Contact
  1. Meekijken bij een TAVI

De datum staat in het collectieve geheugen van Isala Hartcentrum gegrift, 2 december 2009. Op die dag hebben de vakgroepen Cardiologie en Thoraxchirurgie voor het eerst samen een TAVI (Transcutaneous Aortic Valve Implantation) procedure uitgevoerd. Oftewel het plaatsen van een nieuwe aortaklep via een kleine snee bij de lies in plaats van een openhartoperatie. Inmiddels zijn wij ruim twaalf jaar verder en het team veel ervaring rijker. Zo krijgen steeds vaker patiënten op deze manier een nieuwe aortaklep. Een kijkje achter de schermen.

Tavi team in ok

Het team, bestaande uit twee interventiecardiologen, thoraxchirurg, thorax-operatieassistent, anesthesiemedewerker, thoraxanesthesist en hartkatheterisatielaborant, staat klaar in de operatiekamer van het hartkatheterisatie complex van Isala Hartcentrum. Interventiecardioloog Rik Hermanides: ‘Wij gaan vandaag een nieuwe aortaklep plaatsen bij deze meneer. Dat doen wij dus niet met een openhartoperatie, maar met een TAVI. Zo hoeft niet de hele borstkas open, maar volstaat een toegang via bijvoorbeeld de liesslagader, sleutelbeenslagader of een kleine opening in het borstbeen of links bij de borstwand. Omdat de liesslagaderen bij deze patiënt verkalkt zijn, doen wij de ingreep samen met thoraxchirurgie. Zij maken een incisie en leggen de liesslagader bloot waarlangs vervolgens de klepprocedure kan plaatsvinden.’

 

Een groot voordeel van TAVI is dat deze ingreep minder invasief is en de patiënt daardoor weer sneller op de been is. Bovendien is deze manier van opereren van meerwaarde voor patiënten die anders uitbehandeld zouden zijn. Tijdens de ingreep wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling en/of slokdarmechocardiografie. Op beeldschermen aan de muur en boven de operatietafel kan iedereen volgen hoe de ingreep verloopt.

 

Dit is de nieuwe aortaklep voor de patiënt. ‘Afhankelijk van het type klep, wordt deze gemaakt van het hartzakje van een rund of varken’, legt Rik uit. De nieuwe klep gaat met behulp van een katheter via een buisje in de liesslagader naar het hart. Nu is de klep nog te groot voor de buis in de liesslagader. In fysiologisch zout (water met een zoutoplossing) op bepaalde temperatuur krimpt de aortaklep. HCK laborant José Molenaar maakt samen met een collega de katheter en klep klaar.

 

De nieuwe hartklep zit in de katheter. Zodra hij in het lichaam van de patiënt is, vouwt deze weer open naar de oorspronkelijke grootte.

 

Om de nieuwe aortaklep op de juiste plekte kunnen plaatsen, moet het hart zo stil mogelijk liggen. Rik: ‘Daarvoor gebruiken wij een tijdelijke pacemakerdraad. Tijdens de plaatsing laten wij het hart met deze draad sneller kloppen, mede hierdoor blijft de aortaklep stabiel op zijn plaats tijdens de plaatsing.’

 

Voordat de katheter met de nieuwe aortaklep in de liesslagader wordt gebracht, controleert het team met een laatste check met behulp van röntgen of de klep goed geprepareerd is. Vervolgens brengt Rik de klep in. Daarna wordt de hartslag van de patiënt verhoogd en wordt de nieuwe klep geplaatst. Het stentframe ontplooit zich en duwt de oude aortaklep aan de kant. Vervolgens ontvouwt binnenin het stentframe de nieuwe aortaklep. Deze neemt direct de werking over van de oude aortaklep.

 

Op het scherm zie je een drukverschil tussen de aorta en de linker hartkamer. Dat komt doordat de oude aortaklep slecht opent. Na het plaatsen van de nieuwe aortaklep zie je dat de lijnen over elkaar heen lopen: het drukverschil is opgelost. Rik: ‘Dit is een heel goed teken en is een van de manieren om direct de werking van de nieuwe aortaklepfunctie te controleren.’