Contact
  1. Rode knop gaat altijd voor bij traumachirurg

‘Hij was een jonge man’, herinnert traumachirurg en tevens medisch hoofd Traumacentrum Richard Spanjersberg zich. ‘Hij werd bijna voor het eerst vader. Nog even ging hij een ritje maken op zijn motor. Het was zulk lekker weer. En toen sloeg het noodlot toe. Hij verongelukte. In het ziekenhuis heb ik dit vreselijke nieuws aan zijn negen maanden zwangere vrouw moeten brengen.’

Traumachirurg en medisch hoofd Traumacentrum Richard Spanjersberg

Level 1 traumacentrum

‘Ik denk hier nog zo vaak aan’, vervolgt Richard. ‘Het maakte veel indruk op mij.’ Richard is één van de acht traumachirurgen in Isala. ‘Wij zijn een level 1 traumacentrum. Daar zijn er elf van in Nederland en dat betekent dat wij zware ongelukken, trauma’s, altijd kunt opvangen. Een vereiste voor het zijn van een level 1 traumacentrum is onder andere dat je alle specialismen in huis hebt en er 24/7 een traumachirurg binnen 15 minuten aanwezig Is.

Rode knop

De ambulancedienst belt met de SEH om door te geven dat er een gewonde wordt binnengebracht. De coördinator bepaalt of het een rode knop procedure is of niet. Zo ja, dan wordt het hele traumateam opgeroepen met daarin de traumachirurg, anesthesist, SEH-arts, een anesthesiemedewerker, radiodiagnostisch laboranten, en SEH-verpleegkundigen. Richard: ‘Als ik echt niet weg kan, bijvoorbeeld omdat ik in een lastige operatie zit, vraag ik een collega. Anders ga ik meteen. Rode knop gaat altijd voor. En dan kan het zo zijn dat ik uit een -minder complexe- operatie moet stappen. Inderdaad dat betekent snel kunnen schakelen, maar dat weet je als je kiest voor het vak van traumachirurg. Ik heb daar niet zo veel problemen mee. Lastiger vind ik het als ik na de opvang van een zwaar gewonde patiënt terug ga naar een afdeling en een patiënt klaagt over iets “kleins”. Al zal ik dat natuurlijk nooit laten merken.’

Bloed in hartzakje

‘Ik houd van mijn werk. Een deel is planbaar, maar uiteindelijk weet je nooit wat een dag gaat brengen. Soms kun je echt het verschil maken voor iemand. Bijvoorbeeld die man die in buitengebied werd gevonden. Hij was met zijn auto met hoge snelheid tegen een boom gereden. Vanaf het moment dat hij hier binnen werd gebracht, stopte zijn hart ermee. Wij zijn meteen gestart met reanimeren. Uit de echo bleek dat er bloed in zijn hartzakje zat. Er was geen tijd meer om hem naar de OK te brengen, dus hebben wij hem in de traumakamer geopereerd. Het liep goed af en dan heb je het als team goed gedaan.’

Kinderen

Richard kan veel traumapatiënten zich nog herinneren. ‘Zeker als het gaat om kinderen. Ik ben zelf vader. Als er dan een kind op de tafel ligt, vind ik dat erg moeilijk. Bijzonder in Nederland is dat je de patiënt die je opvangt op de Spoedeisende hulp ook begeleidt naar de IC of de OK en vervolgens zelf opereert. Later zie ik de patiënt weer terug op de poli.’

Als team spreken wij de traumaopvang altijd nog een door. Wat ging goed? En wat kan de volgende keer beter? Het is belangrijk om dat te doen. Zodat wij blijven leren en de best mogelijke zorg kunnen bieden.’

Meer informatie

Gerelateerd nieuws