Bloedtransfusie Bloedtransfusie
- Isala
- Patiëntenfolders
- 6129-Bloedtransfusie
In sommige gevallen is bij een behandeling of operatie een bloedtransfusie nodig. Uw arts schrijft een bloedtransfusie alleen voor als dat voor de behandeling noodzakelijk is. Dit doet hij niet zonder uw toestemming, tenzij er een acute noodsituatie is.
Waarom een bloedtransfusie?
Bloedtransfusies zijn vaak levensreddend. Sommige operaties of behandelingen kunnen zelfs niet worden uitgevoerd zonder bloedtransfusie. Een bloedtransfusie weigeren, betekent soms een groter risico voor uw gezondheid dan een bloedtransfusie ontvangen. Dit neemt niet weg dat uw arts u zal inlichten over de mogelijke risico’s die aan een transfusie verbonden zijn. Zodat u een weloverwogen keuze kunt maken of u de transfusie wilt ontvangen of niet.
Hoe veilig is een bloedtransfusie?
Jaarlijks ontvangen zo’n 250.000 mensen een bloedtransfusie. Om bloedtransfusies zo veilig mogelijk te maken, worden de volgende maatregelen genomen:
- alleen gezonde mensen kunnen bloeddonor worden;
- donoren (de mensen die bloed afstaan voor transfusie) geven hun bloed vrijwillig en worden hiervoor niet betaald.
Al het donorbloed wordt gecontroleerd op:
- twee soorten geelzuchtvirussen (hepatitis B en C);
- de geslachtsziekte syfilis;
- een virus dat een ruggenmergziekte en leukemie kan veroorzaken;
- het humaan immuundeficiëntievirus (HIV) dat aids kan veroorzaken.
Bloed dat mogelijk besmet is, wordt vernietigd. Toch blijft er, ondanks alle voorzorgen, een zeer kleine kans bestaan op besmetting met een virus of een ziektekiem door een bloedtransfusie. Zo is de kans dat een eenheid bloed besmet is met HIV kleiner dan één op een miljoen. Het kan zijn dat de bloeddonor nog maar kort geleden werd besmet. In zijn bloed kan de aanwezigheid van de ziekteverwekker dan nog niet worden aangetoond. Ook is het mogelijk dat de hoeveelheid virus in het bloed zo gering is, dat het niet kan worden aangetoond met een bloedtest. Ook kan het gebeuren dat er virussen in het bloed zitten, die we nog niet kennen of waarop niet getest wordt.
Past het donorbloed wel bij u?
Het bloed dat u toegediend krijgt, moet bij u ‘passen’. Daarom nemen wij bij u bloed af om uw bloedgroep en Rhesusfactor vast te stellen. Sommige mensen hebben antistoffen tegen bloedcellen van anderen in hun bloed. Deze stoffen kunnen aanwezig zijn na een zwangerschap of vroegere bloedtransfusie. Indien dat het geval is, kan het langer duren voordat er ‘passend’ bloed wordt gevonden.
Het transfusielaboratorium kan navraag doen bij een landelijke database of er eerder antistoffen bij u zijn gevonden in een ander ziekenhuis of laboratorium. Dit versnelt het vinden van passend bloed. Vlak voordat u een bloedtransfusie krijgt, zal de verpleegkundige nogmaals controleren of het bloed van de donor inderdaad voor u bestemd is.
Bijwerkingen van een bloedtransfusie
In sommige gevallen kan er na een bloedtransfusie een reactie optreden herkenbaar aan bijvoorbeeld koorts. Soms vormen patiënten na een bloedtransfusie antistoffen tegen bloedcellen van een bepaalde bloedgroep. In dit geval ontvangt u van het transfusielaboratorium een kaartje met de bloedgroepgegevens. Dit kaartje moet u bij volgende bloedtransfusies altijd aan uw arts tonen.
Omdat de mogelijkheid bestaat dat deze antistoffen na verloop van tijd niet meer aantoonbaar zijn, worden de gegevens opgenomen in een landelijke database. Bij een volgende bloedtransfusie kan het transfusielaboratorium van het ziekenhuis waar u op dat moment behandeld wordt de landelijke database raadplegen om zo goed en snel mogelijk passend bloed voor u te zoeken.
Vraag uw arts of het ziekenhuislaboratorium om informatie als u bezwaar heeft tegen het opnemen van uw gegevens in deze landelijke database.
Een bloedtransfusie weigeren
U mag altijd een bloedtransfusie weigeren. Bedenk daarbij wel dat er niet altijd andere mogelijkheden zijn. Bespreek uw twijfels over de bloedtransfusie tijdig met de arts die u behandelt.
Tot slot
Als u bloed nodig heeft, dan is het er. Vanzelfsprekend. Help mee om dat vanzelfsprekend te houden. Praat erover met mensen in uw omgeving. Iedereen tussen 18 en 70 jaar die gezond is, kan bloeddonor zijn. Meer informatie vindt u op www.sanquin.nl of bij een Sanquin Bloedbank in uw regio. Deze tekst is opgesteld in samenwerking met Stichting Sanquin Bloedvoorziening.
Contact
Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de afdeling waar u onder behandeling bent.
Zwolle
Klinisch chemisch laboratorium
088 624 24 68 (bereikbaar op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur)
Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.