Contact
  1. 6422-Kromstand-penis

De penis behoort met het scrotum tot de uitwendige geslachtsorganen. Aan de penis kunnen afwijkingen ontstaan, die tot allerlei klachten leiden. In deze folder leest u informatie over de operatie van een kromstand van de penis. Zo bent u goed voorbereid.

Een kromstand van de penis tijdens een erectie, kan pijnlijk zijn of geslachtsgemeenschap zelfs onmogelijk maken. Ook kan uw partner dan pijn hebben.

Oorzaken

Kromstand kan aangeboren zijn. Op oudere leeftijd is een kromstand vaak het gevolg van littekenvorming in een van de twee zwellichamen. Het litteken kan het overblijfsel zijn van een ongeval, maar kan ook ontstaan zonder aanwijsbare oorzaak. Dit noemen we Morbus Peyronie (de ziekte van Peyronie). Door het litteken is het zwellichaam minder elastisch dan het zwellichaam aan de andere zijde en blijft het tijdens een erectie korter. Dit maakt dat de penis krom trekt.

Behandeling

Een kromstand van de penis kan alleen met een operatie worden verholpen, bijvoorbeeld met de Nesbitt-techniek. 

Voorbereiding

Voorafgaand aan uw operatie heeft u een afspraak voor een preoperatief onderzoek. Meer informatie over dit onderzoek en de opname leest u in de folders Preoperatief onderzoek en Opname in Isala.

Oproep voor operatie

Zodra uw operatie gepland staat, ontvangt u hierover schriftelijk bericht van onze planningscoördinator. Een week vóór uw operatie, belt onze collega het tijdstip van uw opname door.

  • Bent u telefonisch niet bereikbaar? Dan ontvangt u opnieuw schriftelijk bericht.
  • Heeft u vragen over uw opname? Bel dan 088 624 24 36.
  • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? De afdeling Preoperatief onderzoek informeert u óf en wanneer u hiermee moet stoppen.

Opname

Op de opnamedag meldt u zich op de afgesproken tijd bij de Centrale balie in de Centrale hal. Een gastheer of -vrouw brengt u vervolgens naar de verpleegafdeling. Een verpleegkundige vertelt u daar over de gang van zaken op de afdeling. De verpleegkundige begeleidt u zo veel mogelijk tijdens uw verblijf in het ziekenhuis.

Voorbereiding op de operatie

  • Voorafgaand aan uw operatie krijgt u medicijnen. Deze zijn door de anesthesioloog voorgeschreven.
  • Zodra u aan de beurt bent, brengt een verpleegkundige u naar de operatiekamer.
  • U ontmoet hier de anesthesioloog. U heeft hem of een van zijn collega’s ook al gesproken bij het preoperatief onderzoek. Lees ook de folder Algehele anesthesie (narcose)  

Operatie

  • De operatie kan onder algehele narcose of via een ruggenprik plaatsvinden. Dit heeft u meestal vooraf met de anesthesioloog al besproken.
  • De operatie duurt ongeveer 1,5 tot 2,5 uur.
  • Er zijn meerdere soorten operaties. In Isala doen wij meestal de correctie volgens Nesbitt.
  • De arts die u opereert, neemt met u de operatie van tevoren door. 
  • Om te beoordelen of het gewenste resultaat al is bereikt, wordt de penis tijdens de operatie enkele malen kunstmatig in erectie gebracht. 
  • Een nadeel van een kromstandcorrectie is dat uw penis korter wordt. De mate van verkorting hangt af van de ernst van de kromstand, maar kan enkele centimeters zijn.

Complicaties

Bij elke operatie bestaat de kans op complicaties. Bij deze ingreep wordt uw penis korter. En kunnen tijdelijke gevoelsstoornissen optreden en soms is sprake van een wondinfectie of een nabloeding.

Na de operatie

  • Aan het eind van de operatie wordt een drukverband aangelegd.
  • Deze kan meestal de volgende dag worden verwijderd.
  • Soms wordt afgesproken het drukverband twee dagen te laten zitten.
  • Daarom is ook een katheter ingebracht. Omdat u niet kunt plassen door het drukverband.
  • Na de operatie wordt u naar de verkoeverkamer (recovery of uitslaapkamer) gebracht.
  • Hier verblijft u totdat u weer goed wakker bent en/of de verdoving is uitgewerkt.

Herstel

  • Zodra u weer op de verpleegafdeling bent, begint de periode van herstel.
  • Op de operatiedag controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, pols en temperatuur.
  • Dezelfde dag of de dag erna hoort u hoe de operatie is verlopen. 
  • Ook bespreekt de verpleegkundige elke dag met u de verpleegkundige zorg.
  • Soms krijgt u een injectie (met Fraxiparine) om trombose (bloedstolling) te voorkomen. 
  • Dagelijks komt de uroloog of zijn assistent bij u langs om te kijken hoe het met u gaat en om eventuele vragen te beantwoorden.
  • Het drukverband en de blaaskatheter worden meestal 24 uur na de operatie verwijderd.

Pijn

De verpleegkundige vraagt een paar keer dag hoeveel pijn u heeft. Zo hebben wij een duidelijk beeld van de hoeveelheid pijn die u heeft. En kunnen wij daar op inspelen. Meer informatie over pijnbestrijding en pijnregistratie leest u in de folder Pijnbestrijding en pijnregistratie

Ontslag

  • De blaaskatheter wordt verwijderd, zodra het drukverband ook kan worden verwijderd.
  • Vaak voelt de plasbuis hierna geïrriteerd aan. Dit is normaal en gaat vanzelf over.
  • Denkt u een afwijkende klacht te hebben of is de klacht heftig? Waarschuw dan de verpleegkundige.
  • De duur van de opname is gemiddeld twee dagen.

Leefregels voor een goed herstel

  • U mag gerust wandelen.
  • Geslachtsgemeenschap is de eerste zes weken niet verstandig. Bespreek bij uw controleafspraak of dit weer kan.
  • De eerste twee weken mag u geen zware arbeid doen: til niet zwaarder dan vijf kilo en niet persen.
  • Het is belangrijk dat u goed drinkt: twee tot drie liter per dag. Tenzij u het advies heeft gekregen minder te drinken.
  • Wanneer kunt u weer werken? Dat is afhankelijk van uw conditie en het soort werk dat u doet.
  • Sporten en zwemmen mag weer na zes weken, nadat u op controle bent geweest.
  • Regel eventueel voor de eerste twee weken na uw operatie hulp bij zwaardere huishoudelijke taken. Dit kunt u aanvragen via het WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) in uw gemeente.

Eten en drinken

U mag alles eten en drinken, zoals u thuis gewend bent.

Pijnbestrijding

  • Gebruik bij pijn Paracetamol: vier keer per dag 1.000 mg.
  • Neem de pijnstillers op vaste tijden in. Om 8.00 uur, 12.00 uur, 17.00 uur en 22.00 uur.
  • Heeft u geen pijn meer, dan kunt u de Paracetamol afbouwen.
  • Het kan zijn dat uw arts u ook andere medicijnen tegen de pijn voorschrijft.

Bloedverdunnende medicijnen (als u deze gebruikt)

  • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Uw arts en/of eventuele trombosedienst geeft aan u door wanneer u deze weer mag gebruiken.
  • Eventuele nieuw voorgeschreven medicijnen kunt u ophalen bij de ziekenhuisapotheek of uw eigen apotheek. De verpleegkundige geeft u hier informatie over.

Controle

U krijgt een afspraak voor controle bij uw uroloog.

Wanneer moet u contact opnemen?

Bel naar het ziekenhuis:

  • als u niet meer kunt plassen of het gevoel heeft niet goed uit te plassen.
  • als u continu aandrang heeft, weinig plast en/of brandende pijn heeft bij het plassen.
  • als u koorts heeft (boven 38,5 graden).
  • als de pijn steeds erger wordt en pijnstillers niet helpen.
  • als u langer dan drie dagen geen ontlasting heeft en daar last van hebt (verstopping/obstipatie).
  • de wond nabloedt/lekt.
  • als het wondgebied opgezwollen is/kloppende/rode/pijnlijke of pussende wond.
  • als u het niet vertrouwt.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle, Kampen

Urologie
088 624 27 40 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel

Urologie
088 624 96 33 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur

Laatst gewijzigd 19 maart 2024 / 6422