Contact
  1. 6555-MitraClip, reparatie lekkende hartklep

Behandeling van mitralisklep via de lies

​Een percutane behandeling van de mitralisklep is een hartklepbehandeling via een katheter (slangetje) in de liesader. Hier leest u over de voorbereiding, de ingreep en de nabehandeling zodat u weet wat u kunt verwachten. Ook voor mensen in uw naaste omgeving kan deze informatie nuttig zijn.

De mitralisklep bevindt zich tussen de linkerboezem en linkerkamer van het hart. Deze hartklep voorkomt dat er bloed terugstroomt van de linkerhartkamer naar de linkerboezem. Bij u functioneert deze klep niet goed en daarom heeft u waarschijnlijk al langere tijd last van moeheid, kortademigheid, vocht in de benen of een onregelmatige hartslag.

Uw lichamelijke of medische conditie laat het niet toe om de hartklep te vervangen of te repareren tijdens een openhartoperatie. Gelukkig is het wel mogelijk om via een katheter in de lies een clip op de mitralisklep te zetten. Zo kan de lekkage van de mitralisklep toch behandeld worden. Deze clip wordt MitraClip genoemd.

Hartklepafwijkingen

Gezonde hartkleppen sluiten perfect en gaan helemaal open. Er kunnen verschillende problemen zijn, waardoor ze niet meer volledig openen of sluiten. Dit kan komen door:

  • verminderde sluiting door verminderde pompfunctie van de linkerkamer;
  • beschadiging, verslapping of verkalking van de klepbladen of de bindweefselring om de klep.

In beide gevallen moet uw hart harder werken om het bloed goed door het lichaam te pompen.

De meeste klepafwijkingen komen voor in de linkerharthelft, bij de aortaklep tussen de linkerhartkamer en de grote lichaamsslagader en de mitralisklep. Dit is de klep tussen de linkerhartboezem en - kamer. Als blijkt dat uw hart door de afwijking van de klep moeite krijgt met pompen (hartfalen) kan een hartklepoperatie nodig zijn. Sommige hartklepafwijkingen zijn zo ernstig dat ze zeker geopereerd moeten worden, ook als u nog geen of weinig klachten heeft. Typische klachten zijn kortademigheid, opgezette voeten, pijn op de borst, een onregelmatige hartslag, moeheid en duizeligheid als u zich inspant.

Voor de behandeling

Voor de behandeling heeft u een gesprek met de cardioloog. Hij bespreekt met u wanneer de behandeling plaatsvindt en wanneer u wordt opgenomen. In de meeste gevallen is dit de dag voor de behandeling. De behandeling vindt onder narcose plaats.

Behandeling

De cardioloog prikt een ader in de lies aan en schuift een katheter met een clipje door de ader heen naar het hart. Het clipje is een metalen nietje met een zachte bekleding van kunststof. Het clipje wordt door het boezemtussenschot naar de klep gebracht.

Daarna controleren we met een echo of het clipje op de juiste plek zit. Als het zeker is dat het clipje goed zit, wordt hij vastgezet op de hartklep.

Behandeling MitraClip

Het clipje houdt nu de lekkende klepdelen bij elkaar, zodat er geen of slechts een klein beetje lekkage is in plaats van ernstige lekkage.

Behandeling MitraClip

De behandeling duurt ongeveer 1,5 tot 2 uur. Na de behandeling gaat u ter observatie naar de afdeling Hartbewaking of Intensive care.

Bekijk ook een animatie over de MitraClip:

Screenshot MitraClipVoordelen

Uw cardioloog heeft met u besproken dat een openhartoperatie te risicovol voor u is. Voor het plaatsen van een clip op de mitralisklep is geen grote borstwond nodig, waardoor mensen die voorheen uitbehandeld waren nu wel behandeld kunnen worden.
Ook herstelt u sneller van deze ingreep dan van een openhartoperatie met grote borstwond. En er is geen hartlongmachine nodig tijdens de behandeling.

Dag voor de ingreep

U wordt meestal een dag voor de ingreep opgenomen op een verpleegafdeling. U heeft een gesprek met de zaalarts en met een verpleegkundige. U hoort of u de volgende dag ’s morgens als eerste of ’s middags als tweede patiënt ingepland staat. Uw familie mag tijdens de ingreep in de buurt zijn. Het is geen probleem als ze even gaan koffie drinken of lunchen. Het is wel fijn als ze op dat moment op een mobiele telefoon bereikbaar zijn.

U moet van te voren stoppen met NOAC of acenocoumarol of marcoumar. Dit staat in de patiëntenbrief die u gelijktijdig met deze folder heeft gekregen. Er wordt een ECG (hartfilmpje) gemaakt en er wordt bloed afgenomen. 

De anesthesioloog komt bij u langs (of is al eerder bij u geweest) en spreekt met u af welke medicijnen u blijft gebruiken. Ook bespreekt hij met u of u op de dag van de ingreep medicijnen als voorbereiding krijgt, zoals een slaapmiddel en een pijnstiller (premedicatie).

U mag de avond voor de ingreep nog gewoon eten en drinken.

Dag van de ingreep

Vanaf minimaal 6 uur voor de ingreep moet u nuchter zijn. U krijgt vanaf dat moment dus geen eten en drinken meer. Wel mag u tijdens het innemen van de afgesproken medicijnen een slokje water.
Een half uur voor de ingreep krijgt u de premedicatie. Hierna mag u niet meer uit bed omdat u suf kunt worden van het slaapmiddel. Uw eventuele sieraden blijven op de afdeling of u kunt ze aan een familielid meegeven. U krijgt een operatiejasje aan en u wordt in uw bed naar de afdeling Hartkatheterisatie gebracht.
U wordt op de röntgentafel gelegd en u wordt onder narcose gebracht. Hierna merkt u niets meer. Na de ingreep wordt u wakker op de röntgentafel en in uw bed gelegd.

Behandeling MitraClip

De cardioloog die de ingreep verricht, brengt uw familie na de ingreep op de hoogte van het verloop van de ingreep. Bij de ingreep is een team aanwezig dat bestaat uit drie cardiologen, drie verpleegkundigen, de materiaalbeheerder, de anesthesioloog, een anesthesieverpleegkundige en een vertegenwoordiger van de leverancier.

Behandeling MitraClip

Na de ingreep

Na de ingreep wordt u naar de afdeling Hartbewaking of IC gebracht. Daar worden uw bloeddruk, de hartritme, de zuurstofverzadiging in het bloed, de ademhaling en temperatuur gecontroleerd.
U heeft een infuus in uw arm en mogelijk in een grote ader in de hals. 
U heeft een drukverband in de lies waar de katheter met de clip is ingebracht. Het drukverband en de hechting worden na ongeveer zes uur verwijderd. 

Na een twee uur durende observatie op de Hartbewaking/IC wordt gekeken of u terug kunt naar de verpleegafdeling. Er wordt een echo van uw hart gemaakt. U moet 8 uur bedrust houden, waarvan u de eerste vier uur plat moet liggen. Als u nog extra zuurstof nodig heeft, krijgt u dit toegediend via een neusslangetje. Als uw hartritme nog een tijdje geregistreerd moet worden, draagt u hiervoor en telemetriekastje.

De dag na ingreep wordt een echo van uw hart gemaakt. In principe gaat u de tweede dag na ingreep weer met ontslag mede afhankelijk van herstel of indien u uit een verwijzend ziekenhuis komt op de dag na ingreep terug naar eigen verwijzend ziekenhuis.

Klachten

De volgende klachten komen (soms) na de ingreep voor:

  • Misselijkheid: iedereen reageert anders op de narcose. Het is niet te voorspellen hoe het bij u zal verlopen. Als u misselijk bent, vertel dit dan aan de verpleegkundige. U krijgt dan een medicijn tegen de misselijkheid. Ook uw eetlust kan minder zijn. Dit is normaal en uw eetlust komt vanzelf terug. Probeer kleine maaltijden te nemen en regelmatig wat te drinken. Het duurt ongeveer drie weken voordat de narcosestoffen door uw lichaam zijn uitgescheiden.
  • Een onregelmatig hartritme komt vaak voor. U kunt een bonzend gevoel in de borst hebben of duizelig zijn. Als dit zo is, zult u een kastje krijgen waarmee uw hartritme wordt geregistreerd en geobserveerd (telemetrie). Ook zult u met medicijnen behandeld worden.
  • Concentratieproblemen.
  • Slaapproblemen: soms is het moeilijk om in het ziekenhuis te kunnen slapen of heeft u nare en levendige dromen. Een slaaptablet kan dan helpen, vraag dit aan uw verpleegkundige.
  • Emotioneel: u kunt na de ingreep labiel zijn. Dit verdwijnt na twee tot drie weken. Ook is het normaal dat goede dagen zich zullen afwisselen met slechte. De ingreep is een gebeurtenis die een grote impact kan hebben op u en uw familie.
  • Wond: het kan zijn dat er een (flinke) blauwe plek in de lies of liezen ontstaat. Dit is het gevolg van de bloedverdunnende middelen die tijdens de ingreep zijn gebruikt. Ook kunt u een harde bobbel voelen in de lies. Deze kan een paar weken aanwezig zijn. Soms blijft er een litteken in de lies achter.

Medicijnen en controle

Medicatiewijzigingen na het plaatsen van de MitraClip worden met u besproken voor dat u met ontslag gaat.
Na zes weken wordt u op de polikliniek verwacht voor controle bij de cardioloog die de behandeling heeft uitgevoerd. Hiervoor krijgt u een afspraak mee. Daarna komt u weer terug bij uw eigen cardioloog. Ook krijgt u een voorlopige ontslagbrief die u bij uw huisarts kunt afgeven.

Thuis

U kunt thuis uw activiteiten rustig gaan uitbreiden. Wandelen is heel effectief om weer wat conditie op te bouwen. Meestal kunt u na twee tot drie weken uw gebruikelijke activiteiten weer hervatten. Vaak is het in het begin prettig om tussen de middag een uurtje te rusten.
Omdat u narcose heeft gehad mag u tot drie weken na de ingreep niet autorijden.

Hartrevalidatie

Veel patiënten zijn na een ingreep aan het hart erg onzeker over hun lichaam. Wat kan ik wel, wat kan ik niet? Thuis komen de vragen over bewegen, voeding, werk en leefstijl. Vaak kunt u en mag u meer dan u denkt. Het is ook belangrijk dat u nieuwe klachten voorkomt.
In Zwolle kunt u een hartrevalidatieprogramma volgen bij het Isala Harthuis. Wij bekijken samen met u wat het beste past bij uw persoonlijke doelen en situatie. Dit doen we volgens de Richtlijn Hartrevalidatie van de Nederlandse Hartstichting.

Na uw behandeling in Isala bespreekt uw cardioloog met u de mogelijkheid om een hartrevalidatieprogramma te volgen. Als dat niet het geval is, vraag dat dan gerust. Lees voor meer informatie ook de folder Hartrevalidatie.

Mogelijke complicaties

Het plaatsen van een clip op de mitralisklep is een veilige ingreep. Problemen tijdens het plaatsen van de clip komen weinig voor. Mocht dit onverhoopt wel gebeuren, dan zal samen met de hartchirurg beoordeeld worden of er moet worden uitgeweken naar een spoed open hartoperatie. Uw cardioloog heeft dit met u besproken.

Toch is het plaatsen van een clip op de mitralisklep, net als elke andere ingreep, niet zonder risico’s. Er bestaat altijd een klein risico op complicaties of overlijden, afhankelijk van de toestand waarin uw hart en andere organen verkeren op het moment van de ingreep. Ernstige complicaties zijn:

  • Een hart-of herseninfarct en bloedingen. De gezondheidstoestand van uw bloedvaten bepaalt mede de kans op een hart-of herseninfarct. Een herseninfarct of een TIA (een beroerte) kan ontstaan door het los schieten van stukjes kalk waardoor een bloedvat in de hersenen verstopt raakt.
  • Een maag-of darmbloeding. De bloedverdunners die voor, tijdens en na de ingreep gebruikt worden kunnen ervoor zorgen dat gevoelig darm-of maagslijmvlies gaat bloeden.
  • Een bloeduitstorting (hematoom) in de lies of een nabloeding van de liesader.
  • Een infectie.
  • Atriumfibrilleren. Doordat de ingreep in de boezems plaatsvindt, kunnen deze geprikkeld raken, waardoor het hartritme onregelmatig wordt.

Neem direct contact op met uw arts als:

  • U symptomen heeft van een beroerte of TIA. De symptomen zijn hetzelfde, alleen bij een TIA verdwijnen de symptomen binnen een paar minuten tot een dag. U herkent een beroerte of TIA aan problemen met lopen, zien of praten, een scheef hangende mondhoek, verlamming of een doof gevoel aan een kant van het lichaam en/of hoofdpijn.
  • U ineens meer dan een kilo aankomt en toenemend kortademig bent.
  • U opgezette enkels of handen heeft of een opgezette buik.
  • U een bloedneus krijgt.
  • U bloed heeft in de urine of ontlasting, of als de ontlasting zwart van kleur is.
  • U koorts krijgt (temperatuur boven 38 graden Celcius).
  • U een zwelling in de lies waarneemt die groter wordt of als de wond in de lies pijn begint te doen.
  • U pijn op de borst krijgt.

Aandachtspunten

  • Het kan zijn dat als u een ingreep moet ondergaan u van uw arts preventief antibiotica krijgt voorgeschreven.
  • Bloedverdunners mogen tijdelijk gestopt worden voor een ingreep. Uw arts zal dit met u bespreken.
  • U krijgt na het plaatsen van de clip een implantaat-identificatiekaart. Deze moet u altijd bij u dragen.
  • De mitraclip geeft geen problemen bij beveiligingspoortjes in winkels en bij de douane.

Meer informatie

  • Voor meer informatie over hart- en vaatziekten kunt u bellen met de Hartstichting via telefoonnummer (0900) 30 00 300 (€ 0,05 per minuut). Ook kunt u op de website van de Hartstichting terecht voor meer informatie en het bestellen of downloaden van brochures: www.hartstichting.nl.
  • Harteraad is er voor iedereen met hart- en vaataandoeningen. Zij zijn bereikbaar via telefoonnummer (088) 11 11 600 of per mail info@harteraad.nl.

Verantwoording

Voor het opstellen van deze informatie is de brochure 'Hartklepaandoeningen' van de Hartstichting gebruikt. De gebruikte foto’s en afbeeldingen zijn geplaatst met toestemming van de Hartstichting en de firma Abbott.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

Cardiologie
088 624 23 74 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 28 februari 2022 / 6555