Contact
  1. 6190-Hemodialyse: Een dialysekatheter

Een dialysekatheter

Een dialysekatheter geeft toegang tot de bloedbaan. Het is belangrijk de katheter goed te verzorgen en problemen snel te melden.

Voor hemodialyse is een toegang tot de bloedbaan noodzakelijk. Een dialysekatheter is een kunststof slangetje van ongeveer 20 cm lang. Deze katheter is ingebracht in een ader. Dat kan zijn de halsader, de ader onder het sleutelbeen of in de liesader. De katheter vormt een ‘open’ verbinding met de bloedbaan en is daardoor zeer infectiegevoelig. Daarom is zorgvuldige behandeling en verzorging van de katheter zeer belangrijk.

Katheter dialyse

Bron: Nierstichting

Ongetunnelde katheter

Een ongetunnelde katheter ligt enkele centimeters onder de huid en gaat daarna de ader in. De katheter kan enkele weken tot maanden blijven zitten. De insteekopening (de opening waar de katheter door de huid naar buiten komt) is in de hals of lies. De katheter moet altijd vastgehecht zijn en de insteekopening wordt na elke dialyse afgeplakt met een steriele pleister. Zolang u de katheter heeft, mag u nooit zwemmen of in bad gaan. De insteekopening mag niet nat worden. Zie verder onder kopje douchen.

Getunnelde katheter

Een getunnelde katheter is gemaakt om langdurig gebruikt te worden. De katheter wordt voor een deel onderhuids geplaatst om infectierisico te verkleinen. De insteekopening (de opening waar de katheter door de huid naar buiten komt) zit meestal op de borst. Soms kunt u voelen waar de katheter onderhuids ligt. De katheter gaat net als de ongetunnelde katheter in de hals de ader in. Bij uitzondering kan er een getunnelde katheter in de lies worden geplaatst.

Zolang u deze katheter heeft, mag u nooit zwemmen of in bad gaan. De eerste drie weken mogen de insteekopening en andere wondjes niet nat worden bij het douchen Zie verder onder het kopje douchen. Na vier weken controleert de nefroloog of de katheter goed is ingegroeid in de huid en kunnen de hechtingen meestal verwijderd worden. 

Verzorging van een dialysekatheter

Verzorging op de dialyse afdeling

Elke dialyse wordt de insteekopening met alcohol of jodium gedesinfecteerd. Dit is om infecties te voorkomen. Hierna brengt de verpleegkundige een schone pleister aan. Eenmaal per week wordt antibiotica in de vorm van een zalf aangebracht op de insteekopening. Na elke dialyse wordt de katheter opgevuld met een vloeistof, citraat of medacinase. Dit is om stolling van bloed en bacteriegroei in de katheter te voorkomen.

Verzorging thuis

De pleister op de insteekopening kan blijven zitten tot de volgende dialyse. Laat deze iets los dan kunt u een nieuwe pleister eroverheen plakken. Draag de katheter tegen het lichaam, eventueel vast geplakt. De katheter moet geen pijn of trekkend gevoel geven.

In bad, douchen en zwemmen

Met een katheter mag u vanwege infectie gevaar, nooit zwemmen of in bad gaan. Het douchen van uw onderlichaam is toegestaan, mits u onderstaande aandachtspunten in acht neemt. De insteekopening van een ongetunnelde katheter of een nieuwe getunnelde katheter mag niet nat worden. U kunt uw haar (eventueel met hulp) wassen bij de wastafel. Houd een opgevouwen handdoek tegen de insteekopening zodat deze niet nat wordt.

Mocht u toch graag uw hele lichaam willen douchen, dan kunt u hiervoor een speciale douchepleister gebruiken. Vraag uw dialyseverpleegkundige naar de mogelijkheden hiervoor.

Bij een getunnelde katheter mag u zonder speciale douchepleister douchen na toestemming van de nefroloog (ongeveer na zes weken). In dat geval laat u het oude verband tijdens het douchen zitten. Na het douchen, wast u de handen. Dan verwijdert u het oude, natte verband. Dep de insteekopening droog met schone steriele gazen. Plak een schone, nieuwe pleister op de insteekopening. Was altijd uw handen met water en zeep, voor u de katheter aanraakt of verzorgt.

Douche bij voorkeur de ochtend van de dialysedag zodat de insteekopening daarna door de verpleegkundige verder verzorgd kan worden.

Mogelijke complicaties

  • In geval van koorts ≥ 38,5˚ C en of koude rillingen moet u altijd direct contact opnemen met het dialysecentrum, ook ’s nachts.
  • Neemt u thuis de temperatuur op als u verandering aan de katheter bemerkt zoals pijn of verdikking of wanneer u zich grieperig/niet lekker voelt.
  • Na het plaatsen van een getunnelde katheter kan het voorkomen dat de insteekopening nabloedt. U kunt zelf een extra schone pleister over de oude pleister heen plakken. Komt het bloed ook door de 2e pleister, neem dan contact op met het dialysecentrum.
  • De klemmetjes van de katheter horen altijd gesloten te zijn. Als er een open is mag u die gewoon dichtklemmen. Meld dit wel bij de eerstvolgende dialyse.
  • Is het dopje van de katheter af; neem dan altijd direct contact op met de dialyseafdeling. Raak het uiteinde van de katheter niet aan, eventueel kunt u een steriel gaas om het katheteruiteinde leggen en vastplakken. Er zal overlegd worden of u antibiotica moet krijgen.
  • Soms kan de katheter er spontaan uitvallen. In dat geval drukt u vijf minuten af daar waar de katheter het bloedvat ingaat, in de hals of in de lies. Neem daarna contact op met de dialyseafdeling. Probeer nooit de katheter terug te duwen!
Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 6190 / P