Contact
  1. 5927-Hematologische aandoening (PID): H3 Optionele bijlage Opname vanwege intensieve chemotherapie

Patiënten Informatie Dossier

​Op onze afdeling verplegen wij mensen met een oncologische of hematologische aandoening. U bent bij ons opgenomen vanwege intensieve chemotherapie. Wij hopen dat de informatie in dit voorlichtingsmateriaal ertoe bijdraagt dat de opname zowel voor u als voor uw naasten zo voorspoedig mogelijk verloopt. Ook geven wij u praktische adviezen en leefregels voor de periode na de ziekenhuisopname.

Voorbereiding

Contactpersoon

Tijdens het opnamegesprek heeft u de naam van een contactpersoon doorgegeven. Alleen deze persoon mag bij de verpleging informatie over u opvragen en ontvangen. Andere personen die naar u informeren, verwijzen wij door naar u of uw contactpersoon. Heeft uw contactpersoon vragen, dan kan hij of zij altijd telefonisch contact met de afdeling opnemen. Het telefoonnummer van de afdeling vindt u onder het kopje ‘Contact’.

Voorzieningen voor uw naasten

Voor uw naasten is het mogelijk een parkeerabonnement voor een week te kopen. Een abonnement is verkrijgbaar bij de Centrale balie in het hoofdgebouw (V) tegen contante betaling van € 12,50 per week. Dit abonnement is zeven dagen aaneengesloten geldig. Voor meer informatie over parkeren kunt u terecht bij de receptie via telefoonnummer 088 624 50 00 of op www.isala.nl.
Overige voorzieningen waarvan uw naasten en bezoek gebruik kunnen maken, staan beschreven op de website, www.isala.nl/bezoekers.

Wij wijzen u graag op onderstaande films over de gang van zaken op de afdeling. Ook vindt u hier praktische informatie. 

Zorg op de afdeling

Verpleegkundige zorg

Op de afdeling werkt een vast team van verpleegkundigen. Wij werken volgens het systeem van patiëntentoewijzing. Dit betekent dat één verpleegkundige de verantwoordelijkheid heeft voor de totale zorgverlening voor een aantal patiënten. Op die manier heeft u een duidelijk aanspreekpunt. Op de afdeling zijn ook leerling-verpleegkundigen en stagiaires werkzaam. Binnen het team hebben de verpleegkundigen-plus een aantal extra verantwoordelijkheden. De hele afdeling staat onder leiding van een operationeel leidinggevende.
Wanneer u informatie wenst of vragen heeft, kunt u altijd terecht bij de verpleegkundige. Ook kunt u met hem of haar eventuele opmerkingen en klachten bespreken.

Medische zorg

Aan de afdeling zijn internist-oncologen en internist-hematologen verbonden. Daarnaast werken er arts-assistenten op de afdeling. De arts-assistent, meestal in opleiding tot specialist, werkt onder verantwoordelijkheid van de medisch specialist. Elke dag komt een arts-assistent ’s ochtends bij u en uw medepatiënten langs; dit wordt ‘visite lopen’ genoemd. Dit wil zeggen dat hij of zij u informeert over uw behandeling en eventuele onderzoeken die verricht worden. Eventuele vragen over uw behandeling kunt u tijdens deze visite stellen.

Twee keer per week zal het visite lopen samen met de medisch specialist zijn. Dit kan een andere arts zijn dan uw ‘eigen’ polikliniekarts. Wanneer u contact wenst met de specialist of arts-assistent voor een persoonlijk gesprek of uitgebreide medische informatie, dan maakt de verpleegkundige een afspraak voor u. Uw naasten kunnen hierbij aanwezig zijn.

Andere zorgverleners en medewerkers op de afdeling

Afhankelijk van uw situatie en uw behandeling kunnen andere zorgverleners betrokken zijn bij de zorg voor u. Hieronder vindt u een overzicht van de zorgverleners en medewerkers die verbonden zijn aan de afdeling.

Medisch maatschappelijk werker

Ziekte, behandeling en opname in het ziekenhuis kunnen extra druk betekenen voor u en uw omgeving. Zo kunnen er bijvoorbeeld problemen ontstaan in relatie(s), thuis, op het werk of in het gezin. U kunt dan hulp of advies krijgen van de medisch maatschappelijk werker die verbonden is aan onze afdeling. Hij of zij draagt zorg voor het zo goed mogelijk afstemmen van uw psychische en sociale situatie op uw behandeling. Wanneer u of uw naasten behoefte hebben aan een gesprek met de maatschappelijk werker, dan kunt u dit doorgeven aan de verpleegkundige.

Geestelijk verzorger

Tijdens uw opname bij ons op de afdeling zal er ook aandacht zijn voor uw geestelijk welbevinden. Hiervoor is een geestelijk verzorger verbonden aan de afdeling. Er bestaat de mogelijkheid tot een gesprek met de geestelijk verzorger.

Diëtiste

Er is een diëtiste werkzaam op de afdeling. Zo nodig zal zij tijdens uw opname bij u langskomen voor een gesprek en bij uw behandeling betrokken blijven. Als u de diëtiste wilt spreken, kunt u dit doorgeven aan de verpleegkundige. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de informatie onder het kopje ‘Voeding tijdens ziekte en behandeling’.

Fysiotherapeut

De afdeling Fysiotherapie heeft een vast team dat werkzaam is op de afdeling. Als er aanleiding voor is, kan een fysiotherapeut bij uw behandeling betrokken worden.

Mondhygiëniste

Wanneer u intensieve chemotherapie krijgt, zult u vóór het starten van de behandeling een afspraak hebben bij de mondhygiëniste. Samen met de kaakchirurg bekijkt zij de conditie van uw gebit. Als zich tijdens de behandeling problemen voordoen met uw gebit of de mondverzorging, is het altijd mogelijk om een vervolgafspraak met de mondhygiëniste te maken. U kunt dit melden bij de verpleegkundige.

Afdelingssecretaresse

Zij neemt de telefoon op en is verantwoordelijk voor de administratie van onze afdeling. Zij regelt ook alle afspraken die voor u worden gemaakt.

Serviceassistenten

Zij serveren uw eten en drinken op de afdeling. Bij hen kunt u terecht met vragen en klachten over de maaltijd.

Huishoudelijke medewerkers

Zij houden dagelijks uw kamer en sanitair op de afdeling schoon.

Gastvrouwen

Zij zijn er iedere ochtend van maandag tot en met vrijdag. Zij brengen de post rond en kunnen u helpen met kleine dingen, zoals een krantje kopen of het inpakken van uw tas.

Richtlijnen tijdens de behandeling

Om infecties tijdens de behandeling te voorkomen, zijn richtlijnen opgesteld. Het is belangrijk dat deze richtlijnen worden nageleefd tijdens uw behandeling, zowel door ziekenhuismedewerkers als door uzelf. Hier leest u wat de richtlijnen inhouden.

Wassen/douchen

Over het algemeen komen infecties vanuit uw lichaam zelf. Daarom is een goede lichaamsverzorging belangrijk. Het is van belang dat u gedurende de dag regelmatig uw handen wast, in het bijzonder voor de maaltijd en na toiletgebruik. Andere adviezen:

  • Als u daartoe in staat bent, is het raadzaam om dagelijks een douche te nemen. De verpleegkundige kan u hierbij ondersteunen.
  • Het is belangrijk dat u, voordat u gaat douchen, de kraan twee minuten laat stromen om eventuele bacteriën uit de waterleidingen weg te spoelen.
  • Als het nemen van een douche u te veel energie kost, dan is het belangrijk dat u zich goed wast bij de wastafel of bij het bed.
  • Het gebruik van douchegel, deodorant en crème is toegestaan. Het is verstandig om bij huidirritatie pH-neutrale en/of ongeparfumeerde producten te gebruiken.
  • Heeft u last van een droge huid, dan kunt u het best gebruik maken van een ongeparfumeerde en vettende crème.
  • Let bij uw lichamelijke verzorging op eventuele huidveranderingen zoals puntbloedinkjes, blauwe plekken of huiduitslag. Als u dit bemerkt, geeft u dit dan door aan de verpleegkundige.
  • Het is mogelijk te douchen met een centrale lijn. Over de insteekopening krijgt u een doorzichtige folie (Tegaderm), die zo lang mogelijk blijft zitten. Met deze folie kunt u gewoon douchen.
  • Handig zijn plastic afwasbare slippers die u kunt aandoen tijdens het douchen.

Voor mannen: scheren

Om de kans op wondjes te verkleinen, kunt u zich het best scheren met een elektrisch scheerapparaat. Om het risico op infecties te verminderen, reinigt u de kop van het scheerapparaat dagelijks met alcohol 70%.

Urineren

Het is belangrijk dat u op een hygiënische manier gebruik maakt van het toilet. Niet alleen om eventuele infecties te voorkomen, maar ook omdat uw urine en ontlasting tijdens de behandeling een periode ‘chemobesmet’ zijn. Om ongemerkte verspreiding van cytostatica en uitscheidingsproducten door spetteren en morsen te voorkomen, geven wij u enkele adviezen:

  • Mannen moeten bij het urineren op het toilet gaan zitten.
  • Meer adviezen vindt u in hoofdstuk 5 ‘Beschermende maatregelen’ in de Behandelwijzer chemotherapie.

Nagelverzorging

Tijdens de behandeling is het raadzaam voorzichtig te zijn met het knippen van de nagels van de handen en voeten. Door het verlaagde aantal bloedplaatjes in uw bloed is de kans op wondjes groot. En een wondje is weer een bron van infectie. Het is belangrijk dat u de nagels van de handen rond afknipt en de nagels van de voeten recht om ingegroeide nagels te voorkomen. De verpleegkundige kan u helpen bij het verzorgen van uw nagels. Het is altijd mogelijk om een pedicure te vragen om uw nagels te verzorgen. De verpleegkundige heeft adressen van pedicures die ook in het ziekenhuis langskomen. Als u diabetes mellitus heeft, schakelt u altijd de pedicure in. De kosten hiervan zijn over het algemeen voor uw eigen rekening.

Wasvoorschriften kleding

Uw kleding kan het best op 60 °C worden gewassen en vervolgens worden gestreken.

Meer informatie over het wassen van kleding vindt u in hoofdstuk 5 ‘Beschermende maatregelen’ in de Behandelwijzer chemotherapie.

Linnengoed

  • U kunt gebruik maken van het linnengoed van het ziekenhuis. Het is belangrijk om altijd schone handdoeken en washandjes te gebruiken.
  • U krijgt dagelijks schoon linnengoed op uw bed. In het weekend wordt ook het dekbed vervangen.
  • Wanneer uw bed om welke reden dan ook vochtig is geworden, laat u het bed verschonen om de kans op bacteriegroei te verminderen.

Mondverzorging

Voor patiënten met een eigen gebit gelden de volgende richtlijnen:

  • Poets drie maal per dag de tanden met een zachte tandenborstel en fluorhoudende tandpasta.
  • Maak bij het tandenpoetsen gebruik van mineraalwater (Spa blauw) in plaats van kraanwater.
  • Spoel de mond vier maal per dag met mineraal water.
  • Start bij mondslijmvliesontsteking (mucositis) met chloorhexidinemondspoeling 0,2%, tenzij u dit niet kunt verdragen.
  • Spoel de tandenborstel af met mineraalwater en maak de tandenborstel na gebruik goed droog met een gaasje.
  • Zet de tandenborstel in een beker met de borstel omhoog.
  • Vervang de tandenborstel één keer per week.
  • Gebruik geen tandenstokers en flossdraad vanwege de kans op bloedingen.
  • Smeer de lippen zo nodig in met vaseline of lippenbalsem; dit is verkrijgbaar via de verpleegkundige.

Voor patiënten met een gebitsprothese gelden de volgende richtlijnen:

  • Reinig drie maal per dag het gebit met tandenborstel en zeep.
  • Wanneer u het niet prettig vindt om uw gebit alleen met zeep te poetsen, kunt u het daarna met tandpasta napoetsen.
  • Spoel de mond vier maal per dag met mineraalwater.
  • Start bij mondslijmvliesontsteking (mucositis) met chloorhexidinemondspoeling 0,2%.
  • Let erop dat de tandenborstel hard is.
  • Maak de tandenborstel na gebruik goed droog met een gaasje.
  • Zet de tandenborstel in een beker met de borstel omhoog.
  • Vervang de tandenborstel één keer per week.
  • Bewaar het gebit in een bakje met chloorhexidine 0,2%. Spoel het bakje dagelijks om.
  • Smeer de lippen zo nodig in met vaseline of lippenbalsem; dit is verkrijgbaar via de verpleegkundige.

N.B. Wanneer u nog gedeeltelijk een eigen gebit heeft, dan gebruikt u twee tandenborstels gebruiken: een harde voor de prothese en een zachte voor uw eigen gebit.

Extra medicijnen: SDD-medicatie

Omdat uw weerstand tegen infecties door de behandeling is afgenomen, bestaat de kans dat bacteriën die bij iedereen in het maag-darmkanaal aanwezig zijn, bij u infecties geven. Zo zijn darmbacteriën berucht voor het veroorzaken van hoge koorts en algeheel ziek zijn wanneer zij in het bloed terechtkomen. Om te voorkomen dat u ziek wordt van deze bacteriën, krijgt u – voordat u met de chemotherapie start – SDD-medicatie. SDD staat voor Selectieve Darm Decontaminatie en bestaat uit antibiotica die ziekmakende bacteriën uit uw darm verwijderen, en uit antischimmelmedicijnen.

SDD-kweken

Voordat u begint met de SDD-medicatie, worden er eerst zogenoemde inventarisatiekweken afgenomen. Dat betekent dat er kweken (monsters) worden afgenomen van de keel, neus, ontlasting en urine. Eventueel wordt een kweek afgenomen van aanwezige wondjes of de insteekopening van het infuus.

Om te controleren of de SDD-medicatie bij u voldoende werkt, zullen regelmatig kweken worden afgenomen die worden vergeleken met de inventarisatiekweken. Dit noemen we de SDD-kweken. Het gaat om de volgende SDD-kweken:

  • tweemaal per week (op maandag en donderdag) een kweek van keel en ontlasting;
  • eenmaal per week (op maandag) een kweek van neus en, indien van toepassing, van bloed uit de centrale lijn;
  • als er aanleiding voor is, wordt een kweek afgenomen van de insteekopening van de centrale lijn.

Aan de hand van de SDD-kweken kan de eventuele aanwezigheid van bacteriën worden aangetoond en kan de arts zo nodig meer of andere antibiotica voorschrijven.

Voeding tijdens ziekte en behandeling

Voldoende eten en drinken kan tijdens ziekte en behandeling een probleem zijn. Vaak genoemde klachten zijn: verminderde eetlust, smaak- en geurveranderingen, weerzin tegen voeding, snel een vol gevoel, misselijkheid, braken, diarree, pijnlijke mond of keel en vermoeidheid. De voedingsklachten kunnen verschillen per persoon.

Goede voeding

Een goede voedingstoestand is van belang om complicaties te beperken en uw conditie zo veel mogelijk te handhaven en/of te verbeteren. Een goede voeding bij ziekte is een voeding die voorziet in voldoende bouwstoffen, energie en vitamines en mineralen. Om dat te bereiken is het verstandig zo gevarieerd mogelijk te eten. Het streven is dat uw lichaamsgewicht niet afneemt. Dit geldt ook als u overgewicht hebt.

Tijdens uw behandeling is de diëtiste bij uw behandeling betrokken. De diëtiste inventariseert uw klachten en gewichtsverloop, en berekent uw voedingsinname en voedingsbehoefte. Zij geeft tips bij klachten en geeft u advies om uw voeding te optimaliseren, bijvoorbeeld door een energie- en eiwitverrijkte voeding te gebruiken, zo nodig met dieetpreparaten. Ook kan zij kunstmatige voeding via een sonde of infuus adviseren.

Hygiënerichtijnen ten aanzien van voeding

Na bepaalde chemokuren kunt u een verminderde weerstand hebben doordat het aantal witte bloedcellen (leukocyten) sterk daalt; dit wordt ook wel de ‘dip’ genoemd. Om deze reden krijgt u SDD-medicatie voorgeschreven, zoals u onder het kopje ‘Richtlijnen tijdens de behandeling’ heeft kunnen lezen.

Daarnaast gelden er hygiëneadviezen ten aanzien van uw voeding om u te beschermen tegen voedselinfecties. Onderstaande adviezen gelden tot twee maanden na een intensieve chemokuur of autologe stamceltransplantatie (stamcellen van uzelf). Na een allogene stamceltransplantatie (stamcellen van een donor) gelden deze adviezen zolang u profylactische (uit voorzorg) antibiotica en/of afweeronderdrukkende medicatie gebruikt, zoals ciclosporine (Neoral ®), mycophenolaat mofetil (Cellcept ®) en prednisolon in een dosering vanaf 30 mg/per dag. Tevens gelden deze adviezen bij een omgekeerde afstoting (GraftVersusHost Ziekte) van het maag-darmkanaal.

Voedingsadviezen bij een verminderde weerstand

Gebruik geen:

  • kraanwater;
     Tijdens opname zullen wij u flessen met Spa blauw aanbieden. In de thuissituatie is kraanwater wel toegestaan.
  • rauw(e) of gedroogde vlees(waren) zoals biefstuk, rosbief, carpaccio, filet americain, fricandeau, tartaar, ossenworst, rauwe ham, parmaham, boerenmetworst, Franse droge worst, leverworst, leverpastei en paté;
  • rauwe vis, zoals tonijn en sushi;
  • rauwe schelpdieren zoals oesters;
  • voorverpakte gerookte vis zoals gerookte zalm, makreel en paling;
  • kaas van rauwe melk (‘au lait cru’);
  • rauwe en zachtgekookte eieren;
  • probiotica zoals Yakult, Vifit, Actimel, Activa.

Wel toegestaan:

  • cervelaat, chorizo, salami; na verhitting of na twee dagen invriezen
  • Haring; dagvers.
  • boerderijkaas en schimmelkaas gemaakt van gepasteuriseerde melk;
  • ei met een gestolde dooier.

Hoe gaat u hygiënisch met voedsel om?

Bereiden

  • Was groente en fruit goed onder stromend water. Let erop dat groente en fruit vers en onbeschadigd is.
  • Was gewassen voorverpakte groenten opnieuw. Dompel kiemgroenten zoals taugé, tuinkers en alfalfa onder in kokend water, indien u het rauw gebruikt.
  • Verhit vlees, vis, kip en ei door en door.
  • Verhit een van te voren bereid gerecht door en door en maximaal één keer.
  • Was voor de bereiding en het eten van de maaltijd de handen.
  • Verschoon dagelijks thee-, hand- en vaatdoekjes.
  • Gebruik schoon keukengerei van kunststof, glas of metaal (planken, pollepels).
  • Houd vuile en rauwe producten apart van schone en bereide producten; voorkom dat bacteriën van rauwe op bereide producten worden overgebracht via handen, snijplank, bord of ander keukengerei.
  • Ontdooi bevroren vlees in de koelkast of in de magnetron. Spoel het dooivocht weg met heet water. Veeg gemorst dooivocht weg met keukenpapier.
  • Strooi niet zelf met peper, vermijd vooral het inademen van deeltjes (schimmelsporen).
  • Pel niet zelf noten, vermijd vooral het inademen van deeltjes (schimmelsporen).

Bewaren

  • Een aangebroken fles Spa blauw mag maximaal één dag gebruikt worden.
  • Laat melkproducten niet langer dan twee uur buiten de koelkast staan, gooi ze daarna weg.
  • Bewaar bederfelijke producten in de koelkast.
  • Koel een gerecht dat niet direct gegeten wordt snel af, bijvoorbeeld in een bak met water.
  • Gebruik geen producten die langer dan een uur warm gehouden worden.
  • Bewaar een van tevoren bereid gerecht maximaal twee dagen afgedekt in de koelkast.
  • Dek voedsel af, ook in de koelkast.

Bewaaradvies voedingsmiddelen

Over het algemeen geldt, hoe korter voeding bewaard wordt, hoe veiliger. Let op de houdbaarbaarheidsdatum en bewaarinstructies op de verpakking. Als op de verpakking een kortere bewaartermijn wordt aangegeven dan in onderstaande tabel, houd dan de termijn op de verpakking aan.

Tabel Bewaaradvies voedingsmiddelen 
Bewaartijden van geopende verpakkingen of producten zonder houdbaarheidsdatum In de koelkast (max 7°C)  In de diepvries (max -18°C)
Gesneden en gewassen groenten (ook ongeopend) 1 dag 3 maanden (eerst blancheren)
Bladgroenten (sla, andijvie, spinazie) 2 dagen -
​Aardebeien, bessen, bramen, frambozen, kersen ​1-2 dagen ​8 maanden
​Appels, peren ​2-4 weken ​-
​Geopende melkproducten ​3 dagen -​
​Geopende vruchtensappen ​3 dagen ​-
Rauw vlees (rund, varken, kip)​ ​2 dagen ​4 maanden
Rauw bewerkt vlees (gehakt, hamburger, slavink)​ ​1 dag ​2 maanden
Vleeswaren (alleen toegestane soorten)​ ​4 dagen ​1 maand
​Rauwe vis, rauwe garnalen ​1 dag ​3 maanden
​Rauwe mosselen ​1 dag ​-
Gerookte vis (niet voorverpakt)​ ​2 dagen ​3 maanden
​Stuk kaas, smeerkaas ​7 dagen ​2 maanden
​Plakken kaas, geraspte kaas, zachte kaas ​3 dagen ​-
Brood​ ​- ​2 weken
​Salades, zoals huzarensalade, eiersalade ​1 dag ​-
Bereide soepen​ ​2 dagen ​3 maanden
​Vlees, vis, groenten uit blik of glazen pot ​2 dagen ​3 maanden
​Gebak met slagroom ​1 dag ​1 maand
​Gebaseerd op de bewaarwijzer van het Voedingscentrum

Eten bij anderen

Vraag bij eten dat door anderen bereid is (snackbar, restaurant, broodjeszaak) na of het voldoet aan deze hygiënische voedingsrichtlijnen. Afhaalrestaurants houden de voeding doorgaans langer dan een uur warm en zijn daarom niet geschikt.

Eten van thuis tijdens opname

U kunt een warme maaltijd van thuis laten meenemen. Zorg dat de maaltijd is bereid volgens bovenstaande adviezen. Neem de maaltijd mee in een koeltas met koelelementen. In de afdelingskeuken kunt u de maaltijd verhitten (vierenhalve minuut op 900 watt). Roer tussentijds door.

Voor meer informatie

De website www.voedingscentrum.nl geeft veel informatie over voedselveiligheid.

Isolatieverpleging op onze afdeling

Na een intensieve chemokuur of een stamceltransplantatie is uw weerstand laag en loopt u een grotere kans om infecties op te lopen. Om u te beschermen tegen ziekteverwekkers van buiten, zoals bacteriën, wordt u verpleegd op de afdeling oncologie/ hematologie. Afhankelijk van uw conditie, medische situatie en ruimte op de afdeling zult u opgenomen worden op een vier persoonszaal of op een éénpersoonskamer. U zult hier in (beschermende) isolatie verpleegd worden. Dit betekent dat u, de verpleegkundigen en uw bezoek zich moet houden aan de regels die in dit voorlichtingsmateriaal staan beschreven.

Wanneer gaat isolatieverpleging in?

Bij de meeste patiënten daalt de waarde van de leukocyten tijdens de chemotherapie of na de stamceltransplantatie. De isolatieperiode gaat in op de dag van de stamceltransplantatie of als de waarde van uw leukocyten in uw bloed lager is dan 1,0. De isolatieperiode wordt opgeheven als de waarde van leukocyten twee achtereenvolgende dagen boven de 1,0 is en de waarde van de neutrofielen in het bloed twee achtereenvolgende dagen hoger dan 0,5 is.

Isolatiekamer

Als u een intensieve behandeling ondergaat of u een stamceltransplantatie krijgt, zult u enige tijd in beschermde isolatie verpleegd worden. Afhankelijk van uw conditie, medische situatie en ruimte op de afdeling zult u opgenomen worden op een vier persoonszaal of op een éénpersoonskamer.

Bezoek

Tijdens uw isolatieperiode gelden de volgende bezoekregels:

  • Er mogen maximaal twee bezoekers tegelijkertijd bij u op bezoek. Het is verstandig dat bezoekers die voor het eerst te maken hebben met de isolatieregels, zich eerst melden bij de verpleegkundige. De verpleegkundige kan dan uitleggen aan welke regels de bezoekers zich moeten houden.
  • Bezoekers laten hun jas en eventuele tas achter op de kapstok in de sluis of voor de zaal. Eventuele waardevolle spullen, zoals een portemonnee en mobiele telefoon, kunnen zij meenemen in een plastic tas. Deze zijn op de afdeling beschikbaar.
  • Vervolgens desinfecteren zij hun handen met handenalcohol. Dit is aanwezig bij het betreden van de zaal of de kamer. Alleen als handen zichtbaar vuil zijn, moeten ze vóór de desinfectie met alcohol gewassen worden met vloeibare zeep.
  • Bezoekers die een infectie hebben, mogen niet op bezoek komen. Mocht bezoek klachten hebben die passen bij de luchtweginfecties, zoals hoesten, niezen, keelpijn en een loop-of snotneus? Dan is bezoek niet toegestaan. Bij twijfel kunt u altijd de verpleegkundige raadplegen.
  • Eigen (klein-)kinderen mogen bij u op bezoek komen in de periode dat u in isolatie ligt, mits ze niet ziek of verkouden zijn en er geen waterpokken of andere epidemieën heersen.
  • Per keer mag er één kind met begeleiding naar binnen. In alle gevallen moet er rekening gehouden worden met uw conditie. Bij twijfel wordt er navraag gedaan bij de arts.

Wat mag er wel/niet op de isolatiekamer?

  • Bloemen en planten zijn niet toegestaan op de isolatiekamers in verband met bacteriën die in plantenwater aanwezig zijn.
  • Op de hematologie unit is een koelkast aanwezig die u kunt gebruiken.
  • De isolatiekamers zijn voorzien van een televisie, hier kunt u kosteloos gebruik van maken.
  • Het gebruik van een mobiele telefoon is toegestaan.
  • Een radio, cd-speler, mp3-speler en dergelijke kunt u van thuis meenemen.
  • Er is draadloos internet beschikbaar. Een laptop of iPad kunt u zelf meenemen.
  • U mag gewoon post ontvangen. Kranten en tijdschriften mag u lezen, mits ze nieuw zijn.

Nazorg na behandeling met intensieve chemotherapie

De ontslagdatum wordt zo mogelijk een paar dagen van tevoren, in overleg met u en uw familie, vastgesteld. De meeste patiënten vinden het prettig om weer naar huis te mogen. Toch wordt thuis vaak de veiligheid van het ziekenhuis gemist.

Weer thuis

In de periode na de behandeling kunnen er veel vragen ontstaan. Dit kunnen medische vragen zijn, bijvoorbeeld over de aard en duur van bepaalde bijwerkingen, of over mogelijk nieuwe klachten. Ook kunt u vragen hebben over uw toekomst of vooruitzichten. Kan ik nog wel op vakantie? Hoe weet ik dat de ziekte terug is? Hoe kan ik mijn leven zo inrichten dat ik meer ruimte heb om tot rust te komen en dingen te doen die ik leuk vind?

Blijf niet met deze vragen rondlopen. Medische vragen kunt u stellen aan uw behandelend arts tijdens uw polikliniekbezoek. De eerste tijd na ontslag heeft u regelmatig een afspraak bij uw behandelend arts op de polikliniek. Andere vragen kunt u bespreken met de regieverpleegkundige oncologie. Zij kan u wellicht daarmee helpen of doorverwijzen naar een andere zorgverlener.

Praktische adviezen en leefregels voor thuis

Na de intensieve chemotherapie en/of de stamceltransplantatie is uw weerstand verminderd. Om infecties zo veel mogelijk te voorkomen, is het belangrijk dat u zich ook thuis aan een aantal leefregels houdt.

Persoonlijke hygiëne

Het is belangrijk dat u goede persoonlijke hygiëne toepast. Wij raden u aan om dagelijks een douche te nemen en om na gebruik van het toilet de handen goed wassen. Als een naaste in uw huishouden diarree heeft, moet het toilet na gebruik schoongemaakt worden.

Zonlicht

In het eerste jaar is het belangrijk dat u voorzichtig bent met zonlicht. Als u de zon in gaat, is het belangrijk om beschermende kleding te dragen en u in te smeren met een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor.

Openbare ruimten

Wij raden u aan om de eerste drie maanden na de behandeling openbare ruimten/samenkomsten waar veel mensen aanwezig zijn, te vermijden. Hierbij kunt u denken aan theatervoorstellingen, concerten en recepties. Het risico dat u een infectie oploopt, is daar namelijk verhoogd.

Buitenland

Wij adviseren u om de periode na de behandeling niet op reis te gaan naar landen waar veel maag-/darminfecties en/of malaria voorkomen.

Intimiteit en seksualiteit

Er zijn geen beperkingen op het gebied van intimiteit en seksualiteit. Wel raden wij u aan om bij gemeenschap condooms te gebruiken om het risico op infecties te verkleinen. Door de behandeling kunnen vrouwen last hebben van droge slijmvliezen waardoor vrijen pijnlijk is. Een glijmiddel kan hierbij uitkomst bieden. Glijmiddel (Sensilube) is te koop bij de drogist of apotheek. Mannen kunnen door de behandeling erectieproblemen krijgen. Mocht u hier last van hebben, bespreek dit dan met uw behandelend arts.

Beperkingen

Na ontslag zijn er in principe geen beperkingen meer wat betreft uw bezigheden. Mocht u hierover toch nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met uw arts of de verpleegkundigen. Binnen redelijke grenzen geldt: wat u kunt en prettig vindt, mag ook. Contactgegevens en meer informatie over wanneer u contact op moet nemen met uw arts vindt u in hoofdstuk 3 van de Behandelwijzer chemotherapie (wanneer moet u een arts waarschuwen?).

Checklist hematologische behandeling

Tabel Checklist hematologische behandeling 

Inleiding

Datum

Paraaf

​Uitreiken PID
​Uitleg, doel en gebruik PID
​Belangrijke telefoonnummers
​Opname informatie afdeling V2.3A

​Schriftelijke informatie

​Datum

​Paraaf

​ ​Onderstaande informatie toevoegen aan PID, indien van toepassing 
​Verslag diagnosegesprek
​Schriftelijke informatie ziektebeeld (KWF)
​Schriftelijke informatie chemotherapie/immunotherapie (KWF)
​Schriftelijke informatie stamceltransplantatie (folder Neupogen)
​Schriftelijke informatie wetenschappelijk onderzoek (KWF)
​Schriftelijke informatie toelichten

​Hematologische behandeling

​Datum

​Paraaf

​Centrale lijn (Hickman- subclaviacatheter)

  • Informatie doel centrale lijn
  • Informatie procedure inbrengen centrale lijn
  • Informatie dagelijkse verzorging centrale lijn

Chemotherapie/immunotherapie

  • Informatie over doel, beschermende maatregelen en bijwerkingen
  • Kuurspecifieke informatie toevoegen aan PID

​Bloed en bloedwaarden

  • Informatie over samenstelling bloed, bloedtransfusie, 'normaalwaarden', 'de dip'en het invulformulier bloedwaarden
  • Invulformulier bloedwaarden toevoegen aan PID

​Richtlijnen tijdens behandeling

​Datum

​Paraaf

 

Laatst gewijzigd 5 september 2023 / 5927 / P