Contact
  1. ‘Bij een trauma ben ik meteen alert’

Isala is één van de elf level 1 traumacentra die Nederland telt. Dit betekent dat wij 24 uur per dag, zeven dagen per week alle ernstig gewonden kunnen opvangen. Zodra de ambulancedienst belt met de mededeling dat zij over een aantal minuten op de Spoedeisende hulp zijn met een patiënt die meerdere ernstige verwondingen heeft, staat er heel snel een professioneel team klaar in de traumakamer.

Verpleegkundige Dennis Nikkels tijdens traumaoefening

Team in actie

Dit team bestaat uit een SEH-arts, traumachirurg, anesthesist, anesthesiemedewerker, spoedeisende hulp verpleegkundigen en radiodiagnostisch laboranten. Om patiënten zo goed mogelijk op te kunnen vangen, is er iedere donderdagochtend een oefening op de SEH. Een paar keer per jaar met lotusslachtoffers, maar meestal met “Anna” een speciale oefenpop die reageert op medische handelingen. Vandaag gaat het om een motorrijder die met hoge snelheid tegen een lantaarnpaal is gebotst. Verpleegkundige Dennis Nikkels schrijft vast de informatie op het whiteboard. De patiënt blijkt veel last te hebben van zijn buik en bekken en de ademhaling is oppervlakkig. Dennis: ‘Wij werken volgens een vaste structuur. Dat is belangrijk omdat je bijna nooit met hetzelfde team een trauma opvangt. Daarvoor zijn wij met te veel collega’s in Isala.’

Sticker met naam

De OK is inmiddels gebeld met de mededeling dat er een rode knop simulatie is. ‘Een groot trauma noemen wij een rode knop,’ legt Dennis uit. ‘Wij laten altijd wel weten wanneer het om een oefening gaat.’ Inmiddels staat het team klaar in de traumakamer. Gekleed in de zware jassen die beschermen tegen röntgenstralen. Iedereen draagt een sticker met zijn naam. Dennis: ‘Wij kennen elkaar niet allemaal en zo kun je iemand wel rechtstreeks aanspreken. Wij communiceren en werken volgens vaste afspraken. Vandaag ben ik A en B verpleegkundige en check ik of de luchtweg vrij is (air) en of de patiënt genoeg zuurstof binnenkrijgt (breathing).’ Dat blijkt niet het geval, dus de patiënt krijgt een buisje in zijn luchtweg. Ook worden twee röntgenfoto’s gemaakt. Een CT-scan nog niet, want de patiënt is niet stabiel genoeg. Dan stopt de oefening.

Eén grote puzzel

Dennis: ‘De patiënt is één grote puzzel, stukje bij beetje kom je tot het probleem. Natuurlijk maak ik gebruik van mijn ervaring. Als iemand binnenkomt na een motorongeluk weet je ongeveer wat je kunt verwachten. Zodra er een rode knop binnen wordt gebracht, ben ik meteen alert. Mijn hartslag stijgt. Die adrenaline heb ik nodig om mijn werk goed te doen. Je moet snel denken en snel alles klaar zetten. Je weet dat het even heel hard werken wordt. Nee, soms loopt het niet goed af. Wij kunnen niet iedereen redden, maar wij proberen het altijd. Soms grijpen dingen je erg aan, zoals laatst een kind van drie dat stierf. Dit heeft een enorme impact op iedereen. Gelukkig zijn wij een hecht team en kunnen wij altijd bij elkaar terecht.’

Meer informatie

Gerelateerd nieuws