Contact
  1. 5478-Bronchiolitis

Bronchiolitis wordt ook wel ‘verkoudheid in de longen’ genoemd. Hier vindt u de medische achtergrondinformatie over het ziektebeeld bronchiolitis. Daarnaast kunt u meer lezen over de behandeling tijdens de ziekenhuisopname van een kind.

Besmetting met een verkoudheidsvirus

Bij uw kind is het ziektebeeld bronchiolitis vastgesteld. Dit wordt ook wel ‘verkoudheid in de longen’ genoemd. Het wordt veroorzaakt door onder andere het RS-virus, maar ook andere virussen kunnen hetzelfde ziektebeeld geven.

De meest voorkomende virussen zijn het RS-virus, metapneumovirus en rhinovirus. Deze virussen werken op de luchtwegen en het slijmvlies van de longen. Een infectie treedt meestal op tussen oktober en april, in jaarlijks terugkerende epidemieën. Het virus is erg besmettelijk en wordt overgedragen door ‘dichtbij-contact’: zoenen, knuffelen en het inademen van de uitgehoeste lucht van iemand anders. Maar ook via de handen kan besmetting plaatsvinden. Vaak blijven er resten van slijm op de handen achter na het afvegen van de neus.

Bij oudere kinderen en volwassenen veroorzaakt het virus meestal slechts een verkoudheid of een lichte griep. Baby’s kunnen er echter flink ziek van worden. Er kan dan een ontsteking van de kleine luchtwegen (bronchiolitis) of een longontsteking ontstaan. In ruimtes waar veel mensen bij elkaar zijn, zoals scholen en kinderdagverblijven, is de kans op besmetting het grootst.

Voorkomen van een besmetting

Alle verkoudheidsvirussen zijn erg besmettelijk. Als ouder kun je dan ook niet voorkomen dat je kind met een virus besmet raakt. Iedereen in de naaste omgeving met een verkoudheid of een griepje heeft immers een virusinfectie. Het is niet te voorspellen of uw kind dan een besmetting oploopt en hierdoor een bronchiolitis krijgt. Het is daarom verstandig om uw kind niet te laten knuffelen door mensen met een verkoudheid of mensen die hoesten. Een andere voorzorgsmaatregel is het wassen van de handen voor het aanraken.

Verschijnselen

In het begin lijkt een bronchiolitis op een normale verkoudheid: hoesten, snotneus en een lichte temperatuursverhoging. Daarna treden echter de volgende verschijnselen op:

  • meer hoesten en kortademigheid;
  • een snelle hartactie;
  • piepen bij de ademhaling;
  • meestal een verstopte neus;
  • vaak een bleke gelaatskleur en soms wat blauwe lippen;
  • slechter drinken, dit komt door het vele hoesten en door de benauwdheid, waardoor uw kind te moe is om zijn of haar flesje of borstvoeding te drinken;
  • door het vele hoesten en de slijmvorming kan uw kind gaan braken.

Bij heel jonge baby’s (jonger dan een maand) en bij te vroeg geborenen heeft bronchiolitis vaak een heel ander verloop. Bij deze kinderen staan niet de specifieke luchtwegproblemen op de voorgrond, maar meer de algemene symptomen van ziek zijn, zoals slecht drinken en prikkelbaarheid. Soms is er neiging tot tijdelijke ademstilstand. Ze zijn daarom vaker ziek dan oudere baby’s en moeten vaker opgenomen worden in het ziekenhuis.

Isolatie

Uw kind wordt verpleegd in een kamer samen met andere kinderen met verdenking van bronchiolitis of alleen (dit is afhankelijk van het aantal beschikbare bedden en de mate van ziek zijn van uw kind). We voorkomen kruisbesmetting (besmetting van uw kind met het virus van het buurkind) door de kinderen zo ver mogelijk uit elkaar te verplegen. Daarnaast houden verpleegkundigen en artsen zich aan de desbetreffende isolatierichtlijnen.

Maatregelen voor bezoek

Voor u en uw bezoek zijn de volgende maatregelen van belang:

  • Als u bij uw kind bent, is het de bedoeling dat u op de kamer van uw kind blijft en niet over de afdeling gaat lopen.
  • Als u bij uw kind blijft slapen, kunt u ’s morgens een ontbijt in de ouderkamer ophalen en dit op de kamer van uw kind opeten.
  • Bij het naar buiten gaan van de kamer van uw kind moet u uw handen reinigen met handenalcohol.
  • Was bij zichtbaar vuil uw handen met handenzeep.
  • Bezoek en broertjes en zusjes van kinderen die in isolatie liggen, mogen geen gebruik maken van de ouderkamer.

Nadere instructies krijgt u van de verpleegkundige.

Behandeling

Bij de behandeling van een bronchiolitis worden de verschijnselen behandeld en wordt uw kind zoveel mogelijk ondersteund. Er bestaat geen medicijn om het virus te doden. Om uw kind goed in de gaten te kunnen houden, wordt het aan een monitor en/of saturatiemeter gelegd. Zo meten we continu de hartactie en het zuurstofgehalte in het bloed.

Als het zuurstofgehalte te laag is, krijgt uw kind extra zuurstof toegediend via een zogenaamd ‘neusbrilletje’. Als uw kind onvoldoende drinkt, wordt de voeding via een maagsonde door de neus tot in de maag gegeven. Lukt dit niet of onvoldoende, dan krijgt uw kind een infuus.

De neus wordt regelmatig gedruppeld met een zoutwateroplossing en/of xylometazoline om deze zo goed mogelijk open te houden en de ademhaling en het drinken wat gemakkelijker te maken.

Dit is een algemeen behandelplan voor een kind met een bronchiolitis. Afhankelijk van de toestand van uw kind kunnen eventueel nog andere medicijnen worden gegeven. Ook kunnen er nog andere onderzoeken gedaan worden. Een en ander bespreken wij uiteraard met u.

Weer naar huis

Uw kind mag weer met u mee naar huis als het geen extra zuurstof en sondevoeding meer nodig heeft. Het ontslag vindt vóór 10.00 uur ’s ochtends plaats. Gemiddeld is de opnameduur vier dagen, maar er zijn kinderen die korter maar zeker ook kinderen die langer opgenomen moeten blijven. Op het moment van ontslag is uw kind nog niet beter. Uw kind zal thuis nog moeten uitzieken.

Het hoesten kan nog weken aanhouden, maar zal geleidelijk afnemen. Het virus is vaak nog enkele weken aanwezig, vooral in het neusslijm. Dit maakt voor uw kind zelf niet zoveel uit, maar voorzichtigheid is wel geboden bij contact met andere jonge kinderen.

Controle

In principe is het niet nodig om uw kind poliklinisch weer terug te zien. Afhankelijk van het beloop of eventuele al eerder aanwezige problemen kan ervoor gekozen worden wel een policontrole met u af te spreken. Dit gaat uiteraard in overleg met u.

Tot slot

Vaak vragen ouders of hun kind na een doorgemaakte bronchiolitis nu meer kans heeft om astma te ontwikkelen. Het antwoord hierop is ‘nee’. Wel lijkt het zo te zijn dat kinderen die in aanleg al astma hebben, vaak zieker worden van een bronchiolitis.

Contact

Heeft u nog vragen, stelt u die dan gerust aan een van de verpleegkundigen. Zij helpen u graag. Ook kunt u bellen met:

Zwolle

polikliniek Kindergeneeskunde
088 624 50 50 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur).

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak. 

Laatst gewijzigd 8 maart 2022 / 5478