Contact
  1. 5453-Haarnestcyste

​Een sinus pilonidalis (haarnestcyste) is een aandoening in de bilspleet die vooral ontstaat bij sterk behaarde mensen. Een haarnestcyste geeft meestal klachten in de vorm van pijn op de stuit, vooral bij zitten en bukken. Hier kunt u meer lezen over een haarnestcyste en de behandeling ervan.

Sinus pilonidalis

Een sinus pilonidalis (haarnestcyste) is een aandoening in de bilspleet die vooral ontstaat bij sterk behaarde mensen (dus meer bij mannen). Door schuren breken haartjes af, die de huid binnendringen. Vervolgens wordt een holte (cyste) rond de haartjes gevormd. Daarin kan gemakkelijk een ontsteking ontstaan, waardoor een abces (ophoping van pus) kan optreden. Als na afvoer van de pus de ontsteking tot rust komt, dan kan er een opening overblijven. Dit wordt een fistel genoemd.

Verschijnselen

Een haarnestcyste geeft meestal klachten in de vorm van pijn op de stuit, vooral bij zitten en bukken. De pijn verdwijnt zodra de spanning afneemt. Dat gebeurt wanneer er wat pus of vocht uit de cyste komt. U merkt soms wat vlekken op het ondergoed op.

Behandelingsmogelijkheden

Wanneer de haarnestcyste rustig is en er geen of bijna geen klachten zijn, kunt u met regelmatig scheren/ontharen en goede hygiëne het gebied rustig houden. Bij aanhoudende klachten en bij een ernstige ontsteking kan worden besloten tot een operatie.

Operatie

De operatie vindt meestal plaats onder algehele verdoving (narcose) omdat de uitgebreidheid van de aandoening niet altijd makkelijk van de buitenkant valt in te schatten. Ook kan een ruggenprik worden gegeven. De chirurg bespreekt met u hoe de ingreep in uw geval zal worden uitgevoerd.

Tijdens de operatie verwijdert de chirurg de haarnestcyste. De operatie duurt ongeveer 30 minuten. Afhankelijk van de uitgebreidheid van de aandoening en de mate van ontsteking besluit de chirurg hoe de operatiewond wordt verzorgd. Hij kan de wond geheel openlaten of gedeeltelijk of soms geheel sluiten.

Gang van zaken

Als voorbereiding op de operatie, vindt er een preoperatief onderzoek plaats. De secretaresse van uw behandelend arts bespreekt met u hoe de afspraak op de polikliniek Preoperatief onderzoek gemaakt kan worden.

Ongeveer een week voor de ingreep hoort u de opnamedag en het opnametijdstip. De operatie vindt plaats op de dag van opname; u moet daarvoor nuchter zijn. Afhankelijk van uw conditie en de grootte van uw ingreep wordt u opgenomen op de afdeling Dagverpleging of de afdeling Short Stay. De chirurg bespreekt dit met u. Op de opnamedag bereidt een verpleegkundige u voor op de operatie.

Na de ingreep

Na de ingreep komt u op de uitslaapkamer. U heeft een infuus waardoor u vocht krijgt toegediend. Na ongeveer twee uur haalt een verpleegkundige van uw verpleegafdeling u weer op. Heeft u pijn of bent u misselijk, dan kunt u de verpleegkundige om een medicijn vragen. Als u niet misselijk bent en weer mag drinken, wordt uw infuus verwijderd (dat is soms de volgende dag).

Als u op de afdeling Dagverpleging wordt opgenomen, dan kunt u ’s avonds naar huis. Verblijft u op de afdeling Short Stay, dan varieert uw opname van één tot twee dagen.

Van de secretaresse of verpleegkundige van de afdeling krijgt u een brief mee voor de huisarts. Ook krijgt u een controleafspraak mee voor over één week op het verbandspreekuur. Dat is niet noodzakelijkerwijs bij uw eigen chirurg.

Vanwege de plaats van de wond kunt u de eerste dagen na de operatie problemen verwachten. Voornamelijk zullen dat pijnklachten zijn, vooral bij zitten en op de rug liggen. U kunt hiervoor paracetamoltabletten nemen.

Nazorg

Wanneer de wond gesloten is, mag het verband de volgende dag verwijderd worden.
Als de wond wordt open gelaten en de wondverpleegkundige is langs geweest, wordt er een wondbeleid opgesteld. Tot de afspraak op het Wond expertisecentrum moet u dit wondbeleid opvolgen.

Waneer de wond genezen is, adviseren wij u om de haren in de omgeving van de bilspleet te ontharen of te laseren.

Mogelijke complicaties

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij deze operatie de normale kans op complicaties van een operatie aanwezig, bijvoorbeeld een wondinfectie. Omdat de wond vaak wordt opengelaten, kan het gebied nog wel eens wat bloederig nalekken. Bij een flinke nabloeding moet u contact opnemen met uw huisarts. Indien nodig overlegt hij met de dienstdoende arts assistent of chirurg. Van een flinke nabloeding is sprake wanneer de gazen dusdanig doorbloed zijn, dat u ze ieder half uur moet verwisselen.

Verantwoording

Bij het samenstellen van deze informatie is gebruik gemaakt van voorlichtingsmateriaal van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde.

Contact

Heeft u nog vragen, dan staat de chirurg u tijdens zijn spreekuur graag te woord. U kunt ook bellen met de polikliniek.
Vaatchirurgie, 088 624 62 80.

Het kan handig zijn uw vragen van tevoren op papier te zetten. 

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak. 

Laatst gewijzigd 15 juni 2022 / 5453