Contact
  1. 5356-Verwijdering steen urineleider

​Een steen in de urineleider (ureter) kan worden verwijderd via een operatie (ureteroscopie). De urineleider is de afvoerende buis tussen de nier en de blaas. De ureter is verantwoordelijk voor het urinetransport vanuit de nier naar de blaas. In deze folder leest u meer over de operatie en wat u kunt verwachten.

Vergruizen of operatief verwijderen

Een klein steentje in de urineleider wordt over het algemeen vanzelf uitgeplast. Bij een grotere steen kan een ingreep nodig zijn. De steen wordt vergruisd en/of verwijderd via een operatie. Om grotere stenen kwijt te raken, was vroeger altijd een operatie nodig waarbij de urineleider werd geopend. Tegenwoordig is het vaak mogelijk om ook stenen in de urineleider te vergruizen met een niersteenvergruizer, waarna de deeltjes van de steen vanzelf worden uitgeplast.

Grote steen of heftige pijn

Als een behandeling met de niersteenvergruizer geen resultaat heeft gehad of voor u niet geschikt lijkt, kan worden gekozen voor een ureteroscopie. Soms is de steen in de urineleider zó groot dat de afvoer van urine wordt gehinderd. In dat geval wordt meestal sneller gekozen voor een ureteroscopie, omdat de nier dan gestuwd raakt (er blijft een te grote hoeveelheid urine in de nier die niet kan passeren). Het gevaar hiervan is dat de nier op den duur minder goed zal functioneren. Als de nier is afgesloten, is er ook een groter risico op infectie.

Een andere reden om te besluiten tot een ureteroscopie, zijn heftige buikpijnaanvallen (koliekpijnen) die langere tijd bestaan.

Operatietechniek

Bij een ureteroscopie brengt de arts een dun hol buisje (de ureteroscoop) via de plasbuis en blaas in de urineleider. Als de ureteroscoop op de plaats van de steen is, wordt de steen verwijderd met speciale instrumenten.

De ureteroscopie gebeurt gewoonlijk onder algehele verdoving (narcose), maar soms onder regionale verdoving (ruggenprik). Hoewel na een ureteroscopie geen uitwendige wond zichtbaar is, wordt de ingreep wel beschouwd als een echte operatie.

Voorbereiding

Voor de operatie om een steen in de urineleider te verwijderen, heeft u een afspraak voor een preoperatief onderzoek. Meer informatie over dit onderzoek en de opname leest u in de folders 'Preoperatief onderzoek' en 'Opname in Isala'.

Oproep voor operatie

Zodra uw operatie gepland staat, ontvangt u hierover schriftelijk bericht van onze planningscoördinator. Een week vóór uw operatie, belt onze collega het tijdstip van uw opname door.

  • Bent u telefonisch niet bereikbaar? Dan ontvangt u opnieuw schriftelijk bericht.
  • Heeft u vragen over uw opname? Bel dan 088 624 24 36.
  • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? De afdeling Preoperatief onderzoek informeert u óf en wanneer u hiermee moet stoppen.

Opname

  • Op de opnamedag meldt u zich op de afgesproken tijd bij de Centrale balie in de Centrale hal.
  • Een gastheer of -vrouw brengt u vervolgens naar de verpleegafdeling.
  • Een verpleegkundige vertelt u daar over de gang van zaken op de afdeling.
  • De verpleegkundige begeleidt u zo veel mogelijk tijdens uw verblijf in het ziekenhuis.

Voorbereiding op de operatie

  • Voor de operatie krijgt u medicijnen (premedicatie) voorgeschreven door de anesthesioloog.
  • Als u aan de beurt bent, brengt een verpleegkundige u naar de operatiekamer.
  • U ontmoet hier de anesthesioloog. U heeft de anesthesioloog of een van zijn collega’s gesproken tijdens het preoperatief onderzoek. In de folder 'Algehele anesthesie (narcose)' vindt u meer informatie over de verdoving.

Inbrengen ureteroscoop

U ligt op de rug met uw benen opgetrokken in beensteunen. De uroloog leidt de ureteroscoop via de plasbuis en blaas tot in de urineleider. De ureteroscoop wordt voortdurend met spoelvloeistof doorstroomd, waardoor de urineleider wijder wordt gemaakt. De arts kan de ureteroscoop daardoor opschuiven tot op de steen.

Verwijderen steen(deeltjes)

Soms is het mogelijk de steen met speciale instrumenten (paktangetje, korfje) vast te pakken en geheel te verwijderen. Maar het kan zijn dat de steen eerst moet worden verkleind. Dat gebeurt meestal met trillingen uit een speciaal apparaat of met een laser. Daarna worden de kleine deeltjes van de steen verwijderd.

In beeld

Over het algemeen wordt tijdens de operatie röntgendoorlichting gebruikt en soms wordt ook contrastmateriaal ingespoten om de urineleider en steen af te beelden.

Katheters

Na verwijdering van de steen(deeltjes) wordt in de urineleider soms een dun slangetje (ureterkatheter) achtergelaten om de urineafvoer te vergemakkelijken en kolieken te voorkomen. Ook wordt een dun slangetje (blaaskatheter) geplaatst dat urine vanuit de blaas tot buiten het lichaam afvoert en waaraan de ureterkatheter wordt bevestigd. 

Na de operatie

Na de operatie wordt u naar de verkoeverkamer (recovery of uitslaapkamer) gebracht. Hier verblijft u totdat u weer goed wakker bent en/of de verdoving is uitgewerkt.

Herstel

  • Als u weer op de verpleegafdeling bent, begint uw herstel.
  • Op de operatiedag controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, pols en temperatuur.
  • Ook bespreekt de verpleegkundige met u de verpleegkundige zorg.
  • Dezelfde dag of de dag erna hoort u hoe de operatie is verlopen.
  • Om bloedstolling (trombose) te voorkomen, krijgt u een injectie met Fraxiparine. Deze injectie krijgt u dagelijks totdat u weer naar huis gaat.
  • De uroloog (of diens assistent) komt dagelijks bij u langs om te kijken hoe het met u gaat en om eventuele vragen te beantwoorden.

Pijn

De verpleegkundige vraagt u een aantal keren per dag hoeveel pijn u heeft. Zo controleren wij hoe het met u gaat en kijken we samen met u of er extra pijnstilling nodig is. Meer informatie leest u in de folder 'Pijnbestrijding en pijnregistratie'.

Ontslag

Dubbel J-katheter

Er kan een inwendige katheter van de nier naar de blaas geplaatst zijn. Dit is een dubbel J-katheter, die na enkele weken poliklinisch verwijderd wordt via een blaasonderzoek. Dit duurt ongeveer drie minuten. Het is niet pijnlijk, maar geeft een beetje een vervelend gevoel. Soms kan de dubbel J-katheter met een touwtje door de plasbuis verwijderd worden. Voor meer informatie lees ook de folder 'Inbrengen van een dubbel J katheter'. 

Ureterkatheter

Het kan ook zijn dat u een zogenoemde ureterkatheter heeft. Dit is dan in plaats van een dubbel J-katheter. Dit is ook een inwendige katheter van de nier naar de blaas, maar deze ligt “los” in de nier. Hierdoor moet u bedrust houden. Meestal mag deze katheter de volgende dag verwijderd worden. Dat doet de verpleegkundige. Of u katheter(s) heeft en welke dit zijn hangt af van de operatie.

De katheter(s) wordt/worden verwijderd, als uw urine weer bijna of helemaal helder is. Nadat de katheter is verwijderd, kunt u:

  • ongewild wat urine verliezen.
  • nog wat bloed in uw urine hebben.
  • soms niet plassen, terwijl u wel aandrang heeft.
  • pijn hebben bij het plassen en steeds kleine beetjes plassen.

Het is ook mogelijk dat u nog wat reststeentjes uitplast. Dat kan soms wat pijn doen. Dit zijn normale klachten na deze operatie. Ze gaan vanzelf weer over. Denkt u een afwijkende klacht te hebben, of is de klacht heftig, waarschuw dan een verpleegkundige.

Heeft u een dubbel J katheter? Dan wordt deze gemiddeld twee weken na uw operatie verwijderd op de polikliniek. Soms kiest de uroloog er voor een dubbel J katheter met een touwtje achter te laten. Deze kunt u na één of meerdere dagen zelf thuis verwijderen.

Leefregels

Leefregels voor een goed herstel:

  • U kunt gerust wandelen.
  • Na twee weken mag u weer fietsen.
  • De eerste twee weken mag u geen zware arbeid doen. Til niet zwaarder dan vijf kilo en niet persen.
  • Uw urine kan tot ongeveer zes weken na de operatie af en toe wat bloederig zijn.
  • Het is belangrijk dat u goed drinkt: twee tot drie liter per dag. Tenzij u niet zoveel mag drinken.
  • Op welk moment u weer kunt werken, is afhankelijk van uw conditie en het soort werk dat u doet.
  • Sporten en zwemmen mag weer na twee weken.
  • Regel eventueel voor de eerste twee weken na uw operatie, hulp bij zwaardere huishoudelijke taken. Dit kunt u aanvragen via het WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) in uw gemeente.

Eten en drinken

U mag alles eten en drinken, zoals u thuis gewend bent.

Pijnbestrijding

  • Gebruik bij pijn Paracetamol: vier keer per dag 1.000 mg.
  • Slik de pijnstillers op vaste tijden. Om 8.00 uur, 12.00 uur, 17.00 uur en 22.00 uur.
  • Heeft u geen pijn meer? Dan kunt u de Paracetamol afbouwen.
  • Als uw arts u andere medicijnen tegen de pijn heeft voorgeschreven, dan volgt u het doktersadvies.

Bloedverdunnende medicijnen (als u deze gebruikt)

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan vertelt uw arts en/of eventueel de trombosedienst wanneer u hiermee weer mag starten. Heeft u nieuwe medicijnen voorgeschreven gekregen? Dan kunt u dit ophalen bij de ziekenhuis- of thuisapotheek. De verpleegkundige geeft u hier informatie over.

Controle

U krijgt een afspraak voor controle bij uw uroloog.

Soms is onderzoek nodig om het resultaat van de operatie te beoordelen. Het verwijderde steenmateriaal wordt vaak naar het laboratorium gestuurd. Zij onderzoeken de samenstelling van de steen. Tijdens uw controleafspraak bespreekt de uroloog de uitslag met u.

Heeft u een dubbel J katheter? Dan wordt deze gemiddeld twee weken na uw operatie verwijderd op de polikliniek.

Complicaties

Bel naar het ziekenhuis:

  • als u bloedstolsels plast en het bloedverlies niet vermindert.
  • als u niet meer kunt plassen of het gevoel heeft niet goed uit kunnen te plassen.
  • als u continu aandrang heeft, weinig plast en brandende pijn heeft bij het plassen.
  • als u koorts heeft (boven 38,5 graden).
  • als de pijn steeds erger wordt en pijnstillers niet helpen.
  • als u langer dan drie dagen geen ontlasting heeft en daar klachten van ondervindt (verstopping/obstipatie).
  • als u het niet vertrouwt.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

afdeling Urologie
088 624  27 40 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel

afdeling Urologie
088 624 96 33 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kampen

afdeling Urologie
088 624  27 40 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 19 maart 2024 / 5356