Contact
  1. ‘Mensen met etalagebenen hoeven vaak niet meer naar het ziekenhuis te komen’

‘Patiënten met etalagebenen hoeven in veel gevallen niet naar het ziekenhuis’, vertelt verpleegkundig specialist Iris Feenstra. ‘In samenwerking met de huisartsen in de regio zijn we een traject gestart, waardoor nog meer patiënten bij hun eigen huisarts terecht kunnen voor de diagnose en de juiste zorg. Vooral voor oudere patiënten is dit fijn: geen vermoeiende ziekenhuisbezoeken meer en zorg in hun eigen vertrouwde omgeving.’

Verpleegkundig specialist Iris Feenstra

Pijn tijdens het lopen

Mensen met etalagebenen hebben pijn in hun onder- of bovenbenen tijdens het lopen. Als ze stoppen met lopen, verdwijnt de pijn. ‘Vandaar ook de naam’, legt Iris uit, ‘door steeds even voor een etalage te stoppen, gaat de pijn weg en kun je weer verder. De pijn komt door een vernauwde slagader in de buik, het bekken of het been. Hierdoor krijgen de beenspieren te weinig bloed en dat veroorzaakt de pijn.’

Leefstijladviezen en looptraining

Tot voor kort werden er elke maand zo’n zestig mensen door hun huisarts naar Iris en haar collega’s doorverwezen. ‘Bij ongeveer de helft van deze patiënten stelden we daadwerkelijk de diagnose etalagebenen vast. Vervolgens gaven we hen een behandeling die meestal bestond uit leefstijladviezen, medicatie zoals een bloedverdunner en minimaal drie maanden looptraining bij een gespecialiseerde fysiotherapeut in de buurt van hun huis. Tijdens deze looptraining leren patiënten door de pijn heen lopen. Daardoor gaat het lichaam zelf aan de slag om nieuwe bloedvaten aan te leggen, waardoor de doorbloeding vaak verbetert en de pijn minder wordt of zelfs verdwijnt. Pas als deze behandeling niet voldoende helpt, is er wellicht een chirurgische ingreep zoals dotteren of een operatie nodig. Dit eerste deel van de behandeling kan dus heel goed door de huisarts en zijn of haar praktijkondersteuner gegeven worden. Waarna wij het alleen weer overpakken, als de leefstijladviezen en looptraining onvoldoende helpen.’

Nog betere zorg

Om huisartsen deze zorg goed te kunnen laten overnemen, was er wel scholing nodig. Iris: ‘Vóór corona hebben we twee groepen met huisartsen en praktijkondersteuners geleerd hoe zij bij een patiënt de enkel-arm-index kunnen meten om zo de mate van doorbloeding van de benen vast te stellen. Helaas lag het door corona toen een tijd stil, maar nu kan het weer. Samen met de huisartsen maken we zo de zorg voor deze groep patiënten beter.’