Müllerse flebectomie bij spataderen Müllerse flebectomie bij spataderen

Voorbereiding

Om de behandeling zo goed mogelijk te laten verlopen, is het belangrijk dat u de volgende instructies opvolgt:

• Smeer uw benen op de dag van de behandeling niet in met crème of zalf.
• Draag op de dag van de behandeling ruime schoenen en ruime kleding. Door de kousen die u na de behandeling moet dragen, past een strakke broek of schoen waarschijnlijk niet meer.
• Tijdens de ingreep worden steriele doeken meestal met kleefstrips aan uw been, lies en schaamstreek geplakt. Na de ingreep wordt het behandelde traject verbonden met wattenbollen en pleisters. Het verwijderen van deze kleefstrips en pleisters kan bij beharing pijnlijk zijn. Ook is het verwijderen van de ader lastiger als het been behaard is. Daarom vragen wij u een dag  voorafgaand aan uw behandeling, uw been te scheren. Inclusief het gedeelte van de lies tot de schaamstreek.
• Vanwege de verdoving in uw been, mag u na uw behandeling niet zelf autorijden. Dit is ook om verzekeringstechnische  redenen. Neem daarom iemand mee die u naar huis kan brengen.

Behandeling

• De behandeling gebeurt op de polikliniek. U hoeft dus niet opgenomen te worden in het ziekenhuis.
• In de behandelkamer wordt, terwijl u staat, de te verwijderen spatader met stift aangegeven.
• Daarna mag u op de behandeltafel plaatsnemen.
• Omdat de behandeling steriel moet gebeuren, wordt uw been bedekt met steriele doeken (net zoals in de operatiekamer).
• Tijdens de behandeling kunt u gewoon met de arts en de assistentes praten.
• Op verschillende plekken net naast de spatader, wordt verdovingsvloeistof ingespoten.
• De arts maakt daarna op verschillende plaatsen sneetjes van enkele millimeters.
• Via dit sneetje wordt de spatader met een klein haakje aangehaakt, naar buiten getrokken en verwijderd.
• Het kan zijn dat u tijdens de behandeling (ondanks de verdoving) een trekkerig, pijnlijk gevoel kunt ervaren buiten het verloop van de ader. Dit kan komen doordat er getrokken wordt aan zijtakjes. Ook is er een kleine kans dat bij het aanhaken van de ader, een zenuw wordt aangehaakt. Dat kan een plotselinge en felle pijn geven.
• De behandeling duurt ongeveer een uur.

Na de behandeling

• Direct na de behandeling wordt de witte verbandkous om het been aangebracht. Hier overheen komt een bruine elastische kous. Dit wordt gedaan om bloeduitstortingen zoveel mogelijk te voorkomen.
• De witte verbandkous draagt u minimaal 48 uur, dus twee dagen en twee nachten. Als u de witte kous uittrekt, mogen ook de wattenbollen verwijderd worden. De steristrippleistertjes mag u verwijderen als ze loslaten. De bruine kous draagt u minimaal een week. U mag een week lang niet staan of lopen zonder de bruine kous. U draagt de bruine kous zodra u uit bed gaat. Ook 's nachts als u uit bed gaat, bijvoorbeeld om te plassen. 
• Direct na de behandeling raden wij u aan nog zo’n 15 tot 20 minuten in de wachtkamer te blijven zitten. Een enkele keer kunnen er na de behandeling misselijkheids- of duizeligheidsklachten optreden.
• Doe het op de dag na de ingreep thuis nog rustig aan en wandel niet te veel.
• Bewegen is goed, maar met mate. Vermijd de eerste twee weken na de ingreep intensieve sporten, zoals wielrennen of hardlopen. Hierna mag u weer uw normale activiteiten hervatten.
• Tijdens de periode dat u de kousen draagt, kunt u niet douchen. De aderen ontspannen (verwijden) dan te veel en dit komt het resultaat van de behandeling niet ten goede.

Mogelijke bijwerkingen en complicaties

• Er ontstaat vaak een bloeduitstorting (blauwe plek) rond de aanprikplaatsen en in het verloop van de behandelde aderen. Dit trekt vanzelf weg na verloop van enkele weken.
• Er kunnen ook onderhuidse verhardingen ontstaan. Het duurt vaak langer voordat deze wegtrekken; meerdere weken tot enkele maanden.
• Het kan voorkomen dat u tijdelijk een trekkend of doof gevoel heeft in het behandelde gebied.
• Pijn na de ingreep treedt soms gedurende enkele dagen op. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen, bijvoorbeeld paracetamol.
• Er kan een nabloeding ontstaan. Ga dan rustig zitten met uw benen omhoog en laat de kousen aan. Druk vervolgens een kwartier lang op de bloedende plek met een theedoek, zonder tussendoor te kijken. Wordt het niet minder? Neem dan contact op met het Flebologisch centrum.
• In de weken na de ingreep vormen zich soms in de buurt van het behandelde traject nieuwe, kleine oppervlakkige vaatjes. Deze vaatjes geven over het algemeen geen klachten en behandeling van deze vaatjes wordt niet door de zorgverzekeraar vergoed.

Onderhoud van de kousen

• U kunt de kousen wassen in een lauw sopje met een fijnwasmiddel of groene zeep. Drogen mag niet op de verwarming of in de droogtrommel. Zie verder het wasvoorschrift.

• Als u een vette zalf op uw benen wilt aanbrengen (nadat de witte kous uit mag blijven), kan dit alleen ’s avonds als u in bed ligt. Het rubber in de bruine kous is namelijk niet bestand tegen zalf of crème.

Controle

Op de dag van uw behandeling bespreken wij met u of uw controleafspraak op de polikliniek of telefonisch is. Neem bij uw controleafspraak op de polikliniek, de witte en bruine kous weer mee. Ook als deze beschadigd zijn. Als u een of beide kousen vergeet bij een vervolgafspraak en u krijgt een nabehandeling, dan betaalt u de kous(en) zelf.

Vergoeding en vervolgbehandeling

Uw eerste bezoek aan het Flebologisch centrum wordt vergoed door uw zorgverzekeraar. Uw zorgverzekeraar spreekt hiervoor eerst uw eigen risico en eventueel uw vrijwillig eigen risico aan. Is uw eigen risico al volledig aangesproken? Dan wordt uw eerste bezoek volledig betaald door uw zorgverzekeraar. Meestal wordt deze behandeling niet vergoed door uw zorgverzekeraar. Uw fleboloog informeert u over de eventuele kosten. Als u nog een aanvullende behandeling wenst voor de kleinere resterende vaatjes, hou er dan rekening mee dat de aanvullende behandeling van de kleine vaatjes ook meestal niet vergoed wordt door uw zorgverzekeraar.

Heeft u met uw arts afgesproken eerst nog even na te denken over deze behandeling? Weet dan dat als u langer dan een jaar na uw eerste bezoek contact opneemt, wij eerst weer een duplex-onderzoek doen. Zo kunnen wij namelijk zien of het beeld nog hetzelfde is vergeleken met uw eerste bezoek.

Tot slot

Heeft u na de behandeling aanhoudende pijn in uw been, dan kunt u op werkdagen bellen met een van de assistentes van het Flebologisch centrum. Ook voor vragen naar aanleiding van deze folder kunt u bij hen terecht. In spoedeisende gevallen kunt u ’s avonds en in het weekend contact opnemen met de dienstdoende dermatoloog via het algemene nummer van Isala: 088 624 50 00.

Contact

Heeft u nog vragen? Dan kunt u tijdens het spreekuur terecht bij de fleboloog-dermatoloog. Het kan handig zijn uw vragen vooraf op te schrijven. Ook kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent.

Heeft u na uw behandeling erge klachten van uw been? Of de klachten gaan niet over? Bel dan de assistente van het

Flebologisch centrum

088 624 63 20 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur)

Bij spoed kunt u ’s avonds en in het weekend contact opnemen met de dermatoloog via het algemene telefoonnummer van Isala: 088 624 50 00.