënt soms een ander beeld heeft van succesvolle zorg dan zijzelf. Bij het kiezen voor kunstmatige inseminatie gingen de artsen bijvoorbeeld uit van de individuele succeskans van een enkele behandeling. Tegelijk ontdekten we dat de patiënt juist wilde weten hoe lang het zou duren om zwanger te worden en welke kans er was om zwanger te raken. Voor de patiënt telde daarbij mee dat de behandelingen bij het uitblijven van succes soms leidden tot angst, depressie of zelfs een sociaal isolement.

Door deze ervaringen van de patiënt te bespreken en mee te wegen, ging de medische zorg zowel over onderzoek en technologie, als ook over de invloed van behandelkeuzes op de kwaliteit van leven. Waar de arts nog net kansen zag voor een extra behandeling met kunstmatige inseminatie, gaf de persoonlijke situatie van een patiënt soms de doorslag om de behandeling eerder te stoppen of sneller over te gaan tot een meer ingrijpende IVF-behandeling.

Onderzoek voor de patiënt

Op meerdere plekken binnen Isala pasten we deze werkwijze afgelopen jaar toe. We trainden medewerkers bij de polikliniek kindergeneeskunde en het fertiliteitscentrum zodat zij samen met de patiënt de best passende zorg leerden kiezen. Tegelijk hoorden we van artsen dat ze het vaak moeilijk vinden om samen met de patiënt te beslissen over de beste zorg, bijvoorbeeld door de grote drukte tijdens de spreekuren. Daarbij bleek dat we geen volledig beeld hadden van de manier waarop onze artsen patiënten adviseerden.

Daarom stelden we vanuit ons eigen fonds voor innovatie en wetenschap onderzoeksgeld beschikbaar. Hiermee willen we de komende jaren achterhalen hoe artsen besluiten nemen met de patiënt. Dat gaan we doen door mee te kijken in de spreek- en behandelkamers. Waar liggen de sterke kanten van onze artsen? En: Waar hebben zij nog professionele ontwikkeling nodig om nog beter samen te werken met de patiënt? Daar kunnen we vervolgens aan werken.

'Alle keuzes zijn goed'

Patientverhaal 2

Esther Thijs is regieverpleegkundige bij het Oncologisch centrum in Isala Diaconessenhuis, maar dat betekent niet dat zij de regie van haar patiënten overneemt. 'In tegendeel. Mijn taak is juist de patiënten goed te informeren zodat ze zoveel mogelijk zelf de regie kunnen houden.'

Esther ziet vooral patiënten met urologische kanker, zoals blaas- en nierkanker, maar ook mannen met prostaatkanker. 'Wanneer iemand bij Urologie de diagnose prostaatkanker krijgt, word ik gebeld. Ik probeer de patiënt dan zo snel mogelijk te zien. Soms is het juist goed dat het nieuws eerst even kan bezinken. Je krijgt zoveel informatie. De urologen leggen goed uit dat veel mannen prostaatkanker krijgen, maar dat dit niet hoeft te betekenen dat je eraan overlijdt. Ons gesprek gaat daarom vooral over de verschillende behandelmogelijkheden. Aan de hand van een keuzehulpboekje bespreek ik de mogelijke complicaties van bepaalde behandelingen. Denk aan erectiestoornissen en incontinentie. Ik geef nooit advies, maar informeer. Mannen maken zelf een keuze. De één zegt: "haal de prostaat maar weg", terwijl de ander juist geen "gesleutel" aan zijn lijf wil. Wat voor keuze iemand ook maakt, het is goed en persoonlijk. Natuurlijk heeft niet iedereen een keuze. Soms is een operatie niet mogelijk bijvoorbeeld.'

Intimiteit

Veel mannen die behandeld worden voor prostaatkanker, krijgen te maken met erectieproblemen en/of incontinentie. Deze onderwerpen mogen nooit een taboe zijn, vindt Esther. 'Daarom breng ik het altijd ter sprake. Intimiteit met je partner is enorm belangrijk. Als dat verandert, heeft dat invloed op de relatie. Soms zie ik relatief jonge mannen die net een nieuwe relatie hebben. Voor hen kan seks belangrijker zijn dan misschien voor stellen die al veertig of vijftig jaar samen zijn.' Tijdens de behandeling heeft Esther een paar keer telefonisch contact. 'En patiënten mogen natuurlijk altijd zelf contact met mij opnemen bij vragen of problemen.'

Chemo- en hormoontherapie

Het komt voor dat prostaatkanker terugkomt na de operatie en/of bestraling of dat het al uitgezaaid is bij de eerste diagnose. Esther: 'Het gesprek dat je dan aangaat, is wel even anders. De patiënt zit dan in een palliatieve fase en wordt niet meer beter. Kwaliteit van leven vind ik dan heel belangrijk. Daar neem ik de patiënt in mee. Als regieverpleegkundigen bespreken wij de vervolgbehandelingen zoals chemotherapie en hormoontherapie. Bijwerkingen van hormoontherapie kunnen zijn: opvliegers, toename van vetmassa en afname van spiermassa. Bovendien kunnen mannen emotioneler worden en eerder vermoeid raken door de behandelingen. Ook daar moet je als patiënt proberen mee om te gaan. Er over praten, zeker met je partner, is enorm belangrijk.'

Terugblik

Scroll & ontdek Witte pijl naar rechts
3

Zorg vaker op de juiste plek

Waar dit kon, zochten we naar de beste plek om zorg te bieden. Steeds vaker vroeg de patiënt om zorg dichtbij, zoals thuis, bij de huisarts of het ziekenhuis in de buurt. Dat we hierop inspeelden was prettig voor de patiënt én goed voor de kwaliteit van zorg.

Binnen Isala verplaatsen we zorg om de kwaliteit te verbeteren, patiënten sneller te helpen of de bereikbaarheid voor patiënten te vergroten. Zo verhuisden het retina-centrum en liesbreukcentrum naar Isala Diaconessenhuis in Meppel, zodat deze zorg nog vaker beschikbaar was.

Onze hoge kwaliteitsstandaarden stelden we ondertussen overal gelijk. Na Isala, behaalde ook Isala Diaconessenhuis de JCI-accreditatie voor goede en veilige ziekenhuiszorg.

Visual H3
Verbeterteams in actie: iedere dag, op elke afdeling

Minder vaak naar het ziekenhuis

De juiste plek voor ziekenhuiszorg was voor de patiënt vaker dichtbij: thuis of bij de huisarts. Dat gold bijvoorbeeld voor veel ouderen die zonder medische noodzaak eerder toch naar de spoedeisende hulp werden gebracht. Afgelopen jaar startten we met thuiszorgorganisaties, de ambulancedienst en huisartsen de voorbereidingen voor een pilot om deze kwetsbare ouderen in de eigen thuissituatie op te vangen.

Begin 2018 ging de pilot van start. In weekenden en tijdens de avonduren stond een wijkverpleegkundige stand-by die door de arts of ambulance ingeschakeld kon worden. Deze verpleegkundige bezocht de oudere patiënten vervolgens thuis en gaf hen daar de juiste zorg. Hierdoor was een voor de patiënten ingrijpende opname in het ziekenhuis in sommige gevallen niet meer nodig.

Isala ontwierp een andere pilot om patiënten wondverzorging bij de huisarts op locatie te bieden. Dit had meerdere voordelen voor de patiënt. De verpleegkundig specialist van Isala verzorgde complexe wonden bij de huisartsenpraktijk in de eigen wijk, waardoor de patiënt voor de juiste zorg niet meer naar het ziekenhuis hoefde. Daarnaast verbeterde de kwaliteit van de wondzorg die de huisarts en zijn assistenten zelf al leverden. Zij leerden van zowel de verpleegkundig als medisch specialist en pasten deze nieuwe kennis ook toe tijdens de verzorging van minder ernstige wonden bij andere patiënten. Een derde voordeel was financieel. De patiënt betaalde geen eigen bijdrage doordat de zorg niet in het ziekenhuis, maar bij de huisarts plaatsvond.

Specialisatie van locaties

De patiënt profiteerde door de fusie tussen Isala en Isala Diaconessenhuis afgelopen jaar direct van nieuwe mogelijkheden in ons zorgaanbod. Patiënten konden sinds de fusie iedere dag terecht bij de Mammapolikliniek: de locaties in Zwolle en Meppel waren samen gedurende de hele week open.

Daarnaast bood de fusie ruimte voor scherpere keuzes in specialistisch zorgaanbod. We startten met het verplaatsen van zorg tussen de vestigingen van Isala. De patiënt die complexe zorg nodig had, ging nog sneller naar Zwolle. Ook vergrootten we de beschikbaarheid van zorg met de verhuizing van het retina-centrum en het liesbreukcentrum naar Isala Diaconessenhuis in Meppel. Voor sommige patiënten was de zorg hierdoor ineens verder weg, maar in het liesbreukcentrum konden zij nu wel in één dag zowel onderzocht als geopereerd worden. Daarnaast wisten we door deze verplaatsing de wachtlijst in te korten. Ondertussen opende Isala in Heerde juist een nieuwe polikliniek, zodat de patiënt hier voor nog meer vormen van zorg in de eigen omgeving terecht kon.

Voor sommige patiënten betekenden de veranderingen een verslechtering. Met name in Meppel bestond er aanvankelijk onvrede en onzekerheid. Veel andere patiënten zagen juist de verbeteringen. Zeker 33% van de patiënten vond de fusie tussen Zwolle en Meppel een verbetering. Slechts 6% zag de nieuwe situatie als een verslechtering.

Op iedere plek dezelfde kwaliteit

Na Isala Zwolle, behaalde ook Isala Diaconessenhuis de JCI-accreditatie. Hierdoor wisten we zeker dat al onze ziekenhuizen voor alle patiënten met dezelfde kwaliteitsstandaarden werkten.

Visual Isala JCI

De accreditatie was een belangrijk signaal dat de kwaliteit van onze zorg op orde was, of onze artsen en verpleegkundigen nu bij een patiënt thuis werkten, op één van onze locaties of digitaal zorg op afstand verleenden. JCI keek naar de veiligheid en de juistheid van procedures en ingrepen, maar ook naar onze omgang met patiënten. Het keurmerk onderzocht bijvoorbeeld: Komt Isala in de praktijk haar beloften aan de patiënt na? En: Leert Isala van haar eigen fouten?

Overigens keken we ook iedere dag op de werkvloer naar ons eigen handelen. Op basis van observaties, knelpunten in de zorg en klachten van patiënten zochten verbeterteams letterlijk iedere dag naar verbeterpunten op de eigen afdeling. Door deze opzet konden artsen en verpleegkundigen direct in actie komen voor betere zorg.

Daarnaast had de organisatie iedere week speciale aandacht voor de koers van Isala. We keken bijvoorbeeld of we onze kwalitiets- en veiligheidsdoelen haalden, zoals kortere wachttijden, betere infectiepreventie en een betere meldcultuur voor incidenten bij medicatie en vallen.

Visual / DATA MELDCULTUUR MEDICATIEVEILIGHEID

 
Visual / PERCENTAGES PATIËNTEN MET ERNSTIGE PIJN

Uitgebreidere data over onze prestaties in 2017 zijn te vinden in het Kwaliteitsvenster. Hier staan belangrijke cijfers, onder meer over medicatie, sterftecijfers, wachttijden en patiëntenervaringen. Ook is hier terug te vinden of Isala voldoet aan de normen bij risicovolle operaties.

'Chance@home was voor mij cruciaal'

Patientverhaal 3

In oktober vorig jaar kreeg Wilfred Meuleman (43) een ander hart. Relatief fit ging hij de operatie in. 'Dat heb ik mede te danken aan Chance@home van Isala. Deze thuisbehandeling was voor mij een cruciale factor tussen wie ik was en wie ik nu ben.'

'Mijn hartafwijking heet hypertrofische cardiomyopathie. Het is een verdikking van de hartwand aan de binnenkant. Daardoor kun je het niet opereren. De aandoening is progressief, dus ik ging steeds verder achteruit. Meerdere keren werd Wilfred al thuis opgenomen met Chance@home. 'Doordat mijn hart niet goed pompte, hield ik vocht vast en daarvoor kreeg ik thuis plasmedicatie. Een verpleegkundige controleert dan iedere dag hoe het gaat. Vorig jaar april ging ik zo snel achteruit, dat er nog maar één oplossing was: een ander hart.

Ik kreeg een plek op de wachtlijst. In augustus ging het zo slecht, dat ik vanaf dat moment continu de zorg van Chance@home nodig had. Acht weken lang stond iedere ochtend een verpleegkundige voor de deur. Dat was geweldig. Stel dat ik die acht weken in het ziekenhuis had gelegen? Nu kon ik bij mijn kinderen zijn en mijn vrouw hoefde niet op ziekenbezoek te komen. Thuis is gewoon prettiger. Wat mij helemaal verraste, tijdens een familieweekend in Dalfsen kwam de verpleegkundige gewoon daar.'

In oktober kwam het verlossende telefoontje. Er was een geschikt hart. 'Daar hadden wij God zo vaak om gevraagd en Hij gaf het sneller dan verwacht! We hebben onze kinderen wakker gemaakt, samen gebeden en zijn naar Groningen gegaan. De operatie ging perfect. Nu mag ik verder leven met een gezond hart. Een groot wonder!'

Terugblik

Scroll & ontdek Witte pijl naar rechts
4

Zorg digitaal dichterbij

Steeds vaker was digitale zorg op afstand ook een vorm van zorg op de juiste plaats. Online overleg bood bijvoorbeeld extra comfort voor de patiënt die moeite had met een reis naar het ziekenhuis.

Andere vormen van ‘connected care’ maakten de zorg juist makkelijker, veiliger of beter. Door op afstand de gezondheidsrisico’s bij de patiënt vroeg in kaart te brengen, waren er minder spoedopnames nodig. Daarnaast droegen apps bij aan een betere afstemming tussen arts en patiënt en aan een sneller herstel van patiënten na een chirurgische ingreep.

Het inzetten van deze digitale innovaties was nooit een doel op zich. Patiënten kozen ervoor wanneer het paste bij hun eigen zorgvraag, situatie en wensen.

Visual h4

Vaker contact met het ziekenhuis

Om zorg op de juiste plaats te bieden, koos Isala steeds vaker voor digitale zorg. Door de inzet van telemonitoring hoefden tientallen longpatiënten met COPD bijvoorbeeld minder vaak naar het ziekenhuis te komen. Tijdens de pilot overlegden ze vanuit huis met de verpleegkundigen of de arts via een iPad. Dat was juist voor deze groep patiënten erg waardevol, omdat een ziekenhuisbezoek voor hen ingrijpend en fysiek zwaar is.

Zorg op afstand zorgde daarnaast voor intensievere monitoring van de gezondheid van de patiënt. In de pilot met COPD-patiënten was er bijvoorbeeld iedere week een contactmoment tussen patiënt en Isala. Dat is vaker dan voorheen, waardoor signalen over het achteruit gaan van de gezondheid eerder werden opgevangen. Patiënten gaven aan dat zij zich hierdoor veiliger voelden en we verwachten dat hiermee spoedopnames zijn voorkomen.

Toch leverde telemonitoring ook nieuwe dilemma’s op, zowel voor patiënten als voor onze medewerkers. Patiënten gaven aan dat het intensievere contact ervoor zorgde dat het ziekenhuis voor hen altijd dichtbij was. Daardoor voelden ze zich ook continu patiënt: iedere week weer. We ontdekten tijdens de pilot dat niet alle patiënten daar even gemakkelijk een weg in vinden.

Daarnaast was het voor zowel patiënten als Isala-medewerkers spannend om de patiënt in de eigen omgeving te ontmoeten. De patiënt liet een verpleegkundige via de camera letterlijk thuis naar binnen kijken, terwijl verpleegkundigen vooraf niet wisten in welke situatie ze een patiënt zouden aantreffen.

Gemak en kwaliteit gaan hand-in-hand

Zorg op afstand kende ook meer indirecte vormen. Zo droegen apps bijvoorbeeld bij aan gemak voor patiënten of aan een sneller herstel na een chirurgische ingreep.

Een Eiwit-app hielp patiënten bij een snel herstel door een goed dieet aan te moedigen. Via de app kreeg de patiënt een persoonlijke eetkalender, een eiwitberekening en een visuele weergave van de eiwitinname. Ook startten we met de ontwikkeling van een zelflerende bolusmeter voor diabetespatiënten. De meter koppelen we aan een app die patiënten helpt om te berekenen hoeveel insuline ze moeten gebruiken. Daarbij kan de meter steeds meer variabelen meewegen, zoals momenten waarop een patiënt van plan is te gaan sporten.

Deze gepersonaliseerde invulling van zorg op afstand was nog duidelijker bij ICD/pacemakers telemonitoring. Met deze techniek zagen Isala-medewerkers op afstand direct wanneer het hart van een patiënt afwijkingen vertoonde. Ze konden dan gelijk contact opnemen met de patiënt en – waar dit nodig was – de patiënt naar het ziekenhuis laten komen.

Bij het realiseren van deze innovaties werkte Isala met veel partijen samen, zowel met haar patiënten, de eerstelijnszorg, gevestigde ICT-dienstverleners als start-ups. Daarnaast zocht Isala met vier andere ziekenhuizen naar mogelijkheden om vernieuwingen en veranderingen sneller door te voeren. Een voorbeeld hiervan is de Appwijzer. Isala zette deze wijzer al in, maar krijgt straks via het mProve-netwerk ook toegang tot een bibliotheek met apps van de andere aangesloten ziekenhuizen. Vanuit mProve startten we al met een campagne over laaggeletterdheid. Zo kregen medewerkers handvatten om patiënten te herkennen die moeite hebben met lezen en schrijven.

Onze locaties klaar voor de toekomst

Isala schetste afgelopen jaar hoe zij in de toekomst gaat inspelen op de snelle digitalisering. Isala-breed kreeg dit onder meer invulling met een innovatiekaart die voor meer verbinding tussen innovatieve pilots moet zorgen. Via de kaart ontdekken medewerkers vanaf begin 2018 welke andere connected care innovaties er binnen het ziekenhuis zijn.

Tegelijk startten we met een innovatiehub. Twintig innovatie-ambassadeurs adopteerden nieuwe initiatieven. Zij helpen de artsen en verpleegkundigen om deze ideeën en pilots een stap verder te brengen, bijvoorbeeld met het vinden van financiering of door het opstellen van een goed businessplan.

20+ AMBASSADEURS ACTIEF VANUIT PLATFORM INNOVATIE

Daarnaast viel het besluit om bij de inrichting van onze ziekenhuizen al rekening te houden met de groei van digitale zorg op afstand. Bij de aanstaande nieuwbouw van Isala Diaconessenhuis in Meppel is dit een centraal thema. Naast optimale WiFi-verbindingen, valt te denken aan minder spreekkamers en juist meer kamers met faciliteiten voor contact op afstand. Daarnaast onderzochten we al mogelijkheden voor monitoring door sensors, bijvoorbeeld om altijd in beeld te hebben waar in het ziekenhuis nog lege bedden zijn.

Warm welkom bij de voordeur

Ook via digitale middelen luisterden we actief naar de mening van de patiënt. Via ons nieuwe online klantenpanel vroegen we bijvoorbeeld aan ruim vijfhonderd patiënten op welke manier zij digitale diagnoses wilden ontvangen. Het verraste ons dat patiënten de uitslagen liever iets later, maar dan wel direct met uitleg van de arts daarbij, wilden ontvangen.

Zowel over de connected care-initiatieven als over het klantenpanel kregen we positieve feedback. Patiënten vonden de extra digitale aandacht prettig. Tegelijk hadden deze ontwikkelingen geen negatieve invloed op onze gastvrijheid in de ziekenhuizen. Vrijwilligers in Meppel en Zwolle begroetten onze patiënten ook dit jaar letterlijk al bij onze voordeur en we scoorden opnieuw vier sterren in de gastvrijheidsindex.

SCORE GASTVRIJHEIDSINDEX BLIJFT HOOG

Tevreden over telerevalidatie

Patientverhaal H4

Of je nu als patiënt kiest voor telehandrevalidatie vanachter de eigen pc, tablet of laptop of alle oefensessies in Isala volgt, de uitkomsten zijn even goed. Dat blijkt uit onderzoek van bewegingswetenschapper Sander Brink.

'Dit is goed nieuws voor patiënten die verder van het ziekenhuis vandaan wonen of om een andere reden liever minder vaak naar het ziekenhuis komen', vertelt Brink enthousiast. 'Zij kunnen dus met een gerust hart kiezen voor telerevalidatie.'

Even tevreden

'Patiënten met handletsel loggen thuis in op het portal van Isala Hand-polscentrum', legt Brink uit. 'Vervolgens doen zij achter hun eigen pc, laptop of tablet hun oefeningen aan de hand van instructiefilmpjes en een oefenschema die speciaal voor hen door hun handtherapeut klaargezet zijn.'

Om uit te zoeken of de resultaten van telerevalidatie net zo goed zijn als revalidatie in het ziekenhuis, deed Brink samen met dr. Emmelot (revalidatiearts) en handtherapeuten Rita van Hoof en Renate Groote Schaarsberg de afgelopen jaren onderzoek. 'In mei 2015 zijn we binnen Isala Hand-polscentrum gestart met het onderzoek in samenwerking met de afdeling Handtherapie en Roessingh Research & Development in Enschede. Hierbij vergeleken we twee groepen: 64 patiënten die de traditionele vorm van therapie kregen waarbij ze alle oefensessies in Isala volgden onder begeleiding van een handtherapeut. En 64 mensen die een deel van de oefensessies thuis achter hun eigen pc, tablet of laptop volgden. Zowel de tevredenheid over de therapie als de bereikte handfunctie bij beide groepen bleken gelijk te zijn. Dit betekent dat beide therapievormen even goed zijn.'

Terugblik

Scroll & ontdek Witte pijl naar rechts
Help Isala naar de top