Contact
  1. ‘De afwisseling vond ik uitermate boeiend’

ANDERE TIJDEN | In maart is het zover. Dan nemen wij het nieuwe ziekenhuis in Meppel in gebruik. Alle reden om met diverse Meppelaars terug te kijken. Deze keer Leenard de Vries, voormalig Eerste hulp-verpleegkundige.

Leenard de Vries 'De afwisseling vond ik uitermate boeiend'

Leenard de Vries, voormalig Eerste hulp-verpleegkundige, op de nieuwe SEH van Isala Meppel: ‘De zorg in Zuidwest Drenthe blijft gewaarborgd, dat vind ik een geruststellende gedachte.’

Na de middelbare school wist Leenard de Vries niet goed wat hij wilde. Een beroepskeuzetest dirigeerde hem naar de inservice opleiding Verpleegkunde van het Diakonessenhuis Leeuwarden. Aansluitend vervulde hij zijn militaire dienstplicht in Havelte en als hospik maakte hij in 1975 kennis met het Diaconessenhuis in Meppel. Leenard was meteen gecharmeerd van het moderne gebouw en de dynamiek van de Eerste hulp. Hij solliciteerde, werd aangenomen en bleef het Diac tot aan zijn pensionering trouw. ‘Ik heb daar een fantastische tijd gehad.’

Het reilen en zeilen op de toenmalige Eerste hulp laat zich amper vergelijken met de hedendaagse Spoedeisende hulp (SEH). Midden jaren zeventig waren er nog geen traumacentra en dotterklinieken, dus ook Meppel ving alle soorten patiënten op. ‘Verkeerstrauma’s, hartproblematiek, brandwonden, alles kwam voorbij’, memoreert Leenard. Een eerste hulp-opleiding bestond toen nog niet; hij leerde het vak in de praktijk.

Renault 16 TX

Ook in de ambulancezorg was professionalisering nog ver te zoeken. Zo was het plaatselijke garagebedrijf Kroeskop belast met het vervoer van acute patiënten. ‘De ambulances werden bemenst door een monteur en een administratief medewerker met een EHBO-diploma.’ Voor de toenmalige chirurg Timmerman reden genoeg om met zijn eigen auto naar een ongeval te rijden om ter plekke eerste hulp te verlenen. ‘Zijn Renault 16 TX was volgestouwd met verbandmateriaal en infuusspullen.’ Deze pragmatische aanpak was niet altijd succesvol. ‘De communicatie met de firma Kroeskop verliep gebrekkig; soms reed de ambulance ons onderweg tegemoet. Achteraf gezien was dat best hilarisch.’

Woest

Als Eerste hulp-verpleegkundige hield Leenard, samen met zijn collega’s, talloze ballen in de lucht. ‘We deden de spoedopvang, legden gipsen aan en assisteerden tijdens de spreekuren van chirurgen en orthopeden. En o ja, ik was ook betrokken bij de kleine verrichtingen op de poliklinische OK’s. Die afwisseling vond ik uitermate boeiend.’
Zijn werk op de Eerste hulp had ook een keerzijde. ‘Mijn focus lag voortdurend op het stabiliseren en behandelen van patiënten, ik was heel mechanisch bezig.’ Na een mislukte reanimatie van een kind was hij zo woest over de afloop, dat hij het leed van de ouders niet meer zag. ‘Toen besefte ik dat ik iets anders moest gaan doen.’

Rijkere baan

Die andere boeg werd gevormd door het medisch maatschappelijk werk (MMW). Van een doener werd Leenard meer een beschouwer. De hectiek en het handelend optreden maakten plaats voor een meer holistische benadering. ‘Als MMW-er werkte ik vanuit het perspectief van patiënten, hun psychosociale noden stonden centraal.’ Hij heeft nooit spijt gehad van zijn overstap. ‘Het was een rijkere baan die me veel voldoening gaf.’

Na zeventien jaar was het opnieuw tijd voor een volgende stap. Leenard ging als staffunctionaris Zorg aan de slag; de eerste binnen het Diac. Hij initieerde talloze zorgvernieuwingsprojecten en gaf beleidsadviezen. ‘Ik was een redelijk druk baasje’, resumeert hij lachend.

De laatste zeven jaar van zijn loopbaan was hij ook transmuraal coördinator. In die (pioniers)functie versterkte hij de samenwerking met de eerste lijn. ‘Ik was het oliemannetje.’ Hij stond mede aan de wieg van het netwerk palliatieve zorg Zuidwest Drenthe. ‘Deze manier van samenwerking werd gezien als landelijk voorbeeld, daar ben ik echt trots op.’ Het geheim? ‘Laagdrempelig en snel kunnen schakelen.’

'Zwangerschap'

In 2017 ging de nu 70-jarige Leenard met pensioen en dat was best even wennen. ‘Ik was zo verweven met het Diaconessenhuis, dat ik negen maanden nodig had om los te komen. Het was net een zwangerschap.’ Om zijn zinnen te verzetten, bouwde hij eigenhandig een kapschuur. Sinds die klus is geklaard, richt hij zijn pijlen onder meer op golf en sterrenkunde. Ook al ligt zijn werkzame leven achter hem, zijn zorghart klopt nog steeds. ‘Van betekenis zijn voor anderen geeft mij veel voldoening.’

Gezien de ontwikkelingen in het zorglandschap is hij erg blij dat ‘zijn’ Diac nu onderdeel is van het grote Isala. ‘Het Diaconessenhuis had het op eigen houtje nooit gered’, weet Leenard. De inwoners van Meppel en omgeving mogen zich ‘in hun handen knijpen’ met de Zwolse bruid. ‘Er verrijst een schitterend nieuw ziekenhuis en de zorg in Zuidwest Drenthe blijft gewaarborgd. Dat vind ik een geruststellende gedachte.’

Andere verhalen

Lees ook de verhalen van andere Meppelaars: 

Gerelateerd nieuws