Contact
  1. 6305-Charcot-voet (ontsteking in de botten)

Een Charcot-voet kan ontstaan door een simpele blessure, zoals verstappen of zwikken. De voet wordt daarna warm, rood en dik en kan van vorm veranderen. Het is belangrijk dat een acute Charcot-voet snel wordt behandeld. In deze folder leest u meer over deze behandeling.

De aandoening Charcot-voet is vernoemd naar de Franse arts Charcot. Hij beschreef dit verschijnsel in 1882 voor het eerst. Een Charcot-voet is een zeldzame aandoening, het komt slechts bij 0,1 tot 0,4% van de diabetespatiënten voor. Het is een serieuze aandoening die kan lijden tot ernstige voetvervormingen en beperkingen. In sommige gevallen is amputatie noodzakelijk met dus blijvende invaliditeit tot gevolg.

Symptomen

Een Charcot-voet kan spontaan ontstaan, of na een klein ongelukje (zwikken of ergens tegen aan stoten) waardoor een botbreuk(je) in de voet is ontstaan. Door zenuwschade aan de voet, veroorzaakt door diabetes, is uw voet gevoelloos. Hierdoor voelt u de botbreuk niet en loopt u gewoon door. U merkt pas dat er iets mis is, als uw been opzwelt en erg warm aanvoelt. In de beginfase is de voet rood, dik, warm en soms pijnlijk. Dit wordt een acute Charcot-voet genoemd.

Als u doorloopt op deze beschadigde voet, ontstaan er nieuwe kneuzingen of breuken. De voet verliest zijn stevigheid omdat de banden die zorgen voor de onderlinge verbinding tussen de botten geen houvast meer hebben aan het aangetaste bot. Zo ontstaat er een vervorming (doorzakken) van de voet.

Diagnose

Het vaststellen van de diagnose is niet gemakkelijk, omdat er bij een Charcot-voet in eerste instantie op röntgenfoto’s vaak niets te zien is. De arts zal dan verder aanvullend onderzoek verrichten. Het maken van een MRI-scan geeft pas de uiteindelijke doorslag. In de tussentijd moet uw voet, ook als er twijfel is, als een Charcot-voet behandeld worden totdat het tegendeel bewezen is. Vroege herkenning van een Charcot-voet is erg belangrijk. Wij streven er dan ook naar om de Charcot-voet in de eerste fase te ontdekken, zodat de afwijkingen aan de botten zo minimaal mogelijk zijn.

Een Charcot-voet kent drie verschillende fases: 

Fase 1: De acute fase

In de acute fase krijgt u gips aangemeten om uw voet volledig rust te geven. U mag dit gips niet belasten. Om de temperatuur van uw voeten te controleren en het gips te wisselen, moet u vaak naar de Gipskamer komen. Bij een temperatuurverschil van meer dan 2 graden spreken we van een nog actieve Charcot-voet. Het gipsen wordt dan voortgezet. Een gipsperiode van zes maanden is niet ongewoon.

Fase 2: De stabilisatiefase

De warmte neemt af, de roodheid is weg, de zwelling is afgenomen. Het voetskelet is wat steviger aan het worden en verandert niet snel meer van vorm. Wel moet uw voet nog extra beschermd worden. De eerste twee fasen (acuut en stabilisatie) worden de actieve fasen genoemd.

Fase 3: De uitgebluste of chronische fase

De voet is niet meer warm (minder dan 2 graden verschil). Er is geen roodheid en zwelling meer. Ook als u uw voet belast, treden er geen reacties meer op. Er is op dat moment geen actieve verandering in de Charcot-voet gaande. De veranderde vorm van voet is stabiel. Door de veranderde vorm en het verminderde gevoel kunnen er makkelijk wonden ontstaan. Deze wonden genezen slecht omdat de voet drukplekken heeft door de veranderde voetvorm.

Ook uw diabetes kan een oorzaak zijn voor de slechte wondgenezing. Met een gips wordt de druk verdeeld over de gehele voetzool, zodat de wond totale rust krijgt. Het gips wordt wekelijks vervangen om de wond te controleren en om te controleren of er geen nieuwe drukplekken ontstaan. De wonden genezen heel langzaam. In deze periode mag u het gips ook minimaal belasten. Soms wordt een operatie met u besproken. Voetbotjes die de wond veroorzaken worden dan tijdens een operatie verwijderd. Een operatie kan echter pas plaatsvinden als de wonden genezen zijn.

Gipsbehandeling

Om de Charcot-voet met succes te behandelen is een snelle behandeling noodzakelijk. De enige behandeling die een Charcot-voet kan genezen is rust (niet op de voet lopen). Door rust vermindert de zwelling en neemt de roodheid en uiteindelijk de temperatuur af. Als er sprake is van een ernstig gezwollen en bedreigde voet kan het nodig zijn dat u tijdelijk wordt opgenomen in het ziekenhuis, verpleeghuis of revalidatiecentrum. U moet dan strikte bedrust krijgen.

Omdat het bijna onmogelijk is om niet op een voet steunen, legt de gipsverbandmeester een onderbeengips aan. Dit is een nauw aansluitend kunststofgips. Door het strakzittende gips neemt de zwelling af. Als u pijn heeft, verdwijnt deze vaak zodra de gipsbehandeling is gestart, en uw voet is gestabiliseerd. Het gips beschermt uw voet ook tegen verdere vervormingen. 

Na de gipsperiode is het belangrijk dat:

  • U goedpassende orthopedische schoenen draagt. Tijdens de gipsperiode worden deze aangemeten in overleg met de revalidatiearts, podotherapeut en de orthopedisch schoenmaker.
  • U elke dag uw voeten en tenen controleert op drukplekken en wondjes. Loop nooit op blote voeten omdat u minder gevoel heeft in uw voeten. Een kleine beschadiging aan de voet (ergens in trappen of tegen iets aan stoten) kan grote gevolgen hebben.
  • U een nabehandeling krijgt bij de podotherapeut voor het knippen van de nagels en het verwijderen van eelt. Let er op dat u een pedicure kiest met een diabetesaantekening.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle, Kampen of Heerde

Orthopedie
088 624 56 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel of Steenwijk

Orthopedie
088 624 96 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 8 maart 2022 / 6305