Contact
  1. 5191-Oogspieroperatie volwassenen

Een oogspieroperatie (of strabismusoperatie) verhelpt scheelzien of oogbewegingsafwijkingen. Hier leggen we u uit hoe de operatie in zijn werk gaat.

De oogspieroperatie is een operatie aan de spieren die de ogen bewegen. Die spieren zijn normaal niet te zien, omdat ze onder het vlies van het oogwit zitten. De oorzaak van scheelzien of oogbewegingsafwijkingen zit meestal niet in de oogspieren, maar in de hersenen. De spieren worden wel geopereerd, maar het belangrijkste is of het in de hersenen wil 'sporen'. Recht zien is namelijk een samenspel van de hersenen en de beide ogen. Daarom vindt een operatie soms plaats aan beide ogen en niet alleen aan het afwijkende oog.

Voorbereiding

Er is een wachtlijst voor de operatie. Als u aan de beurt bent, neemt de secretaresse van de polikliniek Oogheelkunde contact met u op.

  • Zij spreekt met u de operatiedag af en vertelt u waar u zich deze dag moet melden.
  • Zij maakt een afspraak voor u op de afdeling Preoperatief onderzoek. Hier heeft u o.a. een gesprek met de anesthesioloog, de specialist die tijdens de operatie zorgt voor verdoving (anesthesie).
  • Zij spreekt met u een controle afspraak af bij de orthoptist. Deze afspraak is ongeveer een week voor de operatie. Dit onderzoek kan mogelijk door een andere orthoptist uitgevoerd worden dan u gewend bent. Hij/zij kijkt nogmaals goed naar de oogstand en de oogbewegingen en geeft u de laatste informatie. Soms kijkt de oogarts ook even mee.
  • Zij vertelt u tot hoe laat u voor de operatie nog mag eten of drinken.
  • Zij geeft u eventueel een recept mee voor oogdruppels. Deze kunt u dan vóór de operatie ophalen bij de apotheek en meenemen naar het ziekenhuis.

Als u vlak voor de opname ziek of verkouden bent, kunt u de operatie beter uitstellen.

Opname

Meldt u zich op de afgesproken tijd in het ziekenhuis en ga naar de verpleegafdeling of Behandelcentrum. De verpleegkundigen geven u speciale operatiekleding en controleren uw bloeddruk, gewicht en temperatuur.

Als het zover is, wordt u in bed naar de wachtruimte bij de operatieafdeling gebracht. Als u aan de beurt bent, wordt u naar de zogenoemde inleidingskamer gebracht, waar de verdoving wordt toegediend.

Verdoving

De operatie vindt onder verdoving plaats:

  • algehele verdoving (narcose) die via een infuus wordt toegediend of;
  • plaatselijke verdoving.

Als u aan één spier wordt geopereerd, dan kunt u kiezen voor plaatselijke verdoving. U bent dan dus ‘bij’ tijdens de operatie. De plaatselijke verdoving gebeurt met een prik in de huid rondom het oog. Deze prik kan pijnlijk zijn. De operatie zelf is te voelen als getrek aan het oog. Het voordeel van plaatselijke verdoving is dat u veel sneller weer op de been bent.

De operatie

De oogarts verricht de operatie. Bij de operatie wordt een opening gemaakt in het vlies van het oogwit. De oogspier wordt losgemaakt van de oogbol en op een andere plek weer vastgemaakt. Soms wordt er een stukje uit de spier gehaald. Na de ingreep wordt het oogvlies weer gesloten en gehecht.

De operatie duurt een half tot één uur. Met in‑ en uitslapen bij de narcose erbij duurt het ongeveer anderhalf uur.

Bijkomen

U komt bij in de recovery (uitslaapruimte) bij de operatieafdeling. U kunt een infuus in de arm hebben, dat wordt gebruikt om vocht en voeding toe te dienen. De eerste uren kunt u suf en misselijk zijn. U heeft geen verband op de ogen; wel kunnen de ogen iets dichtgeplakt zitten van bloed en traanvocht.

Als de narcose voldoende is uitgewerkt, wordt u teruggebracht naar de verpleegafdeling. De verpleging beoordeelt of u al naar huis kunt, of dat u beter een nacht kunt blijven. Als het herstel vlot verloopt, kunt u dezelfde dag naar huis. Laat u dan door iemand brengen. Neem een bakje mee voor als u onderweg moet overgeven.

Na de operatie

De ogen zijn rood, gevoelig en soms moeilijk open te houden. Een zonnebril kan het kijken wat rustiger maken. De ogen kunnen 'trekkerig' aanvoelen als u opzij kijkt. U kunt de eerste dagen dubbel zien, doordat de ogen aan de nieuwe oogstand moeten wennen.

Weer thuis

U kunt zich behoorlijk beroerd voelen na de operatie, vooral van de narcose. Doe het een week rustig aan. U kunt de ogen schoonmaken met afgekoeld, gekookt water en een niet‑pluizende doek. De hechtingen kunnen wat irriteren, maar lossen na een week of drie vanzelf op.

De ogen blijven rood tot ongeveer zes weken na de operatie. De roodheid neemt geleidelijk af. Als de roodheid plotseling erg toeneemt, is er kans op een ontsteking. Neem dan contact op met de polikliniek Oogheelkunde.

Om ontsteking te voorkomen raden wij u aan om de eerste drie weken niet te zwemmen en niet in een stoffige omgeving te werken. Als u niet in stof werkt, dan kunt u vaak na een week weer aan de slag. Dit hangt er vooral van af hoe u zich voelt. Uiteindelijk blijven er kleine littekens over van de operatie, bij de een wat erger dan bij de ander.

Oogdruppels

Als u oogdruppels heeft meegekregen om het herstel te bevorderen, begint u hiermee de avond na de operatie. U gaat als volgt te werk:

  • Was eerst uw handen.
  • Leg uw hoofd achterover, dan gaat het druppelen het makkelijkst.
  • Trek het onderooglid weg, waardoor een soort zakje ontstaat.
  • Laat hier een druppel in laten vallen.
  • Probeer het oog éven open te houden, totdat de druppel er goed inzit.
  • Let erop dat het flesje niet tegen de huid of wimpers aankomt, want dan zijn de druppels niet meer steriel.
  • Veeg het oog af met een niet‑pluizend doekje.
  • Was nu weer uw handen.

Oefenen

Om het effect van de operatie te vergroten, is het erg belangrijk om na de operatie de oogbewegingen te oefenen. Volg een klein voorwerp op ongeveer dertig centimeter afstand van de ogen: zo ver mogelijk naar links, naar rechts, naar boven, naar beneden, en naar de neus. Doe dit driemaal per dag.

Risico's

Ieder mens is anders en heeft andere spieren. Het resultaat van een oogspieroperatie is daarom nooit helemaal te voorspellen. Dit is mede afhankelijk van de coördinatie in de hersenen. Misschien heeft de operatie te weinig effect. Dan wijkt het oog nog steeds af, maar iets minder erg.

Maar het kan ook zijn dat de operatie te veel effect heeft. Dit betekent dat het scheelzien na de operatie doorschiet naar de andere kant. U kunt dan dubbel zien. Dit kan na een week al duidelijk zijn, maar soms ook pas na maanden.

Controle

Binnen 5 dagen na de operatie bekijkt de orthoptist de oogstand weer. Hij of zij adviseert dan eventueel nog meer oefeningen om een optimale oogstand te stimuleren.

De oogstand kan de eerste maanden nog veranderen. Na 3 maanden is het resultaat pas goed te beoordelen. Bij te weinig of te veel effect kan de orthoptist een aanvullende operatie adviseren. Dit kan pas een half jaar na de operatie.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met:

Oogheelkunde

088 624 30 40 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
088 624 50 00 (bij spoed na 17.00 uur en in het weekend)

Laatst gewijzigd 15 november 2022 / 5191

Links