Revalidatiegeneeskunde, sportgeneeskunde en longgeneeskunde krijgen de laatste maanden frequent verwijzingen c.q. vragen van huisartsen, fysiotherapeuten en patiënten, om een verwijzing af te geven voor een tweede termijn fysiotherapie voor post-covid patiënten in kader van herstelzorg. Sinds 1 juli 2021 kunnen huisartsen zelf voor de tweede behandeltermijn bij de fysio verwijzen.
Regelgeving
De huidige vergoeding vanuit de basiszorg is een zeer ruime, namelijk 50 behandelingen. Met betrekking tot de verlenging is de regelgeving van het Zorginstituut duidelijk:
- De eerste behandeltermijn wordt voor een periode van 6 maanden ruim vergoed uit de basiszorg, op verwijzing uit de 1e lijn
- Een 2e behandeltermijn kan sinds 1 juli 2021 ook op verwijzing van de huisarts en op specifieke indicatie van lange termijn schade
- Het geldt dus niet voor algemene, niet-specifieke klachten zoals gebrek aan conditie, vermoeidheid of spierpijn
- Voorbeelden van specifieke, lange termijn schade na COVID-19 zijn blijvende longschade (longarts), hartschade (cardioloog), neurologische schade (neuroloog) of musculaire schade met contracturen (revalidatiearts/sportarts)
Meer informatie
Lees meer op Zorginstituutnederland.nl.
Zoals recent ook besproken in onze webinar voor huisartsen (zie ook werkafspraak post-Covid-19), zien we eigenlijk geen of in elk geval heel weinig lange termijn schade waar een specifieke verlengde behandeling voor geïndiceerd zou kunnen zijn.
Ons inziens is de functie van een fysiotherapeut in deze een patiënt handvatten te geven voor verder herstel (ook in eigen beheer). Dit is anders dan alleen twee keer trainen bij een fysiotherapeut. Patiënten dienen ook op hun eigen verantwoordelijk gewezen te worden met betrekking tot herstel en een programma te krijgen om naast de fysiotherapie ook zelfstandig, thuis, te werken aan hun herstel. Herstelzorg afhankelijk van een fysiotherapeut is niet wenselijk, de gegeven behandelingen zou een patiënt in staat moeten kunnen stellen om zelfstandig verder te kunnen herstellen. De huidige 50 behandelingen is in de meeste gevallen ruim voldoende hiervoor. Er zal dan ook slechts bij hoge uitzondering een indicatie voor een 2e termijn van 50 weken geïndiceerd zijn.
