Contact
  1. 6241-Skiduim

Bij een skiduim scheurt, verrekt of verslapt de gewrichtsband die aan de binnenzijde van de duim ligt. Ongeveer tien procent van alle skiongelukken bestaat uit dit letsel, vandaar de naam. Hier geven we informatie over de aandoening en leest u over de behandeling.

Wat is een skiduim?

Een skiduim is een veel voorkomende aandoening. De gewrichtsband in de duim zorgt samen met andere gewrichtsbanden voor de stevigheid van het onderste gewricht van de duim. Wanneer de gewrichtsband beschadigd is, kan het gewricht instabiel worden. Een skiduim komt relatief vaak voor, maar wordt in de acute fase nogal eens gemist. Dit kan leiden tot instabiliteit van het onderste duimgewricht. Een directe en goede behandeling kan instabiliteit voorkomen en heeft een goede prognose.

Medische illustratie skiduim

Afbeelding 1: skiduim 

Hoe ontstaat een skiduim?

Een skiduim kan het gevolg zijn van acuut of chronisch letsel.

Acuut letsel

Acuut letsel ontstaat door een harde, naar buiten gerichte kracht op het onderste gewricht van de duim. Bij skiërs wordt het letsel veroorzaakt door een val waarbij de duim achter de skistok blijft hangen. Maar een skiduim komt ook vaak voor bij balsporters. Hierbij komt dan een bal met hoge snelheid tegen de uitgestrekte duim aan. Door de kracht op het gewricht beschadigt de aan de binnenzijde gelegen gewrichtsband. Soms verrekt de band alleen. Soms scheurt de band gedeeltelijk of helemaal. En soms scheurt zelfs een botfragment mee.

Chronisch letsel

Bij chronisch letsel rekt de gewrichtsband herhaaldelijk uit. Dit zien we bijvoorbeeld bij werkzaamheden waarbij de duim steeds op dezelfde wijze belast wordt. Uiteindelijk verslapt de band wat kan leiden tot een instabiel gewricht. Op langere termijn kan het gewricht hierdoor slijten, met pijnklachten en functiebeperking tot gevolg.

Klachten

De meeste patiënten vertellen dat ze een ongelukje met hun duim hebben gehad. Hierdoor is de binnenzijde van het onderste duimgewricht pijnlijk en gezwollen. Als het gewricht instabiel is, merkt de patiënt dat hij minder kracht in de duim heeft. Daardoor kan iemand bijvoorbeeld een deksel niet meer van een pot draaien. Soms is er een zwelling en/of verkleuring aan de binnenzijde van het onderste duimgewricht te zien. De plek die het meest gevoelig is, kan de patiënt vaak met één vinger aanwijzen. Bij langer bestaande letsels heeft het onderste bot van de duim de neiging naar voren te verschuiven en te draaien.

Onderzoek

Een arts onderzoekt uw duim. Bij acuut letsel wordt ook een röntgenfoto gemaakt. Een skiduim gaat soms gepaard met een kleine botbreuk. Meestal bevindt dit losse botfragment zich aan de basis van het onderste duimbot. Een röntgenfoto wijst uit of dit het geval is. Daarnaast kunnen door deze foto eventuele andere breuken worden uitgesloten. Een skiduim is op verschillende manier te behandelen.

Behandeling

Zonder operatie

Is de gewrichtsband verrekt of slechts gedeeltelijk ingescheurd, dan hoeft u niet geopereerd te worden. U krijgt dan een (gips)spalk voor uw hand en duimbasis. Hierbij wordt het onderste duimgewricht iets naar binnen gebogen. Dit voorkomt spanning op de gewrichtsband. Het bovenste duimgewricht wordt vrijgelaten. U draagt de spalk gedurende drie tot vier weken. Bij een zeer mild letsel wordt het gewricht ook wel ingetapet.

Met operatie

Wanneer de gewrichtsband volledig is gescheurd of wanneer er losse botfragmenten zijn, wordt u geopereerd. De chirurg zet dan de losgescheurde band opnieuw vast aan het bot. Een los botfragment wordt weggehaald wanneer het kleiner is dan vijftien procent van het gewrichtsvlak. Is het botfragment groter, dan wordt het met een stalen pin of ankertje vastgezet. Na de operatie krijgt u een gipsspalk. Zodra het gips eraf gaat, krijgt u een beschermende afneembare spalk. Deze draagt u tot drie maanden na de behandeling.

Behandeling bij chronische skiduim

Een chronische skiduim met instabiliteit, maar zonder slijtage van het gewricht wordt ook geopereerd. Hierbij wordt de gewrichtsband versterkt met behulp van een peestransplantaat. Na de operatie krijgt u een gipsspalk om uw duim. Daarna start u met handtherapie en draagt u nog tot drie maanden een beschermende afneembare spalk.

Na de behandeling

Tijdens contact- en/of vechtsporten moet u de spalk nog tot een jaar na het ongeval dragen. Dit geldt ook wanneer u een niet-operatieve behandeling heeft gehad.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de afdeling waar u onder behandeling bent.

Zwolle

Hand-polscentrum
088 624 56 36 (bereikbaar op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 6241