Contact
  1. Zorg voor topsporters en hartpatiënten

Na maanden keihard trainen, is het zover, het WK-afstanden in Salt Lake City. Afgelopen weekend zetten de schaatsers van Team Jumbo-Visma weer fantastische prestaties neer. Sportarts Aernout Snoek maakt deel uit van het begeleidingsteam. ‘Een van de angsten van schaatsers is een verkoudheid oplopen vlak voor een belangrijke wedstrijd.’

Sportarts Aernout Snoek in Thialf

Wanneer de schaatsers van Team Jumbo-Visma klachten hebben, is Aernout het eerste aanspreekpunt. ‘Ik geef advies, start een behandeling of ik verwijs iemand door naar een ander specialisme. Doordat iedereen veel traint op een hoog niveau, is de weerstand laag en ligt een verkoudheid snel op de loer. Die angst is er altijd bij de schaatsers en daarom krijg ik daar de meeste vragen over. Als je maanden hard gewerkt hebt om een goede tijd neer te kunnen zetten tijdens een wereldkampioenschap, wil je niet geveld worden door een verkoudheid. Preventie is dus enorm belangrijk. Dat betekent vaak handen wassen, bijvoorbeeld na de tassencontrole op Schiphol. Dat is een plek met veel virussen. Ook adviseer ik om een mondkapje te dragen in het vliegtuig. En stel je wint een afstand, dan komen de felicitaties. Hartstikke leuk, maar daarna wel weer goed je handen wassen.’

Koude lucht

Een typische klacht voor schaatsers, maar ook voor andere wintersporten, zijn klachten aan de luchtwegen door de koude lucht, vertelt Aernout. ‘Op de ijsbaan is de lucht naast koud ook heel erg droog. Om snelle tijden neer te kunnen zetten, moeten schaatsers diep gaan. Een beruchte afstand is de 1500 meter. Schaatsers moeten daarna hoesten en hebben pijn bij het ademhalen. Die klachten kunnen soms wel een week duren. Dat is het onnatuurlijke en ongezonde van topsport. Maar het andere uiterste, niets doen, is wat mij betreft ongezonder. Wij zijn nu aan het onderzoeken hoe wij die “1500 meter hoest” bij schaatsers zo veel mogelijk kunnen voorkomen. Mogelijk helpt het om de longen te bevochtigen. Ook astma medicatie die luchtwegirritatie vermindert, gebruiken wij hier voor.’

Bewegen als medicijn

Het begeleiden van een goed presterend sportteam op internationaal niveau klinkt als het summum voor een sportarts. ‘Dat snap ik’, antwoordt Aernout. ‘Maar dat is het voor mij niet. Naast deze super fitte topsporters begeleid ik ook mensen die niet fit zijn. Hartfalenpatiënten bijvoorbeeld. En dat vind ik net zo leuk als het begeleiden van de Jumbo-Visma schaatsploeg. Ik leer van de manier waarop de schaatsers trainen en die kennis probeer ik dan weer toe te passen wanneer ik andere mensen begeleid. Als de coaches een idee hebben over een intervaltraining die goed werkt, probeer ik dat ook toe te passen -minder intensief natuurlijk- bij hartpatiënten. Bewegen als medicijn is de basis van bijna al onze behandelingen bij Sportgeneeskunde. Zo is het goed voor je gewrichten, vaten, bloeddruk en het helpt bij depressieve klachten. Er is geen enkele pil die al die goede effecten in één keer biedt.’

Sportmedisch onderzoek

Naast Aernout hebben meer sportartsen van Isala ervaring in het begeleiden van topsporters. ‘Maar wij zien ook de amateursporter. En ik begeleid dus hartpatiënten tijdens hun revalidatie. Wanneer je echt een zorgvraag hebt, is een verwijzing van je huisarts nodig. Maar als je preventief een sportmedisch onderzoek wilt laten doen, kun je zelf een afspraak maken bij Sportgeneeskunde. Veel zorgverzekeraars vergoeden dit vanuit de aanvullende verzekering. Maar controleer dit wel even.’