Contact
  1. ‘Een verademing dat dit gewoon lekker thuis kan’

‘Kom binnen’, klinkt een energieke Jenita van der Sluis bij de voordeur. Ze laat de verpleegkundige van Oncologische zorg thuis binnen in haar knusse stadswoning in Kampen. Van een zieke of verzwakte vrouw is geen sprake, maar het mutsje op haar hoofd en de port-a-cath onder haar sleutelbeen spreken boekdelen. ‘Het is gek om te voelen dat je krachten elke dag toenemen en toch te weten dat je nog steeds ziek bent.’

Jenita van der Sluis

Knobbel in de borst

De Kampense leunt ontspannen achterover op haar bed in de woonkamer. Naast haar prijken tientallen beterschapskaartjes aan de muur. ‘Vooral tijdens de chemokuren en na de operaties leek het me handig een bed beneden te hebben staan. Op de bovenverdieping is geen toilet en het is fijn om hier af en toe even te kunnen liggen.’ Terwijl verpleegkundige José Luthart het infuus met immunotherapie gereed maakt, vertelt Jenita wat haar is overkomen.

‘In Juni 2018 voelde ik een knobbel in mijn borst. De huisarts dacht aan een ontsteking en schreef antibiotica voor. Het was - zo dachten we - een hardnekkige ontsteking. Toen dat laatste stukje maar niet weg wilde gaan, werd ik alsnog doorgestuurd naar de Mammapolikliniek in Isala Zwolle. In één dag tijd ging ik de hele molen door. Eerst een mammografie, toen een echo, en meteen daarna volgde een eerste gesprek.’

Geluk bij ongeluk

Een borstontsteking was het waarschijnlijk niet. Wat het wel was moest verder worden uitgezocht. ‘Ik kreeg een biopt, waarvan ik een week later de uitslag zou krijgen. Toen ik een paar dagen later werd gebeld dat ik eerder mocht langskomen, wist ik eigenlijk al genoeg. Mijn broer ging mee toen ik het slechte nieuws kreeg. Het was borstkanker.’

Kort na de diagnose volgden extra onderzoeken. ‘Uit de PET-scan bleek dat ik er ook nog schildklierkanker bij had. Geen uitzaaiing gelukkig, maar een andere soort kanker. Een combinatie die zelden voorkomt. Ontzettende pech en tegelijkertijd een geluk bij een ongeluk. Had ik die scan niet gekregen, dan was het niet zo vroeg ontdekt.’

Na een intensieve maar succesvolle periode van chemokuren, onderging Jenita afgelopen april haar eerste operatie. Een borstsparende, waarna het weefsel van het gezwel door de patholoog werd onderzocht. ‘Helaas bleken hier nog kankercellen in te zitten. Ik kwam voor een lastige keuze te staan. Liefst wilde ik m’n borst natuurlijk behouden maar alleen als dit medisch verantwoord was. Samen met de oncoloog en plastisch chirurg besprak ik alle mogelijkheden. Iedereen stond achter de beslissing nog één keer een borstbesparende operatie te doen.’

Immunotherapie thuis

Verpleegkundige José heeft het infuus met immunotherapie inmiddels aangesloten op de port-a cath van Jenita. Voor de standaard controle belt ze met één van haar collega’s, die verifieert dat het om de juiste patiënt en het juiste middel gaat. Dan begint de Trastuzumab te druppelen. ‘De bijwerkingen vallen gelukkig mee, ik ben alleen moe naderhand. En het is een lange zit, het duurt ongeveer drie kwartier voordat het middel helemaal binnen is.’

Om de kankercellen zoveel mogelijk op te ruimen en een sterke afweer te ontwikkelen, krijgt Jenita eens in de drie weken immunotherapie toegediend. Niet in het ziekenhuis maar gewoon thuis, in haar eigen woonkamer. ‘De eerste twee kuren kreeg ik in het ziekenhuis. Toen ze me vroegen of ik een deel van die therapie thuis zou willen krijgen, hoefde ik daar geen seconde over na te denken. Vanaf het moment van mijn diagnose, staat mijn leven voor een groot deel in het teken van ritjes naar het ziekenhuis, onderzoeken en behandelingen. Dan is het een verademing als dit gewoon lekker thuis kan.’

Pilot oncologische zorg bij mensen thuis

Tien jaar geleden was het niet voor te stellen, maar vandaag de dag verschuift steeds meer ziekenhuiszorg buiten de ziekenhuismuren, vaak met behulp van e-Health oplossingen. Binnen Isala valt deze ziekenhuiszorg bij mensen thuis onder Connected Care. Oncologische zorg thuis ging twee jaar geleden van start. Nauw betrokken bij het project zijn oncologen Juleon Coenen en Metin Tascilar, ziekenhuisapotheker/ programmadirecteur van het Connected Care Center Jan Gerard Maring en projectleider Klazien Dikkema, leidinggevende afdeling Dagverpleging (locatie V3.3).

Klazien vertelt: ‘Het begon met twee dagen per week thuis injecties bij patiënten toedienen. Een jaar later zijn we gaan kijken hoe we verder wilden. We kwamen tot de conclusie dat we hiermee door moesten gaan en waar mogelijk uitbreiden. Voor veel oncologische patiënten is het van enorme toegevoegde waarde om niet meer apart hiervoor naar het ziekenhuis te moeten. Het voordeel om het met eigen verpleegkundigen te doen is dat er korte lijntjes met de artsen blijven, we direct in het patiëntendossier kunnen werken en patiënten dezelfde zorg als in het ziekenhuis ervaren.’

Afgelopen april is in samenwerking met Zilveren Kruis gestart met een vervolgpilot. ‘Drie dagen in de week gaan onze oncologie verpleegkundigen langs bij patiënten, die een deel van de immunotherapie thuis krijgen. We kunnen momenteel zes middelen toedienen, via het infuus of met injecties. In de komende maanden gaan we verder uitbreiden met middelen en dagen.’

Lange weg

Onlangs lag Jenita opnieuw op de operatietafel. Deze keer bleken de snijranden naderhand helemaal schoon. Een week later kon de plastisch chirurg de borstreconstructie uitvoeren. ‘Ik dacht dat ik euforisch zou zijn na zulk goed nieuws, maar mijn gedachten gingen al weer uit naar de bestralingen die er aan zitten te komen. Dat is wat me het meest van alles is tegengevallen: Het enorm lange behandeltraject waar je als kankerpatiënt in terechtkomt. Ik ben nog steeds positief hoor, en ik heb het er allemaal voor over. Maar dat heb ik me van te voren niet zo gerealiseerd.’

De Kampense heeft nog een lange weg te gaan. ‘De eerstkomende tijd blijf ik immunotherapie houden en aan de hormoontherapie zit ik nog minstens vijf jaar vast. Over een tijdje begin ik met de bestralingen, ik hoop dat ik daar niet al te veel last van krijg. En als die behandeling is afgerond, wil ik eerst even bijkomen voordat ik aan het volgende behandeltraject voor de schildklierkanker begin. Dat kan gelukkig, omdat de tumor nauwelijks groeit.’

Ondanks haar dubbele diagnose blijft Jenita positief. ‘Zoals het er nu uitziet, ga ik gewoon beter worden. Ik heb me tijdens en na de chemokuren soms behoorlijk slecht gevoeld, dan waren er dagen dat ik bijna niet buitenkwam. Tussendoor heb ik gelukkig genoeg periodes gehad dat ik me goed genoeg voelde om er op uit te gaan of een beetje te werken. Niet elke dag was goed, maar er zat wel iets goeds in elke dag. Zolang ik goede periodes blijf houden, kan ik het aan. Ik kijk vooral naar wat ik nog wel kan en prijs me gelukkig met de goede groep familie, vrienden en collega’s om me heen.’

Meer informatie

Op de site van het Oncologisch centrum vindt u meer informatie.

Gerelateerd nieuws