Contact
  1. 5220-Hysterosalpingografie (HSG)

Als onderdeel van het oriënterend vruchtbaarheidsonderzoek (OFO) is het vaak nodig de doorgankelijkheid van de eileiders te onderzoeken. Wanneer de eileiders immers zijn afgesloten, dan kunnen zaadcellen de eicel die bij de eisprong (ovulatie) vrijkomt niet bereiken. Een zwangerschap kan dan dus niet ontstaan.

Hysterosalpingografie (HSG) is een onderzoek dat de vorm van de baarmoederholte en de toe- en doorgankelijkheid van de eileiders in beeld brengt. Op deze pagina vindt u informatie over de gang van zaken tijdens en na het onderzoek.

Wat is een HSG?

Een HSG is een poliklinisch onderzoek van de baarmoederholte en de eileiders. Het al dan niet toe- en doorgankelijk zijn van de eileiders is met dit onderzoek met vrij grote zekerheid vast te stellen. Ook kunnen afwijkingen aan de baarmoederholte aan het licht komen.

Een gewone röntgenfoto laat vooral botstructuren zien. De baarmoeder en de eileiders zijn op zo’n foto helaas niet te zien. Ze zijn wel zichtbaar te maken door een röntgencontrastmiddel in de baarmoederholte te brengen. Zo’n contrastmiddel bevat jodium. Bij overgevoeligheid voor jodium kan een HSG dus niet worden gemaakt.

Wanneer wordt een HSG uitgevoerd?

Een HSG kan meestal alleen worden gemaakt:

  • vóór de eisprong, omdat een hysterosalpingografie een jonge zwangerschap kan verstoren;
  • na de menstruatie, omdat een hysterosalpingografie niet tijdens de menstruatie kan plaatsvinden. Dit betekent dat u de definitieve afspraak telefonisch moet maken bij het secretariaat van de gynaecoloog als u juist bent gaan menstrueren. Als u in het weekeinde gaat menstrueren, dan belt u op maandag.

Als u van uzelf geen menstruaties heeft, zult u ook geen eisprongen hebben en kan het onderzoek altijd worden uitgevoerd.

Het onderzoek

De afdeling Radiologie voert het onderzoek uit. Uw partner kan hierbij aanwezig zijn, maar moet tijdens het röntgenonderzoek óf achter een scherm blijven óf een loodschort dragen. U doet uw kleren van het onderlichaam uit en gaat op de röntgentafel liggen. Dit is geen gynaecologische stoel, zodat u de hakken op de hoeken van de tafel moet plaatsen.

De gynaecoloog of gynaecologisch assistent brengt vervolgens een speculum (= spreider) in en desinfecteert de schede. Daarna brengt hij/zij een instrument met een klemmetje tegen de baarmoedermond aan, waarmee het contrastmiddel geleidelijk in de baarmoederholte wordt gespoten.

Pijn

U kunt hierbij menstruatieachtige pijn ervaren. Die duurt zo lang als het onderzoek duurt en dat is slechts enkele minuten. De pijn neemt snel af. U houdt wat vage buikpijn over, die in de loop van een etmaal verder afneemt.

Eventueel kunt u één tot twee uur vóór het onderzoek een pijnstiller nemen, bijvoorbeeld naproxen 2 tabletten van 275 mg, 50 mg diclofenac of 1000 mg paracetamol.

De gehele procedure duurt ongeveer 15 tot 30 minuten, het feitelijke onderzoek slechts enkele minuten. Tijdens het onderzoek worden diverse opnames gemaakt.

U kunt het beste iemand meenemen, zodat u na afloop niet zelf een auto hoeft te besturen. Ook fietsen kunt u na het onderzoek beter achterwege laten.

Controlefoto

In veel gevallen wordt nog een controlefoto gemaakt één dag na het onderzoek. Bij deze foto worden geen instrumenten meer ingebracht. De afspraak voor zo’n foto moet u meteen na het onderzoek zelf maken aan de balie van de afdeling Radiologie (röntgenafdeling).

De uitslag

U krijgt direct na het onderzoek een voorlopige uitslag van de gynaecoloog die het onderzoek uitvoert. In veel gevallen krijgt het verzoek een dag later terug te komen voor een zogenaamde rest- of controlefoto. Op deze foto wordt vastgelegd waar het contrastmiddel is terechtgekomen.

De definitieve uitslag krijgt u op het spreekuur van uw eigen gynaecoloog of telefonisch als u dat heeft afgesproken.

Heeft een HSG beperkingen?

Ja, afwijkingen in de buikholte - dus rondom de baarmoeder en de eierstokken - worden niet zichtbaar. Wel worden soms aanwijzingen gevonden voor het bestaan van bijvoorbeeld verklevingen in de buikholte. Alleen tijdens een laparoscopie (kijkoperatie) zijn dit soort afwijkingen met zekerheid vaststellen.

Het kan gebeuren dat een eileider als reactie op het onderzoek in een kramptoestand komt. Deze lijkt daardoor afgesloten, maar dat is in werkelijkheid niet zo.

Risico’s

Een hysterosalpingografie heeft twee risico’s:

  • infectie van de eileiders;
  • allergie voor het contrastmiddel.

Infectie van de eileiders

De benodigde instrumenten worden via de schede ingebracht. De schede is wel te desinfecteren maar niet te steriliseren. Hierdoor bestaat er risico op een zogeheten opstijgende infectie. De kans op zo’n infectie bedraagt circa 0,5%, maar is niet voor iedere vrouw gelijk.

Als u al afwijkingen in de buikholte heeft, bijvoorbeeld door een vroegere infectie, dan is het risico groter. Als er in de buik geen afwijkingen zijn, is de kans op infectie juist kleiner. Vrouwen met een hoog risico schrijven we preventief antibiotica voor. Uw gynaecoloog geeft dan vóór het onderzoek een recept mee voor uw apotheek.

Op de dag vóór het onderzoek moet u met de medicijnen beginnen en de kuur volgens voorschrift afmaken. Bij vrouwen met een laag risico zijn preventieve antibiotica niet nodig. Als tijdens de hysterosalpingografie afwijkingen worden vastgesteld, dan worden alsnog antibiotica voorgeschreven. U moet dan nog dezelfde dag met de antibiotica beginnen en ook dan de kuur helemaal afmaken.

Maar ook als uw voorgeschiedenis zonder bijzonderheden is en de HSG geen afwijkingen heeft opgeleverd, dan kan toch een infectie ontstaan. Dit uit zich meestal in toenemende buikpijn, vieze afscheiding en koorts (38° C of meer). Als zich dit voordoet, dan moet u direct contact opnemen met uw eigen of de dienstdoende gynaecoloog.

Enige buikpijn die snel vermindert en eventueel wat bloedverlies zijn normale verschijnselen na de ingreep. Een deel van het contrastmiddel zult u verliezen in de vorm van lichte olieachtige afscheiding.

Allergie voor het contrastmiddel

Het contrastmiddel bevat jodium. Weet u dat u hiervoor overgevoelig bent, dan kan het onderzoek niet plaatsvinden. Een enkele maal blijkt zo’n allergie pas tijdens het onderzoek. Dit komt overigens in minder dan 0,1% van de gevallen voor.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

polikliniek Gynaecologie
088 624 56 04 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel

polikliniek Gynaecologie
088 624  56 04 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Voor meer informatie kunt u ook kijken op www.degynaecoloog.nl.

Laatst gewijzigd 14 maart 2022 / 5220