Een meningeoom is een tumor die groeit vanuit het hersenvlies. Dit betekent dat het overal kan voorkomen waar zich hersenvlies bevindt: rond het centrale zenuwstelsel (de hersenen en het ruggenmerg), aan de schedelbasis en tussen de hersendelen (waar het hersenvlies een tussenschot vormt).
Het is meestal een goedaardige, langzaam groeiende tumor (graad 1). Een meningeoom graad 1 oefent druk uit op het omliggende weefsel, maar groeit er niet in. Meningeomen met kwaadaardige kenmerken (graad 2 en graad 3) zijn zeldzaam. Deze meningeomen groeien sneller en kunnen wel groeien in het omliggende weefsel.
Meningeomen komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Deze tumoren zijn namelijk gevoelig voor bepaalde hormonen. Vrouwen bij wie een meningeoom is gevonden, mogen geen anticonceptiepil of hormoonvervangende middelen gebruiken.
Meestal ontstaan meningeomen bij mensen vanaf de middelbare leeftijd. Maar ze kunnen ook op jongere of oudere leeftijd voorkomen.

Afbeelding 1: illustratie van een meningeoom
Verschijnselen
Op afbeelding 1 is te zien hoe de tumor vanuit de hersenvliezen groeit en de hersenen indeukt. Doordat er druk wordt uitgeoefend op het omliggende weefsel kunnen er verschijnselen ontstaan. Vaak is een meningeoom al wat groter, voordat er verschijnselen ontstaan. Verschijnselen zijn bijvoorbeeld een epileptische aanval of aanhoudende hoofdpijn, soms met misselijkheid en braken. Soms zijn er verschijnselen van psychische stoornissen, een doof of tintelend gevoel in één of meerdere armen of benen, verlamming, dubbelzien of problemen met praten. Soms wordt een meningeoom toevallig ontdekt, omdat om een andere reden onderzoek wordt verricht.
Behandeling
Voor het bepalen van een behandelplan kijkt het behandelteam naar:
- de grootte van het meningeoom;
- de plaats van het meningeoom;
- de snelheid waarmee het meningeoom groeit;
- het aantal meningeomen (soms komen er meerdere meningeomen tegelijk voor bij één persoon);
- de leeftijd en gezondheidstoestand van de patiënt.
Er zijn drie behandelmogelijkheden:
1. Afwachten en controle met MRI-scans
Soms kiezen wij ervoor om geen behandeling te starten. Wel vinden er controles plaats met MRI-scans. Dit noemen we 'wait and scan'. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij een klein meningeoom, dat langzaam lijkt te groeien en geen klachten geeft. Volgens de laatste richtlijnen vinden controles plaats tot de leeftijd van 80 jaar, omdat een meningeoom daarna meestal niet meer groeit.
2. Operatie
Meningeomen kunnen wij meestal helemaal verwijderen met een operatie. Dit noemen we een craniotomie. De neurochirurg verwijdert de tumor dan door het openen van de schedel.
Meningeomen zijn meestal goed van het normale hersenweefsel te onderscheiden. De risico’s van de operatie hangen af van de plaats, grootte en ligging van het meningeoom. De neurochirurg bespreekt de risico's voor uw situatie met u. Een patholoog-anatoom onderzoekt het weefsel, dat de neurochirurg tijdens de operatie verwijderd heeft. Zeven tot tien dagen na de operatie is de uitslag meestal bekend. Daarna beoordelen wij of er meer behandelingen nodig zijn en hoe u onder controle blijft.
3. Radiotherapie (bestraling)
Soms krijgt u radiotherapie (bestraling) als eerste behandeling. Bijvoorbeeld als een operatie te gevaarlijk voor u is, omdat het meningeoom op een lastig plek zit of als er een groot risico is op hersenschade. Radiotherapie kan ook de eerste keus zijn bij kleine meningeomen of bij patiënten die door hun gezondheidstoestand veel risico’s lopen bij een operatie.
Radiotherapie wordt soms ook gegeven als aanvullende behandeling. Dit gebeurt als een meningeoom niet volledig verwijderd is bij een operatie. Of als de tumor een meer kwaadaardig karakter heeft. Soms kiest de arts voor bestraling als een meningeoom toch weer groeit na een eerdere operatie.
Er zijn verschillende soorten bestraling. De radiotherapeut (bestralingsarts) bepaalt welk soort radiotherapie het beste bij uw situatie past. Uw arts bespreekt dit uiteraard eerst met u.
Na de behandeling blijft u onder controle bij de neuroloog of neurochirurg. Er wordt regelmatig een MRI-scan gemaakt. Uw arts bespreekt met u hoe vaak u voor controle moet komen en hoe lang u onder controle blijft.
Heeft u na het vaststellen van een meningeoom of de behandeling daarvan lichamelijke klachten of heeft u problemen met denken, geheugen, concentratie of emoties? Een revalidatiearts kan u mogelijk ondersteunen bij uw herstel. Uw arts regelt dan een doorverwijzing.
Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent.
Zwolle
Neurologie
088 624 24 58 (bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
Neurochirurgie
De contactgegevens van de neurochirurgen vindt u op de website van Isala (bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur).
Radiotherapie
088 624 54 49 (bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
Heeft u een afspraak en kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.