Contact
  1. 6293-Schildklierkanker

De schildklier is een belangrijke klier die hormonen produceert. Deze bevindt zich in de hals, voor de luchtpijp. Net als in ieder ander orgaan kan er in de schildklier een gezwel ontstaan. Schildklierkanker is een kwaadaardig gezwel en is zeldzaam. In Nederland krijgen per jaar ongeveer 700 mensen een vorm van schildklierkanker.

Er zijn vier vormen van schildklierkanker:

  • papillair;
  • folliculair;
  • anaplastisch;
  • medullair.

Hier leest u meer informatie over papillaire en folliculaire tumoren, omdat de meeste patiënten met schildklierkanker deze vorm hebben.

Klachten en symptomen

Het belangrijkste verschijnsel bij schildklierkanker is een knobbel in de hals. Soms wordt deze bij toeval (bij een ander onderzoek) ontdekt, maar het kan ook zijn dat u deze zelf ontdekt. Sommige klachten wijzen in de richting van schildklierkanker, bijvoorbeeld snelle groei van de knobbel, het hees worden van de stem of het ontstaan van nieuwe knobbels. In de meeste gevallen geeft schildklierkanker echter geen klachten (behalve soms minimale hinder van de knobbel).

Onderzoek

Het belangrijkste onderzoek om vast te stellen of de knobbel in de hals wel of geen kanker is, is een punctie. Hierbij worden cellen met een dunne naald uit de knobbel opgezogen. Deze cellen worden vervolgens onderzocht door de patholoog. Een knobbel in de schildklier is dus vrijwel altijd een reden voor doorverwijzing naar de specialist. Soms wordt meermalen een punctie gedaan.

Behandeling

Gelukkig kunnen de meeste vormen van schildklierkanker vroegtijdig worden vastgesteld en volledig genezen. Wanneer bij punctie de diagnose schildklierkanker vrijwel zeker is, wordt de gehele schildklier operatief verwijderd.

Als bij ten minste twee puncties het onderscheid tussen goed- en kwaadaardig niet gemaakt kan worden, wordt meestal alleen de helft van de schildklier weggenomen waarin de knobbel zich bevindt.

Als de patholoog vervolgens vaststelt dat de knobbel toch een kwaadaardig gezwel betreft, is een tweede operatie nodig waarbij alsnog de andere helft van de schildklier wordt verwijderd.

Radioactief jodium

Ongeveer vier tot zes weken na de operatie volgt in de meeste gevallen een behandeling met radioactief jodium om resterende kwaadaardige schildkliercellen te vernietigen en op deze manier het risico op terugkomst van de ziekte te verminderen.

Schildkliercellen zijn de enige cellen in het lichaam die jodium uit het bloed opnemen. Door het jodium radioactief te maken, ontstaat een heel gerichte methode van bestralen, omdat alleen de cellen die jodium opnemen worden bestraald. Soms is deze behandeling niet nodig. Uw arts informeert u hierover.

Als voorbereiding op de behandeling met radioactief jodium moeten de nog aanwezige schildklier(kanker)cellen gestimuleerd worden, zodat ze zoveel mogelijk radioactief jodium opnemen. Dit gebeurt met het eiwit TSH (thyroid stimulating hormone / schildklier stimulerend hormoon). De hersenen maken dit eiwit, maar het kan ook kunstmatig (Thyrogen) worden gemaakt.

Een verhoogd TSH-gehalte is op twee manieren te realiseren:

  • Na de operatie wordt geen schildklierhormoon voorgeschreven totdat het radioactieve jodium is gegeven (vier tot zes weken na de operatie). Dit leidt tot een verhoging van de TSH-productie door de hersenen. Door de lage schildklierhormoonspiegel in het bloed is het waarschijnlijk dat u zich vermoeid voelt.
  • Er krijgt een injectie met het middel Thyrogen. Het voordeel hiervan is dat u schildklierhormoon kunt doorgebruiken en dus geen klachten krijgt van een tekort aan schildklierhormoon.

Na de behandeling met radioactief jodium wordt u een aantal dagen opgenomen om te voorkomen dat u andere mensen met straling kunt besmetten. U mag dan geen bezoek ontvangen.

Schildklierhormoontabletten

Na afloop van de behandeling met radioactief jodium schrijft de arts u schildklierhormoontabletten voor. U wordt met een iets hogere hoeveelheid schildklierhormoon behandeld, dan die u oorspronkelijk zelf maakte. De reden is dat dit minder kans geeft op uitgroei van eventueel achtergebleven schildklierkankercellen.

Het is belangrijk dat u dit bij andere artsen meldt, omdat zij anders denken dat u te veel krijgt en zij mogelijk de dosis schildklierhormonen onterecht zullen verlagen. Hoe lang u deze hogere dosering schildklierhormoon moet gebruiken, hangt onder andere af van de uitgebreidheid van de tumor en de resultaten van de nacontroles. U hoort van uw behandelend arts wanneer de dosis omlaag mag.

Controle

Om vast te stellen of de behandelingen succesvol zijn geweest, krijgt een aantal maanden na de operatie (en behandeling met radioactief jodium) de volgende onderzoeken:

  • Er wordt een echo van uw hals gemaakt. Als de radioloog daar een afwijking ziet, wordt er geprobeerd door middel van een punctie cellen te verkrijgen. De patholoog onderzoekt deze cellen.
  • Uw bloed wordt onderzocht. Hierbij wordt gekeken naar de waarde van het eiwit thyreoglobuline dat alleen door schildklier(kanker)cellen wordt gemaakt.

Als bij de controle van de eerste behandeling blijkt dat er geen aanwijzingen meer zijn voor kanker, dan blijft u onder controle. Dit houdt in dat u jaarlijks gecontroleerd wordt door middel van metingen van het bloed.

Als u een tweede behandeling met radioactief jodium heeft ondergaan, wordt het effect van deze behandeling enkele maanden later op dezelfde manier onderzocht als hierboven beschreven, dus door middel van een echo van uw hals en bloedonderzoek.

In principe wordt u minimaal vijftien jaar gecontroleerd, na het moment waarop er geen kanker meer aantoonbaar is. De periode van vijftien jaar is gekozen omdat na vijftien jaar de kans dat de schildklierkanker nog terug komt te verwaarlozen is.

Na de behandeling

Veel mensen met schildklierkanker voelen zich, zeker in het begin, niet optimaal. Daarin spelen de emotionele belasting van de diagnose, de operatie en de periode zonder schildklierhormoon een belangrijke rol.

Ook wanneer de behandeling met schildklierhormoontabletten is gestart, kan het soms enige tijd duren voordat het lichaam daaraan gewend is. De meeste mensen die schildklierkanker hebben gehad, functioneren weken tot maanden na de behandeling weer volledig normaal.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle, Kampen en Heerde

Interne geneeskunde, Endocrinologie
088 624 33 50 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel en Steenwijk

Interne geneeskunde, Endocrinologie
 088 628 45 45 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 8 maart 2022 / 6293