Contact
  1. 5247-Acuut optredende verwardheid of delier

Informatie voor familie en betrokkenen

​Een delier of acute verwardheid kan vele oorzaken hebben. Als uw familielid, vriend(in) of kennis in ons ziekenhuis ligt met een delier, dan kan deze informatie voor u belangrijk zijn.

Hij of zij is opgenomen vanwege ziekte, ongeval en/of operatie. Zoals u waarschijnlijk heeft gemerkt, reageert uw familielid, vriend(in) of kennis niet zoals u van hem of haar verwacht. U bent mogelijk geschrokken van de toestand waarin u hem of haar aantrof. Daarom vinden wij het belangrijk u op de hoogte te brengen van dit voor u ‘vreemde’ gedrag.

Degene die u in zijn of haar ‘normale’ doen kent, is nu onrustig. Het is moeilijk om een gesprek met hem of haar te voeren. Hij of zij begrijpt u niet en denkt op een andere plaats te zijn. Misschien heeft de verpleegkundige of de dokter u verteld dat uw familielid, vriend(in) of kennis verward is. Deze vorm van verwardheid wordt ook wel een delier genoemd. Deze toestand is tijdelijk.

Hoe ontstaat een delier?

Een delier of acute verwardheid kan vele oorzaken hebben. Misschien heeft u wel eens van een alcoholdelier gehoord. Dit is de meest bekende vorm van het delier. Maar ook iemand die nog nooit alcohol heeft gebruikt, kan een delier krijgen.

Andere mogelijke oorzaken zijn ‘grote’ operaties, ziekten aan het hart of de longen, ontstekingen, en stoornissen in de stofwisseling of hormonen.

Ook kan een ongeluk (hersenschudding/kneuzing), medicijngebruik (bijvoorbeeld tegen de pijn), stress, angst of te weinig slaap bijdragen aan het ontstaan van de verwardheid. Patiënten die ouder zijn dan zestig jaar, hebben een hoger risico om acuut verward te raken.

Wat zijn de verschijnselen?

De patiënt is niet zo helder als normaal. Het lijkt alsof de dingen langs hem of haar heen gaan in een soort dromerigheid. Misschien hebt u net iets verteld wat hij na korte tijd alweer vergeten is. Realiseert u zich dat dit niet bewust gebeurt.

Het geheugen kan iemand in de steek laten. Met name de dingen die net of kort geleden zijn gebeurd, weet de patiënt dan niet meer. De patiënt weet misschien niet zo goed meer waar hij of zij is en is niet meer ‘bij de tijd’. Hij of zij is de ‘vat’ op zichzelf en de omgeving kwijt.

Dat kan de patiënt beangstigen. De reacties van de patiënt kunnen daardoor waakzaam, achterdochtig of zelfs agressief van aard zijn. Daarentegen kan de patiënt zich ook juist stilletjes terugtrekken in tegenstelling tot wat u van hem of haar gewend bent.

De patiënt met een delier kan de werkelijkheid anders ervaren. Hij of zij ziet of hoort dingen die er niet zijn, bijvoorbeeld beestjes of stemmen/geluiden. Voor de patiënt zijn die beestjes of stemmen/geluiden er echt, dus niet ‘uit het hoofd’ te praten.

Hoe lang duurt een delier?

Als de lichamelijke situatie verbetert, neemt de verwardheid af. De periode van verwardheid kan variëren van enkele uren tot dagen. Deze duur is afhankelijk van de volgende factoren:

  • ernst van de lichamelijke aandoening;
  • de leeftijd van de patiënt;
  • de conditie van de patiënt.

Waaruit bestaat de behandeling?

De arts zal proberen zo snel mogelijk de oorzaken van het delier vast te stellen en deze te behandelen. Daarnaast kan het zinvol zijn om de patiënt medicijnen te geven om de verschijnselen van het delier te verminderen.

De patiënt met een delier kan onrustig zijn, plukt aan lakens, probeert uit zijn of haar bed te stappen. Als hij of zij erg onrustig is, kan het nodig zijn om hem of haar vast te binden, om te voorkomen dat de patiënt uit bed valt en zich beschadigt of bijvoorbeeld het infuus lostrekt.

Wat kunt u doen?

In uw contact met de patiënt kan een aantal punten belangrijk zijn. De patiënt kan hiermee worden gesteund in zijn of haar situatie en het contact kan verbeteren. Wat u kunt doen:

  • Als u op bezoek komt, zeg dan wie u bent, waarom u komt en herhaal dit zo nodig.
  • Vertel de patiënt, indien mogelijk, dat hij of zij ziek is en in het ziekenhuis ligt.
  • Spreek rustig en in korte duidelijk zinnen. Stel eenvoudige vragen. Bijvoorbeeld: ‘Heeft u lekker geslapen?’ en niet: ‘Heeft u lekker geslapen of bent u steeds wakker geweest?’
  • Bezoek is erg belangrijk, maar te veel personen of een te lange bezoektijd in één keer werkt vermoeiend en verwarrend.
  • Ga als u met meer personen op bezoek komt, zo veel mogelijk aan één kant van het bed of stoel zitten zodat de patiënt zich op één punt kan richten.
  • Let erop dat de patiënt zo nodig zijn of haar bril en/of gehoorapparaat gebruikt.
  • Het is beter voor de patiënt wanneer u niet meegaat in de ‘vreemde’ waanideeën of met de dingen die de patiënt ziet of hoort, maar die er niet zijn.
  • Probeer de patiënt niet tegen te spreken, maar zo mogelijk wel duidelijk te maken dat uw waarneming anders is. Maak er geen ruzie over.
  • Praat met de patiënt over bestaande personen en echte gebeurtenissen.
  • Probeer de patiënt te betrekken bij het hier en nu door de (buurt/stads)krant mee te nemen en er stukjes uit voor te lezen.

Rooming-in

Soms kan het zinvol zijn om tijdens de opname rooming-in toe te passen. Dit houdt in dat u buiten bezoektijden en soms ook ‘s nachts aanwezig is bij uw naaste. Verdere informatie hierover kunt u vinden in de folder Overnachten in het ziekenhuis bij een onrustige, angstige of verwarde patiënt (rooming-in).

Contact

Heeft u nog vragen, dan staat de verpleegkundige van de afdeling die uw familielid, vriend(in) of kennis verpleegt u graag te woord. Ook kunt u bellen met de locatie waar uw familielid, vriend(in) of kennis onder behandeling is:

Zwolle

  • consultatief psychiatrisch verpleegkundige 088 624 72 05 of 088 624 45 14
  • verpleegkundig consulent ouderengeneeskunde 088 624 79 40

Meppel

  • consulent psychiatrie via het secretariaat 088 624 78 15
  • verpleegkundig consulent ouderengeneeskunde 088 624 45 45 
Laatst gewijzigd 14 maart 2022 / 5247 / P