Contact
  1. ‘Het vak moet je leren van een oude rot’

Tijdens de jaarlijkse cursusdagen - dit jaar vanwege corona online - van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie werd officieel bekend gemaakt dat neuroloog Gosse de Jong dit jaar de Zilveren Babinski wint. Deze prijs is in het leven groepen door arts-assistenten die lid zijn van de vereniging en bestemd voor de meest inspirerende en gewaardeerde opleider in de Neurologie.

Gosse de Jong

Aron Schalwijk feliciteert zijn voormalige opleider.

Gosse hoorde eerder al het goede nieuws, nadat hij onder valse voorwendselen naar Isala was gelokt. ‘Ik was compleet verrast. Ooit was ik al eens genomineerd, dus ik dacht “dit zit er niet meer in”. Zeker nu ik vanwege mijn naderend pensioen mijn opleidingstaken heb overgedragen. De prijs betekent heel veel voor mij. Een hoogtepunt in mijn leven. Net als mijn promotie en het behalen van de tweede dan in hapkido (red. Koreaanse verdedigingskunst). Waarom ik deze prijs heb gewonnen is aan de jury. Maar ik denk dat het komt door mijn jarenlange ervaring als opleider in de neurologie en door mijn opleidingsstijl. Ik ben namelijk een groot voorstander van het basale onderwijs. Sommige mensen zullen het misschien “ouderwets” noemen.’

Parate kennis

Als er een ding is waar Gosse als opleider op blijft hameren, is het hebben van parate kennis. ‘Ik hoor nu te vaak “als je maar weet waar je het kunt opzoeken”. Dat is fictie, dat kan niet. Als je een spreekuur hebt met veel patiënten kun je niet alles opzoeken je moet het weten. Van mijn arts-assistenten verwacht ik dat zij kennis hebben, onthouden wat zij hebben geleerd en hun kennis verder uitbreiden. Ook wil ik dat ze zelf gaan nadenken. Ik denk dat het belangrijk is dat je dit vak kunt leren van een oude rot met levenservaring. Kennis bied ik gestructureerd aan. Soms, spelenderwijs benadrukt met een vuist op tafel. Maar deze manier van onderwijs wordt dus gewaardeerd.’  En niet alleen door de arts-assistenten. Ook de coassistenten van Isala verkozen Gosse al drie keer tot arts van het jaar. ‘Dat verbaasde mij eigenlijk wel. Want ik behandel hen net als de arts-assistenten en ook dan benadruk ik het verwerven van kennis. En ik kan mij voorstellen dat dit wel eens indrukwekkend over kan komen.’

Formalisering van de beoordelingspunten

Zelf genoot Gosse eveneens een gedegen opleiding. Drie neurologen, Gerrit Schouwink, JaapTroost en Rien Vermeulen vormden Gosse tot de arts die hij nu is. ‘Het zijn mannen naar mijn hart. Indrukwekkend in hun vak en no-nonsense. Zij hebben mij zeker geïnspireerd tot de neuroloog die ik nu ben. Een verschil tussen vroeger en nu in de opleiding tot arts en specialist is de formalisering van de beoordelingspunten en de lijsten die wij moeten invullen of afvinken. Ik kijk of iemand echt belangstelling heeft voor het vak en voor de patiënt. Ik leer mijn arts-assistenten dat ze alles moeten weten van hun patiënt, niet alleen hun naam maar ook hun omstandigheden. Als neuroloog ben je een detective die op zoek gaat daar de oorzaak van de klachten van de patiënten. Vraag door, je kunt nooit nieuwsgierig genoeg zijn. Ook geef ik mee dat je meer passies moet hebben dan alleen de geneeskunde. Zelf beoefen ik dus op hapkido. Maar ik houd ook van schaken, fotograferen en lezen. Daarnaast heb ik mijn groot rijbewijs. Eens in de zoveel tijd kruip ik achter het stuur van een vrachtwagen. Ik ben dankbaar dat ik een brede belangstelling heb.’

Ontroerd

Wie als arts-assistent eenmaal onder de vaderlijke vleugels van Gosse is geland, vindt bescherming achter zijn brede rug. ‘Ik sta voor mijn arts-assistenten. Ik ben er voor het onderwijs, maar ook voor gesprekken over andere onderwerpen. En als ik merk dat een specialist één van mijn arts-assistenten onjuist heeft bejegend, dan zeg ik daar zeker wat van. En ook dan wil nog wel eens met mijn vuist op tafel slaan. Toen ik de prijs kreeg, las ik waarom een arts-assistent mij had voorgedragen. Ze schreef dat zij zich vanaf dag één veilig heeft gevoeld achter mijn brede rug en dat zij achter die rug veilig heeft kunnen spelen. Dat ontroerde mij.’

Bewondering

Ik vind het geweldig om te zien dat mijn arts-assistenten uitgroeien tot goede neurologen en goede mensen. Soms zie je iemand terug als onderzoeker in een publicatie op hoog niveau. Daar heb ik veel bewondering voor. Het is niet te veel gezegd dat de jonge dokters licht en kleur in mijn bestaan hebben gebracht. Ik ben hen zeer dankbaar.’

Neuroloog Walter Hoppenbrouwers over zijn collega Gosse de Jong

‘Vanaf het eerste begin van zijn werkzame leven in voormalig ziekenhuis de Weezenlanden en later Isala, heeft Gosse zich met hart en ziel ingezet voor het onderwijs en welbevinden van “zijn” assistenten. De afgelopen jaren hebben vele arts-assistenten kennisgemaakt met zijn wekelijkse passievolle onderwijsuren. In deze uren geeft hij naar eigen zeggen in inzicht in de “very basic neurology”. Gosse valt op door zijn encyclopedische kennis van de neurologie van waaruit hij de assistenten de fijne kneepjes van het vak weet bij te brengen.’ 

‘Zijn zorg voor de assistenten gaat verder dan de onderwijsmomenten alleen. Gosse weet met vele assistenten een warme, vaderlijke band op te bouwen, waarbij hij ook aandacht heeft voor persoonlijke omstandigheden. Daarnaast zorgt hij er voor dat de assistenten na hun opleiding in Isala goed terecht komen. Dit doet hij door te lobbyen bij de verschillende vervolgopleidingen in het land waarmee hij goede contacten onderhoudt. Van “zijn assistenten” zijn er inmiddels velen neuroloog geworden. Vier werken er in Isala. Zij hebben in dit ziekenhuis onder het opleiderschap van Gosse hun eerste stappen in de neurologie gezet.’