Contact
  1. 6647-Tumoren in/bij alvleesklier (PID): H4 Controle en herstel

Patiënten Informatie Dossier

Het krijgen van kanker, de behandeling en alles wat ermee samenhangt, is ingrijpend. Ingrijpend, omdat de diagnose kanker bedreigend is en er veel gebeurt waarover u geen controle heeft. Als de behandeling achter de rug is, begint u eigenlijk pas de ervaringen van de afgelopen periode te verwerken. Hier leest u meer over controle en herstel na alvleesklierkanker.

​Na de operatie

De eerste weken thuis kan de operatiewond nog gevoelig zijn of wat zwellen. Bij de eerste controle op de polikliniek zal het herstel van de wond worden gecontroleerd. Als het voedingsslangetje in de buikwand nog aanwezig is, wordt deze verwijderd.
Uw pijnklachten zullen nog niet weg zijn als u thuis bent. U zult merken dat, wanneer u zich wat meer gaat inspannen, u mogelijk wat meer pijnklachten rond de wond en in de buik krijgt. U kunt hiervoor drie tot vier maal per dag één of twee tabletten paracetamol gebruiken. U mag wel gewoon douchen met de wond. Neem bij ernstige klachten of koorts contact op met de polikliniek Chirurgie. U vindt de contactgegevens in hoofdstuk 1 van het PID Tumoren in/bij de alvleesklier.

Gevolgen

Op lange termijn kan de alvleesklierrest soms te weinig enzymen produceren. U zult dan voor de rest van uw leven bij iedere maaltijd enzymcapsules moeten gebruiken. Deze capsules bevatten lichaamseigen enzymen en geven weinig bijwerkingen. De ontlasting gaat vaak beter na het innemen van deze capsules en u kunt wat makkelijker de vetten uit uw dieet opnemen.

Ook kan er bij u suikerziekte ontstaan na de operatie of hebt u (meer) insuline nodig bij de reeds bestaande suikerziekte. Dit betekent dat uw huisarts of internist insuline moet voorschrijven en u zal controleren.

Wanneer uw milt is verwijderd heeft u een verhoogd risico op het krijgen van infecties. De meeste infecties treden op in de eerste twee jaar na het verwijderen van de milt maar ook daarna blijft er een verhoogde kans op infecties bestaan. Om het risico op infecties te voorkomen krijgt u vaccinaties en preventief antibiotica.

Controles

De controles na een genezende (curatieve) behandeling zijn bedoeld om het opnieuw optreden van kanker op te sporen en om na te gaan of u nog klachten heeft van de behandeling. Over het algemeen bestaat de controle uit een gesprek over hoe het met u gaat. Of u goed kunt eten en drinken is bijvoorbeeld één van de onderwerpen. Aanvullend onderzoek zoals een CT-scan of gastroscopie gebeurt alleen als u klachten heeft.

Als u bent geopereerd, wordt u gecontroleerd door de chirurg of door de verpleegkundig specialist. De verpleegkundig specialist is een gespecialiseerde verpleegkundige die is opgeleid om, naast de verpleegkundige zorg, ook medische controles uit te voeren.

Controleschema

 

Het controleschema dat voor u van toepassing is, zal met u worden besproken. Het ziet er in het algemeen als volgt uit: na vier weken, na zes maanden, na twaalf maanden, achttien maanden en 24 maanden en daarna jaarlijks tot een periode van maximaal vijf jaar.

Er worden echter routine scans of bloedonderzoek verricht om uitzaaiingen of terugkeer van de kanker vast te stellen. Als deze vorm van kanker terugkeert is genezing meestal niet meer mogelijk, soms wordt er dan wel chemotherapie gegeven.

Als uw ziekte niet meer te genezen is, zal samen met, uw huisarts en de betrokken specialisten afgesproken worden wie uw eerste aanspreekpersoon is bij vragen of problemen.

Omgaan met de nieuwe situatie

Bij het verwerken kunnen allerlei verschillende gevoelens naar boven komen:

  • angst om dood te gaan;
  • verdriet;
  • angst voor het terugkeren van de kanker;
  • onzekerheid;
  • boosheid en onrechtvaardigheid van ‘het lot’.

Verwerken

Verwerken betekent dat u alles wat u hebt meegemaakt, een plekje geeft zodat u weer verder kunt. Als de verwerking goed verloopt, merkt u vanzelf dat de daarbij behorende gevoelens langzaam maar zeker minder heftig worden. Emoties kunt u bevechten, overwinnen, verstandelijk beredeneren, uiten, verdringen en ontkennen. Allemaal manieren om grip te krijgen, om er op uw manier mee om te gaan. Wat voor u een goede manier is, kan niemand u vertellen.

Enkele adviezen voor het omgaan met uw emoties zijn: 

  • (meer) informatie zoeken;
  • professionele (medische) hulp of psychische ondersteuning zoeken bij uw huisarts of binnen het ziekenhuis bij de regieverpleegkundige oncologie, maatschappelijk werk, psycholoog of diëtist;
  • gesprekgroepen bijwonen of deelnemen aan een revalidatieprogramma;
  • erover blijven praten wanneer u dat wilt. Uw omgeving kan denken dat als de behandeling voorbij is, u ook weer als vanouds functioneert. Zoek daarom iemand die naar u wil luisteren en u begrijpt.

Uw naasten

Uw partner en anderen in uw naaste omgeving hebben, net als u, de tijd nodig om aan de nieuwe situatie te wennen. Ook dat gaat met verschillende emoties gepaard. Zij kunnen zich machteloos voelen als u verdriet of pijn heeft, moe bent en meer afhankelijk bent. Door samen over het verdriet te praten, stelt u elkaar in staat het te uiten. Dit kan u dichter bij elkaar brengen en stelt u in staat het verdriet samen te delen. Soms hebben partners ieder hun eigen verdriet en blijkt het moeilijk dit verdriet samen te delen. Het kan dan goed zijn op zoek te gaan naar een manier om toch over dit verdriet te kunnen praten, bijvoorbeeld met een vriend of professionele hulpverlener.

Nazorgcentrum IntermeZZo

Nazorgcentrum IntermeZZo is een kleinschalige, laagdrempelige ontmoetingsplek tussen huis en ziekenhuis voor volwassenen en kinderen met kanker, hun familieleden, vrienden en mantelzorgers. Een plek waar mensen met kanker en hun naasten tot rust kunnen komen en weer nieuwe energie kunnen opdoen. In hoofdstuk 5 'Aanvullende informatie' vindt u de contactgegevens van IntermeZZo.

Laatst gewijzigd 29 maart 2024 / 6647 / P