Contact
  1. 5746-Voetoperatie scheve grote teen (hallux valgus)

Informatie over de operatie en de periode erna

Bij een scheve grote teen (hallux valgus) kan de orthopedisch chirurg een voetoperatie adviseren, als een niet-operatieve behandeling niet tot een oplossing leidt. In deze folder vindt u algemene informatie over de behandelingen van een hallux valgus en adviezen voor de periode na een operatie.

Wat is een hallux valgus?

We spreken van een hallux valgus als de grote teen scheef staat in de richting van de andere tenen, ofwel: een scheve, grote teen. Hierdoor ontstaat er een knobbel aan de buitenkant van de grote teen. Deze knobbel nomen we een bunion. Het gebruik van verkeerde schoenen (hoge hakken, weinig ruimte voor de voorvoet, stiksels bij de knok) speelt een rol bij het ontstaan of verergeren van een hallux valgus. Daarnaast kan het in de familie meer voorkomen en heeft het mogelijk een erfelijke component. Een hallux valgus komt vaker voor bij vrouwen.

Klachten en verschijnselen

Veel mensen ervaren geen klachten of pijn van een scheve grote teen. Het kan pijn geven door de druk die ontstaat in de schoen door de scheve stand. Naast pijnlijke drukpunten kan de bunion een pijnlijke slijmbeursontsteking veroorzaken aan de binnenkant van de grote teen. Soms duwt de grote teen de tweede teen weg, die dan een klauw-/hamerteenstand kan aannemen.

Onderzoek

Op basis van klachten en een lichamelijk onderzoek bepaalt de arts of u een scheve, grote teen heeft. Een röntgenfoto kan in beeld brengen hoe ernstig de afwijking is en of er slijtage van het teengewricht is.

Behandeling

Er zijn verschillende behandelingen mogelijk van een hallux valgus.

Niet-operatieve behandeling

Een operatie is niet altijd nodig. Zeker als er geen pijnklachten zijn. Pijnklachten kunnen soms ook verholpen worden door een andere schoenkeuze, waardoor de grote teen meer ruimte krijgt. Een andere oplossing is een steunzool die de toegenomen druk op de andere tenen kan verminderen.

Operatieve behandeling

De orthopedisch chirurg kan bij een scheve, grote teen ook een operatie adviseren. De juiste reden voor een operatie is pijn. Het is in beginsel dus geen cosmetische ingreep.
Er zijn verschillende manieren om een scheve, grote teen met een operatie te corrigeren. Afhankelijk van de ernst van de afwijking kiest de orthopeed voor een bepaalde manier van opereren. Voor alle soorten operaties geldt dat een verbetering van de stand wordt bereikt door het doorzagen, verschuiven en vastzetten van het bot.

De in Isala meest gebruikte operatietechnieken zijn:

Chevron

Ter hoogte van de hals van het kopje van het eerste middenvoetsbeentje wordt het bot in een V-vorm (chevron) doorgezaagd. Vervolgens wordt het kopje richting de tweede teen opgeschoven en met een schroefje vastgezet. Hierdoor wordt de voorvoet smaller en staat de grote teen recht.
chevron operatie Afbeelding 1: Chevron 

Scarf

Dit is een operatie waarbij het eerste middenvoetbeentje over de gehele lengte Z-vormig wordt doorgezaagd (een verlengde Chevron), verschoven en vastgezet met meestal twee schroefjes. Met deze techniek is een grotere correctie mogelijk, omdat de botdelen meer verschoven en ook nog gedraaid kunnen worden.

Basis-osteotomie

De grote correctie wordt verkregen door de basis van het eerste middenvoetsbeentje door te zagen, open te wiggen en zo de stand te corrigeren. Het vastzetten gebeurt met een plaatje met schroeven of alleen schroeven.

afbeelding basis osteomieAfbeelding 2: Basis-osteotomie 

Akin

Staat de teen nog niet helemaal recht, dan kan een Akin-operatie worden toegevoegd. Hierbij wordt er een wigje gemaakt (en dus een deel verwijderd) in het basisgewricht van de grote teen, om zo de stand van de teen te corrigeren. Dit wordt dichtgeklapt weer vastgezet; meestal met een schroef, een krammetje (soort nietje) is ook mogelijk. Deze ingreep is bijna altijd in combinatie met een andere (chevron, scarf, basis-osteotonie, Lapidus).

Afbeelding Akin techniek Afbeelding 3: Akin
 

Artrodese (MTP-I)

Als het gewricht fors versleten is (artrose) met een stijvere grote teen, dan is een standsverandering alleen niet zinvol. De pijnklachten van de slijtage zullen namelijk blijven. Als schoenaanpassingen niet het gewenste resultaat hebben, dan is het vastschroeven van het gewricht (verstijven, artrodese) een goede oplossing.

Lapidus-artrodese

Bij een forse scheefstand wordt regelmatig gekozen voor een correctie aan de basis van het eerste middenvoetsbeentje en dit bot aan het aangrenzende bot vast te zetten (TMT-1-artrodese) met een plaat met schroeven of alleen schroeven.

Nabehandeling

  • Zorg dat u twee elleboogkrukken meeneemt naar het ziekenhuis. U gaat of dezelfde of de volgende dag naar huis. De chirurg neemt hierover een besluit nadat hij u na de operatie op zaal bezocht heeft.
  • Voor Chevron/Scarf/Akin bestaat de nabehandeling uit het gedurende 5-6 weken dragen van een voorvoetontlastende schoen (hakschoen). Het voordeel is dat de schoen af kan als u niet loopt.
  • Na 10-14 dagen komt u voor controle op de gipskamer waarbij de wond geïnspecteerd wordt en er voor 2x2 weken een tape om de grote teen komt (Hohmann-tape) om de stand te zekeren.
  • Houd er rekening meel dat na de hakschoen het nog minstens 6-8 weken duurt voordat u soepel loopt en u de echte voordelen van de ingreep gaat ondervinden.
  • Bij het vastzetten van een gewricht (artrodese) of na een basis-osteotomie bestaat de nabehandeling meestal uit een combinatie van een gipsperiode aangevuld met brace of tape. Dit duurt in totaal meestal 6-8 weken. Dat is ook afhankelijk van de controle met een röntgenfoto, die het vastgroeien van het bot in beeld brengt.

Problemen na de operatie

Stijfheid van de grote teen

Door een operatie rondom het gewricht en noodzakelijke (relatieve) rust bestaat de kans dat het gewricht verstijft en pijnlijk is. Een heroperatie kan dan noodzakelijk worden. Hierbij wordt het ingebrachte materiaal verwijderd en littekenweefsel losgemaakt .

Over- of ondercorrectie van de grote teen

Beiden zijn erg vervelend omdat dan het doel van de operatie niet behaald wordt en een reden tot heroperatie kan zijn.

Bot groeit niet vast (non-union, pseudo-artrose)

Dit komt zeer zelden voor, maar is wel een reden voor heroperatie.

Recidief

Na aanvankelijk goede stand, kan de grote teen weer schever gaan staan. In lichte mate gebeurt dit vaak omdat in de dynamiek van het lopen de rechte teen toch weer wat schever gaat staan en de ruimte die na correctie ontstaan is weer wat opvult. Als dit niet aanvaardbaar (meer) is, kan ook een heroperatie overwogen worden.

Last van metalen schroeven/plaatje

Omdat de implantaten vrijwel direct onder de huid liggen, er geen spier of veel vet als stootkussen kan dienen, kunt u last krijgen van de implantaten. In overleg met uw orthopeed kan het raadzaam zijn het materiaal operatief te verwijderen. Uiteraard moet de röntgenfoto wel aantonen dat het bot goed is vastgegroeid.

Algemene problemen

  • Ontsteking: helaas is dit een mogelijke complicatie bij elke operatie. Komt na een operatie aan de grote, scheve teen niet vaak voor. Als het gebeurt, kan operatief spoelen noodzakelijk worden en is het eindresultaat in de regel slechter door met name littekenvorming en kraakbeenbeschadiging.
  • Trombose: verstopping van een ader doordat het been minder beweegt.
  • Doofheid rondom het litteken: door de huidsnede worden de huidzenuwen beschadigd. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid rondom. Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van de tijd vanzelf. Soms zijn ze echter blijvend.
  • CRPS (dystrofie): ontregeling van de balans in de voet door de operatie wat zich kan uiten in diverse klachten zoals pijn, zwelling, verkleuring, temperatuursveranderingen, plaatselijk meer zweten of meer haargroei. Bij verdenking hierop wordt u naar de (pijn-)poli van de anesthesie verwezen. Deze polikliniek is hierin gespecialiseerd.

Voorbereiding op de operatie

Hieronder vindt u enkele aandachtspunten die voor u van belang (kunnen) zijn ter voorbereiding op de operatie in ons ziekenhuis.

Contact met de bedrijfsarts

U kunt met uw orthopeed overleggen welke consequenties de voetoperatie en de daarbij behorende klachten hebben voor de uitoefening van uw werk. Om uw privacy te beschermen, is uw toestemming nodig voor eventueel overleg tussen uw orthopeed en uw bedrijfsarts.

Uiteindelijk zal de bedrijfsarts uw terugkeer naar het werk begeleiden. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de operatie informeert. U kunt een gesprek voeren met uw bedrijfsarts op het spreekuur van de arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt. Bij de arbodienst kan men u vertellen hoe u dit spreekuur kunt bezoeken.

Verdoving (anesthesie)

De verdoving bij een voetoperatie bestaat uit algehele verdoving (narcose), een ruggenprik of lokale verdoving (specifieke zenuwblokkade).

Voor de operatie heeft u een afspraak op de afdeling Preoperatief onderzoek. Om u goed voor te bereiden op de operatie vult u een vragenlijst in en heeft u een gesprek met de apothekersassistente (als u medicijnen gebruikt), de anesthesioloog en de verpleegkundige. U spreekt hen alle drie apart. De anesthesioloog geeft u uitleg over de vorm van anesthesie die tijdens de operatie gebruikt wordt. Ook krijgt u uitleg over de pijnbestrijding. De totale afspraak duurt ongeveer een uur.

Krukken

Het gebruik van krukken is belangrijk. Dat geldt niet alleen de eerste dagen ter ondersteuning van de wond, maar ook daarna tijdens het gebruik van de voorvoetontlastende schoen of gips. Zorg dat u de krukken vóór uw ziekenhuisopname in huis heeft.

Opname

Dag van opname

Meldt u zich op de afgesproken tijd op de locatie waar u opgenomen wordt. Op de afdeling heeft u een opnamegesprek met de verpleegkundige. Hierin worden bijzonderheden met betrekking tot uw gezondheid en uw persoonlijke omstandigheden besproken. Ook vertelt de verpleegkundige u nog kort het een en ander over de gang van zaken rond de operatie. Als u dat prettig vindt, kan uw partner/begeleider bij het opnamegesprek aanwezig zijn.

Pijnstilling

Vóór de operatie start u met medicijnen tegen de pijn. Dit heeft als doel een soort ‘laagje’ (spiegel) pijnstilling in uw bloed op te bouwen, zodat de medicijnen na de operatie meer effect heeft.

Direct na de operatie

Na de ingreep blijft u in de uitslaapruimte van de operatieafdeling tot u goed wakker bent en tot alle controles (onder andere bloeddruk, polsslag, ademhaling en pijn) goed zijn. Een verpleegkundige haalt u weer op.

Op de verpleegafdeling belt de verpleegkundige uw contactpersoon en informeert hem of haar over het verloop van de operatie. De verpleegkundigen controleren regelmatig de pols, bloeddruk en de wond. Na de operatie kunt u pijn hebben en misselijk zijn. Met behulp van een speciale pijnbestrijdingsmethode wordt de pijn zo veel mogelijk verlicht, zodat u sneller van de operatie herstelt. Tegen de misselijkheid krijgt u eventueel medicijnen.

Wond

Na de operatie kan uw voet nog gevoelloos zijn door de verdoving. Om uw voet is een drukverband aangebracht. Dit drukverband kunt u vaak tot de eerste controle op de polikliniek laten zitten, in overleg met uw chirurg. Uw voet en tenen kunnen in het begin nog gezwollen en pijnlijk zijn. De wond is in het algemeen gehecht met oplosbare hechtingen. Deze hoeven dus niet verwijderd te worden en lossen na zes tot acht weken vanzelf op.

Op de dag van de operatie komt uw orthopedisch chirurg na zijn operatie-programma bij u langs. Als alle controles goed zijn en het herstel goed verlopen is, mag u die dag naar huis. Vaak is het de volgende dag. De verpleegkundige controleert de wond en helpt u zo nodig bij de lichamelijke verzorging.

Van de verpleegkundige krijgt u een voorvoetontlastende schoen als dit voorgeschreven is. Dit is een schoen waarbij de tenen de vloer niet raken. Deze schoen zult u gedurende 5-6 weken dragen.

Adviezen en afspraken 

Na een operatie aan een scheve grote teen, is het belangrijk dat u zich aan enkele adviezen en afspraken houdt voor een goed herstel. Als u een nabehandeling met een drukverband en een voorvoetontlastende schoen heeft gehad, zijn onderstaande adviezen voor u belangrijk:

De eerste twee weken

  • Houdt het been zoveel mogelijk hoog (hoger dan de knie) in verband met de zwelling van de voet; zeker de eerste 5 dagen. Het is belangrijk dat de zwelling na twee weken verdwenen is.
  • U mag douchen met een douchehoes die voorkomt dat de voet nat wordt. Nat verband zorgt ervoor dat het tape loslaat en de huid, inclusief de wond, onder de tape verweekt en kan gaan irriteren.
  • Beperk uw dagelijkse activiteiten tot het minimum.
  • Gebruik uw krukken bij uw noodzakelijke activiteiten.
  • Probeer bewegingen te maken als u zit of ligt, zoals kniebuigingen, tenen naar de neus toe trekken en van de neus af bewegen.

Na de tweede week

  • Twee weken (10-14 dagen) na de operatie heeft u een afspraak op de gipskamer. Hier wordt het drukverband verwijderd. Ook eventueel aanwezige niet-oplosbare hechtingen worden verwijderd. De voet wordt opgefrist en u krijgt een Hohmann-tape om de grote teen/voorvoet. Deze tape ondersteunt de standscorrectie van de grote teen. In geval van gips zal de gipsspalk dan verwijderd worden en volgens plan de behandeling vervolgd worden.
  • Als uw voet nog te veel gezwollen is of als er onrust rond de operatiewond is, wordt het tapen uitgesteld. Naast de tape zult u nog steeds de voorvoetontlastende schoen moeten dragen.

Na de vierde week

  • U mag uw dagelijkse activiteiten uitbreiden op geleide van de pijn.
  • Als u tape heeft dan wordt u vier weken na de operatie opnieuw op de gipskamer verwacht. De tape wordt verwijderd en de wond wordt nagekeken. Vervolgens worden de voorvoet en de grote teen opnieuw ingetapet voor twee weken.
  • Dan volgt een volgende afspraak. U heeft de tape dan zelf de dag vantevoren verwijderd of dit gebeurt op de gipskamer.
  • De röntgenfoto biedt inzicht in de genezing van het bot. Aansluitend heeft u een afspraak op de polikliniek Orthopedie met een orthopeed of de arts-assistent of de PA. Over het algemeen mag u na deze afspraak uw gewone schoenen weer dragen.
  • Soms is het wenselijk de voorvoetontlastende schoen een of twee weken door te dragen. Het volledige herstel duurt wel vier tot vijf maanden na de ingreep.

Wanneer bellen?

U kunt altijd bellen als u nog vragen heeft of als er problemen zijn met de tapebandage. U moet in ieder geval bellen bij:

  • blijvende blauwe tenen;
  • bij een te strak zittend verband;
  • toenemende zwelling van de tenen;
  • toenemende pijn;
  • temperatuur boven de 38.5 °C.

NB: U kunt een verminderd gevoel in de teen waarnemen, dit komt door de operatiewond en is dus normaal.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle, Kampen of Heerde

Orthopedie
088 624 56 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel of Steenwijk

Orthopedie
088 624 96 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak. U belt hiervoor de planningscoördinator van Orthopedie in Zwolle of in Meppel.

Download nu de app

Met de gratis Isala Beweegcentrum app vindt u op het juiste moment de juiste informatie over uw behandeling, afspraken en nazorgtraject. Open de App Store of Google Play en zoek naar ‘Behandelpad’ (icoontje met een rood logo). Klik op downloaden en open de app ‘Isala Beweegcentrum’.

Laatst gewijzigd 20 april 2022 / 5746