Anterior interosseous syndroom (beknelde handzenuw) Anterior interosseous syndroom (beknelde handzenuw)
- Isala
- Patiëntenfolders
- 6309-Anterior interosseous syndroom (beknelde handzenuw)
De nervus anterior interosseous is een tak van de nervus medianus. De nervus medianus loopt vanuit de onderarm via een opening in de handwortelbeentjes naar de handpalm. Wanneer deze zenuw bekneld raakt kan het laatste kootje van de duim niet goed of helemaal niet meer buigen. Ook de functie van het topje van de wijsvinger vermindert.
Oorzaken
De nervus interosseous anterior kan bekneld raken door:
- druk van de peesbladen;
- druk van de pronator teres spier in de onderarm;
- aangeboren afwijkingen;
- een botbreuk.
Verschijnselen
Patiënten met het anterior interosseous syndroom kunnen niet meer het OK-teken maken (afbeelding 1). Het gevoel in de vingers blijft overigens onveranderd.
Afbeelding 1: Anterior interosseous syndroom.
Een elektrisch spieronderzoek (EMG) kan aantonen of het om het anterior interosseous syndroom gaat. Dit onderzoek geeft echter niet altijd uitsluitsel.
Behandeling
Het anterior interosseous syndroom is op verschillende manieren te behandelen.
Rust en medicatie
De behandeling bestaat uit rust, een spalk en ontstekingsremmers. Indien er na drie tot zes maanden geen verbetering optreedt, kan een operatie overwogen worden om de beklemde zenuw weer ruimte te geven.
Operatie
De operatie vindt meestal plaats in dagverpleging.
- De eerste drie dagen na de operatie draagt u overdag een mitella. 's Nachts hoeft u de mitella niet te dragen, u kunt uw arm dan op een kussen leggen. Tijdens het douchen kunt u de mitella even afdoen, maar u moet ervoor zorgen dat het verband droog blijft.
- Het is belangrijk dat u de vingers gedurende deze periode regelmatig beweegt (strekken en buigen), om te voorkomen dat uw hand stijf wordt.
- Na drie dagen mag u zelf het drukverband verwijderen. Op de wond plakt u een pleister.
- Daarna kunt u de hand en arm weer voorzichtig in toenemende mate onbelast gebruiken.
Controle
Zeven tot twaalf dagen na de operatie wordt u verwacht voor wondcontrole en het verwijderen van de hechtingen indien deze niet oplosbaar zijn. In principe mag u de hand en arm na twee weken weer normaal gebruiken. Of dat ook voor uw werk geldt, bespreekt u met de arts tijdens uw eerste bezoek na de operatie.
Contact
Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de afdeling waar u onder behandeling bent.
Zwolle en Heerde
Hand-polscentrum
088 624 5 6 36 (bereikbaar op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur)
Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.