Na een operatie aan de onderrug Na een operatie aan de onderrug

Adviezen voor na de operatie

Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis krijgt u adviezen van de fysiotherapeut. Wijken de instructies in deze informatie daarvan af? Volg dan de aanwijzingen van de fysiotherapeut of uw behandelend arts op.

De informatie kan u ondersteunen bij uw herstelproces. Deze informatie kan uw persoonlijk herstel niet versnellen. Ons beste advies aan u is dat u luistert naar uw eigen lichaam, uw eigen grenzen leert ontdekken en uw herstelproces hierop aanpast.

Wondverzorging

• Twee dagen na de operatie kunt u weer douchen. Water is prima om de wond en de huid eromheen goed schoon te houden.
• Het is belangrijk de wond goed droog te deppen met een schone handdoek. Een schone wond zal beter genezen.
• U mag gebruik maken van zeep en shampoo.
• Wij raden u aan de eerste vier weken niet te zwemmen of in bad te gaan, omdat dit de wond te veel verweekt.
• Als de wond goed dicht is en er geen vocht meer uit de wond lekt, hoeft u geen pleister meer op de wond te plakken.
• Is de wond nog niet droog of vindt u het aangenamer om toch een pleister te plakken, dan kunt u hiervoor een normale Hansaplastpleister gebruiken.

Hechtingen of hechtstrips

Tijdens de operatie is de wond met hechtingen of hechtstrips gesloten.

• Voor de hechtingen kunnen (doorzichtige) oplosbare of (blauwe) niet-oplosbare hechtingen zijn gebruikt.
• Voor de niet-oplosbare hechtingen en voor de knoopjes van de oplosbare hechtingen geldt dat u die op de tiende dag na de operatie bij de huisarts kunt laten verwijderen. Hiervoor maakt u zelf een afspraak bij uw huisarts.
• Voor de wonden met hechtstrips geldt dat u oplosbare inwendige hechtingen heeft waarvan de knoopjes niet verwijderd hoeven te worden. De steristrips (hechtpleisters) die op de wond zitten, mag u zelf op de zevende dag na de operatie verwijderen.

De verpleegkundige zal tijdens het ontslaggesprek nogmaals bij u aangeven wanneer u de hechtingen mag verwijderen.

Problemen

Na de ingreep kunnen problemen ontstaan, zoals:

• ontstekingsverschijnselen: hierbij voelt de (omgeving van de) wond pijnlijk, rood opgezwollen en warm aan;
• koorts boven de 38 graden Celsius;
• aanhoudende wondpijn;
• functieverlies door uitval van gevoel en/of kracht.

Mochten deze problemen zich voordoen dan kunt u contact met ons opnemen.

Blaasklachten

Het kan zijn dat u tijdens uw ziekenhuisopname één of meerdere malen bent gekatheteriseerd. Ondanks de steriele procedure heeft u daardoor een verhoogd risico op een urineweginfectie. Merkt u tekenen van een blaasontsteking, zoals vaak plassen of pijn bij het plassen, neem dan contact op met uw huisarts.

Stoelgang

Persen is een drukverhogende activiteit en zorgt voor spanning op de wond en het binnenste weefsel, waardoor lokaal pijnklachten kunnen ontstaan. Om uw stoelgang te bevorderen, zonder veel te hoeven persen, is het advies veel vezels te eten, veel te drinken en voldoende te bewegen.

Hebben deze maatregelen onvoldoende resultaat, dan kan het nodig zijn een laxeermiddel te gebruiken. Uw apotheek kan u advies geven over het juiste laxeermiddel (bijvoorbeeld Movicolon).

Revalidatie

De overgang van ziekenhuis naar huis kan tegenvallen. Probeer te voorkomen dat u thuis weer in uw oude ritme van vóór de operatie vervalt: ‘Ik doe dit nog even’ en ‘dat moet nog af’.

In de eerste weken legt u de basis voor het uiteindelijke herstel. Enkele adviezen voor na de operatie:

• niet zelf autorijden en fietsen. U mag wel als bijrijder in de auto zitten en op de hometrainer fietsen;
• niet langer dan 30 minuten achtereen zitten (u mag wel meerdere keren per dag zitten);
• maximaal twee tot vijf kilo tillen. Als u een voorwerp van de grond wilt oppakken, houdt u het zo dicht mogelijk bij uw lichaam. Buig goed door uw knieën en houd uw rug recht;
• lichte huishoudelijke werkzaamheden verrichten, maar niet stofzuigen, dweilen, schoonmaken, et cetera;
• rusten naar behoefte in een rustige omgeving en enkele malen per dag;
• uw activiteiten geleidelijk aan uitbreiden;
• na vier weken kunt u in overleg met uw behandelend fysiotherapeut starten met uw normale activiteiten, zoals werken en/of huishouden. Pas als u zichzelf weer helemaal vertrouwt, bent u in staat uw aandacht te verleggen naar de dingen om u heen, bijvoorbeeld verkeerssituaties.

Deze leefregels gelden bij patiënten met een herniaoperatie twee weken en vier weken bij patiënten met een vernauwing.

Patiënten waarbij de rug is vastgezet (spondylodese) gelden deze leefregels zes weken. Daarnaast mag u maximaal één tot twee kilo tillen.

Voor wie

• Voor patiënten die volgens de microdiscectomie zijn geopereerd, gelden dezelfde leefregels, maar in plaats van vier weken, moet u twee weken rustig aan doen.
• Voor patiënten waarbij tijdens de operatie de rug is vastgezet (spondylodese), gelden dezelfde leefregels, maar in plaats van vier weken, moet u zes weken rustig aan doen.
• Daarnaast mag u maximaal één tot twee kilo tillen.

Tot slot nogmaals het belangrijkste advies: leer luisteren naar uw eigen lichaam en leer omgaan met uw persoonlijke grenzen.

Fysiotherapie

In de fysiotherapeutische begeleiding komen veel aspecten naar voren rondom het bewegen en het aannemen van de juiste houding. Van de fysiotherapeut in het ziekenhuis heeft u instructies gekregen voor enkele activiteiten in het dagelijks leven. Hierbij gaat het om het ervaren wat bewegen op verschillende manieren betekent, en vanuit verschillende houdingen.

Draai-instructies

Van rug op linkerzij

1. Beide knieën optrekken.
2. De heupen een klein stukje naar rechts verplaatsen.
3. De schouders een klein stukje naar rechts verplaatsen.
4. Stap 2 en 3 zo nodig nog een keer herhalen.
5. Linkerbeen recht neerleggen en de rechterknie gebogen houden.
6. Met heupen en schouders in een rechte lijn op de linkerzij draaien. Niet draaien door af te zetten met het rechter been, maar door de rechter arm voorlangs naar links te bewegen.

Van rug op rechterzij

1. Beide knieën optrekken.
2. De heupen een klein stukje naar links verplaatsen.
3. De schouders een klein stukje naar links verplaatsen.
4. Stap 2 en 3 zo nodig nog een keer herhalen.
5. Rechter been recht neer leggen en de linker knie gebogen houden.
6. Met heupen en schouders in een rechte lijn op de rechter zij draaien. Niet draaien door af te zetten met het linkerbeen, maar door de linker arm voorlangs naar rechts te bewegen.

Uit bed komen

1. Om uit bed te komen is het juist makkelijker wanneer u op de rand van het bed ligt.
2. Verder gaan met stap 5 en 6.
3. Vanuit zijligging de benen buiten bed verplaatsen en met de armen/handen opdrukken tot zitstand. (zie afbeelding)

In bed gaan

Van zitten naar staan

1. Plaats handen op het bed, de stoelleuning of op de bovenbenen.
2. Verplaats schouders boven de knieën.
3. In een rustige vloeiende beweging gaan staan.

Nog aantal tips:

Pijn

Pijn is een natuurlijk beschermingsmechanisme van het lichaam en heeft in die zin een functie. Pijn geeft aan dat we onze grenzen bereiken. Het betekent echter niet dat bij pijn ook schade ontstaat.

Na de operatie kunnen uw pijnklachten geheel verdwenen zijn. Maar het kan ook zijn dat de pijnklachten van vóór de operatie nog gedeeltelijk aanwezig zijn. Naast deze ‘oude’ klachten kunnen er ook nieuwe (tijdelijke) klachten optreden. Veel voorkomende klachten zijn:  wondpijn, stijfheid in de rug en spierpijn. Verder is het zo dat er vaak na enkele dagen een dip in het herstelproces zit, vaak gepaard gaand met meer pijn dan in de dagen ervoor.

Wondpijn is geen reden voor angst en hoort bij een operatie. Het weer gaan belasten en bewegen op een rustige manier heeft een gunstige invloed op de wondpijn en wondgenezing. De totale wondgenezing duurt circa zes weken. Het herstel van het zenuwweefsel kan veel langer duren (tot enige maanden).

Bij het ontslag uit het ziekenhuis is met u gesproken over de pijnmedicatie voor thuis. Vlak na de operatie heeft u diverse keren pijnstilling gehad. Gebruikt u bij het ontslag nog pijnstilling, dan kunt u dat thuis afbouwen volgens het voorgeschreven afbouwschema.

Pijnmedicatie thuis afbouwen

Bij het ontslag uit het ziekenhuis is met u gesproken over de pijnmedicatie voor thuis. Vlak na de operatie heeft u diverse keren pijnstilling gehad. Gebruikt u bij het ontslag nog pijnstilling, dan kunt u dat thuis afbouwen volgens het afbouwschema.

Paracetamol

Paracetamol wordt tijdens de opname in volledige dosering van 4x 1000mg voorgeschreven. Paracetamol wordt als basis voor de pijnstillers gebruikt en wordt daarom ook als laatste afgebouwd. De afbouw van paracetamol is geheel naar eigen inzicht. Paracetamol kan bij weinig pijn bijvoorbeeld als volgt worden afgebouwd en ingenomen:

• 08.00, 12.00 en 17.00 uur 500mg paracetamol;
• 22.00 uur 1000mg paracetamol.

Arcoxia / etoricoxib

Mogelijk krijgt u tijdens uw ziekenhuisopname naast paracetamol ook Arcoxia; één keer per dag 60 mg. Deze tablet neemt u in principe in om 8.00 uur. Als de pijn een aantal dagen onder controle is, mag u op eigen inzicht stoppen met Arcoxia.

Lyrica of neurontin (gabapentine)

Voor deze pijnmedicatie geldt dat de neurochirurg tijdens de opname advies geeft hoe snel u deze af kan bouwen. Hiervoor geldt dat de dosering eerst gehalveerd wordt. Indien de pijnklachten weg blijven, kunt u de dosering weer minderen tot geheel stop (meestal kan het in één week afgebouwd worden).

Oxycontin (langwerkende)

Indien u deze pijnmedicatie tijdens de opname heeft gekregen, dan wordt er bij ontslag gekeken hoe lang u deze medicatie nog nodig heeft. Voor deze medicatie krijgt u een recept mee. Vaak is het gebruik van oxycontin kortdurend en kan bij weinig pijn het medicijn snel gestopt worden.

Als u oxycontin langere periode heeft gebruikt (langer dan drie weken), dan kunt u deze in één a twee weken (afhankelijk van uw periode van gebruik) langzaam afbouwen. Dit heeft voornamelijk met ontwenningsverschijnselen te maken.

Er is geen vast schema voor het afbouwen van oxycontin. Vaak wordt de dosering de eerste drie á vier dagen gehalveerd. Als de pijn onder controle is, dan kan de dosering na drie of vier dagen weer gehalveerd worden. Daarna kunt u in plaats van twee tabletten per dag naar één tablet per dag. Tot slot kunt u nog aantal dagen één tablet om de dag innemen en dan stoppen.

Als u na het stoppen met deze pijnmedicatie alsnog ontwenningsverschijnselen krijgt (de klachten zijn te vergelijken met de griep), dan kunt u nog één tablet innemen. Dit is niet zo zeer voor de pijn, maar voor de ontwenningsverschijnselen. Eén of twee tabletten moeten hiervoor voldoende zijn.

Afspraken voor thuis

Pijnstilling

Naast uw eigen medicatie gebruikt u op dit moment ook pijnstilling. De hieronder aangekruiste medicijnen zijn voor u van toepassing. 

Zelf afbouwen

Pijnstilling moet u thuis zelf afbouwen, al naargelang uw pijnklachten.

Te beginnen met:

En daarna:

Contact

Heeft u vragen?

• Dan kunt u de eerste 10 dagen na uw ontslag bellen met:

Isala Zwolle

verpleegafdeling Neurochirurgie
088 624 7896

• Na deze 10 dagen kunt u terecht bij uw eigen huisarts.

Meer informatie

Wilt u meer weten over neurochirurgie? Kijk dan ook eens op de website van Neurochirurgisch Centrum Zwolle.

Wij wensen u een goed herstel toe!