Contact
  1. ‘Dankbaar voor flexibiliteit van medewerkers’

De samenleving haalt opgelucht adem nu de coronacijfers stabiliseren en er meer versoepelingen aan komen. Alleen is van die positieve trend in Isala nog weinig te merken. Hier worden juist alle zeilen bijgezet om de zorg voor patiënten door te laten gaan. Dit heeft alles te maken met hoge ziekteverzuim onder de medewerkers. Bestuursvoorzitter Rob Dillmann vertelt over de lastige fase waar het ziekenhuis in zit.

Rob Dillmann met op de achtergrond het Isala-gebouw

Isala kampt momenteel met grote tekorten op het gebied van personeel. Hoe kan dit en wat heeft dit voor gevolgen?

‘Het virus is de afgelopen periode als een dolle rondgegaan onder de bevolking. En daarmee dus ook onder onze medewerkers. Het aantal coronabesmettingen is hoog, waardoor veel medewerkers niet aan het werk kunnen. De besmettingsgolf leidt wel tot meer opnames – maar niet heel veel meer van coronapatiënten. Maar door de grote tekorten aan medewerkers staat de voortgang van zorg wel onder druk. Daardoor zijn we genoodzaakt het anders dan anders te doen.’

Wat houdt dat anders dan anders in?

‘Een slimme manier van werken waarbij we soms een beetje buiten de lijntjes moeten kleuren. Want we moeten het doen met minder mensen. We vragen momenteel veel doorzettingsvermogen en flexibiliteit van collega’s die wel kunnen werken. Die extra inzet waarderen we enorm. Medewerkers springen bijvoorbeeld bij op afdelingen waar de nood het hoogst is. Niet alleen verpleegkundigen, ook medewerkers van stafdiensten zetten we soms in op plekken die cruciaal zijn voor de voortzetting van de zorg. Oud-collega’s die nog wel BIG-geregistreerd zijn, komen tijdelijk terug om ons te helpen. Soms draaien collega’s meer diensten of wordt het aantal patiënten per verpleegkundige ruimer genomen dan de gebruikelijke norm. Zij worden dan wel ondersteund door buddy’s.’

Op welke manier is deze manier van werken voorbereid?

‘Rond de jaarwisseling zagen we de vloedgolf aan omikronbesmettingen op ons afkomen. Daarom wilden we ons voorbereiden op een scenario waarbij veel collega’s ziek zouden worden. Dat betekende dat we een plan moesten maken, waarmee we zo’n situatie tijdelijk het hoofd zouden kunnen bieden. Eén van de uitgangspunten was dat acute zorg altijd door moet kunnen gaan, wat de nodige uitdagingen met zich meebrengt. Eerder genoemde maatregelen, zoals het inzetten van medewerkers op andere afdelingen en het tijdelijk terugvragen van oud-collega’s, zijn elementen van dit voorbereide plan. In enkele gevallen zijn we helaas ook genoodzaakt om planbare zorg af te zeggen. Dat vinden we natuurlijk ontzettend vervelend. We zijn aan het kijken naar een nog bredere inzet van thuismonitoring, waarbij patiënten thuis in de gaten worden gehouden. Je kunt je voorstellen dat dit nog weer de nodige druk zou kunnen wegnemen.’

Hoe lang denk je dat deze fase nog gaat duren?

‘Begin maart weten we ongeveer waar we staan, zowel wat betreft patiëntenzorg als ziekteverzuim. Ik verwacht dat we rond die tijd in iets rustiger vaarwater terecht gaan komen. Maar er is nog onzekerheid over wat verdere versoepelingen gaan betekenen. Daarin kunnen we alleen maar hopen dat het meevalt. Vanuit de experts zijn er wel steeds meer optimistische geluiden. Inmiddels zijn er veel mensen met het virus in aanraking gekomen of gevaccineerd. Dat zou betekenen dat je als samenleving behoorlijk wat bescherming hebt opgebouwd.’

Gerelateerd nieuws