Operatie aan de halsslagader Operatie aan de halsslagader
- Isala
- Patiëntenfolders
- 5047-Operatie halsslagader

Opname en operatie
Een operatie om een vernauwing in de halsslagader te verhelpen, heet een carotis-endarteriëctomie. Hier leest u meer over de opname en de operatie.
Opnamedag
Over het algemeen wordt u één dag vóór de operatie opgenomen. Op deze dag heeft u een gesprek met de verpleegkundige van de afdeling. Tijdens dit gesprek krijgt u informatie over de afdeling en de gang van zaken rondom de operatie. U kunt dan ook uw eventuele vragen stellen.
Op de dag voor de operatie vindt er een aantal voorbereidingen plaats.
- Uw polsslag, bloeddruk en temperatuur worden gemeten.
- Wanneer u nog geen ontlasting hebt gehad, wordt u gelaxeerd.
- Tijdens het opnamegesprek spreekt de verpleegkundige met u een tijd af waarop uw contactpersoon kan bellen om te informeren hoe het met u gaat na de operatie.
- In overleg met de verpleegkundige kunt u een kijkje nemen op de afdeling Intensive Care (IC).
- Eventueel vinden er die dag nog onderzoeken plaats, bijvoorbeeld een Duplex-onderzoek. Duplex is een onderzoek waarbij met behulp van echoapparatuur de snelheid van uw bloed door de bloedvaten wordt gemeten.
Vóór opname moet u uw bloedverdunnende medicijnen blijven gebruiken.
Operatiedag
Tijdens de preoperatieve screening heeft de anesthesist met u een tijdstip afgesproken waarna u niet meer mag eten. Meestal is dit vanaf 24.00 uur ’s nachts vóór de operatie. U mag tot drie uur voor de operatie nog drinken, maar dan alleen heldere vloeistoffen zoals water en thee.
Voor de operatie bent u in de gelegenheid zich te douchen of wassen. Het operatiegebied dient goed geschoren/onthaard te worden tot ongeveer het sleutelbeen. Een verpleegkundige kan u eventueel hiermee helpen. Daarna krijgt u operatiekleding aan, een jasje en een onderbroek. Sieraden, een bril, gehoorapparaat en kunstgebit mogen niet mee naar de operatiekamer. In overleg met de anesthesist kunt u kalmerende tabletjes krijgen.
Voordat u naar de operatieafdeling wordt gebracht, gaat u eerst naar de functieafdeling. Daar bevestigt een laborante (medewerker) de EEG-plakkers en draden op uw hoofd. De verpleegkundigen van de afdeling brengen u naar de ‘holding’: dit is een voorbereidingszaal waar u op het operatiebed komt te liggen. Daarna wordt u naar de operatiekamer gereden, waar u een infuusnaald ingebracht krijgt en de narcose wordt toegediend.
Na de operatie
Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer (recovery). U ligt aan de monitor: op deze manier kan de verpleegkundige uw hartslag, ademhaling, bloeddruk en dergelijke controleren. Verder hebt u een infuus voor de vochttoediening en een wonddrain (dit is een slangetje bij de wond dat wondvocht en bloed afvoert). Ook hebt u een urinekatheter. Als u pijn hebt of misselijk bent, krijgt u van de verpleegkundige medicijnen.
Als alle controles in orde zijn, geeft de anesthesist toestemming dat u naar de afdeling Intensive Care (IC) mag worden overgeplaatst. U wordt opgehaald door de verpleegkundigen van de IC. Om u goed te kunnen observeren, wordt u daar opnieuw op de monitor aangesloten. Op de IC mag u bezoek ontvangen tijdens de vaste bezoektijden van het ziekenhuis. In overleg met de verpleging kan hiervan worden afgeweken.
Hoe lang u op de IC moet blijven, hangt af van uw lichamelijke conditie, maar altijd minimaal één nacht. De neurochirurg bepaalt wanneer u weer naar de verpleegafdeling terug mag. U wordt opgehaald door verpleegkundigen van de verpleegafdeling.
Herstel
Als uw lichamelijke toestand het toelaat, komt u weer terug op de verpleegafdeling. Vaak hebt u dan nog een infuus, drain en katheter. De katheter wordt vaak de dag zelf of de volgende ochtend door de verpleegkundige verwijderd.
De neurochirurg spreekt af wanneer de wonddrain mag worden verwijderd. Op het moment dat u zelf weer voldoende kunt eten en drinken en u geen medicatie meer via het infuus krijgt, verwijdert de verpleegkundige het infuus. In verband met mogelijke slikklachten is het raadzaam om met dik, vloeibaar voedsel te beginnen, bijvoorbeeld yoghurt.
Als u het lichamelijk aan kunt, wordt u uit bed geholpen. Dit is vaak al op de eerste dag na de operatie. U wordt, als dit nodig is, geholpen met het wassen, aankleden, toiletgang, eten, drinken, en dergelijke.
De hechtingen van de operatiewond worden in de regel op de zevende dag na de operatie door de verpleegkundige verwijderd. Mocht u dan al thuis zijn, dan kan de huisarts dit doen.
Voordat u naar huis gaat, heeft u nog een gesprek met een verpleegkundige (het ontslaggesprek). Hierin wordt besproken hoe u de ziekenhuisopname heeft ervaren.
Ontslag uit het ziekenhuis
Bij uw ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak mee voor een controlebezoek aan de specialist. Dit bezoek vindt ongeveer zes weken na ontslag plaats. Het kan zijn dat u, als voorbereiding op dit controlebezoek, een afspraak voor een Duplex-onderzoek meekrijgt.
Als u weer thuis bent, is er een aantal zaken waarmee u rekening moet houden. Zo is het belangrijk dat u het rustig aan doet en dat u goed luistert naar uw lichaam. Met het oog hierop kan het verstandig zijn om huishoudelijke hulp te hebben.
Contact
Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:
Zwolle
Neurochirurgie
(bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
Neurochirurg | Telefoonnummer secretaresse |
---|---|
dr. T.T.A. Aalders | (038) 424 53 57 |
dr. W.A. van den Brink | (038) 424 53 59 |
dr. D. Nanda | (038) 424 53 58 |
dr. M. Podlogar | (038) 424 78 98 |
dr. H. Qureischie | (038) 424 54 53 |
Verpleegafdeling Neurochirurgie
(038) 424 12 50 (ook buiten werkdagen bereikbaar)
De verpleegkundige kan u zo nodig doorschakelen met de neurochirurg
Meer informatie over neurochirurgie kunt u ook nalezen op de website van het Neurochirurgisch centrum Zwolle.
Wij wensen u een goede opname en een voorspoedig herstel toe!