Contact
  1. 7241-Anesthesie bij hartritmestoornissen

Binnenkort ondergaat u een ritmebehandeling in de Hartkatheterisatiekamer (HCK). Dit kan een behandeling voor boezemfibrilleren zijn, maar ook voor andere hartritmestoornissen. Het kan ook zijn dat de cardioloog een pacemaker of een ICD bij u moet inbrengen of dat u een nierarterie ablatie moet ondergaan.

Samen met uw cardioloog heeft u besloten dat deze behandeling onder anesthesie (algehele verdoving) zal plaatsvinden. U heeft samen de behandeling doorgesproken en u bent geïnformeerd over de mogelijke risico’s van de behandeling. In deze folder kunt u de informatie over de anesthesie nog eens rustig nalezen.

Ervaren team

De anesthesie tijdens deze behandeling wordt gedaan door één van de cardio-anesthesiologen. Na hun opleiding in de anesthesiologie hebben zij zich verder gespecialiseerd in de anesthesie bij openhartoperaties en procedures in de HCK.

De cardio-anesthesiologen zijn:

Deze specialisten worden hierbij geassisteerd door een groep zeer ervaren cardio-anesthesiemedewerkers.

Voor de behandeling

U wordt op de avond voor uw behandeling of op de dag van uw behandeling opgenomen. U mag op de ochtend van de behandeling nog uw eigen medicijnen nemen, tenzij uw cardioloog u andere instructies heeft gegeven.

Voor uw behandeling is het belangrijk dat u de volgende punten met de anesthesioloog bespreekt:

  • overgevoeligheid voor medicijnen;
  • problemen met uw gebit of met uw mondopening;
  • problemen met uw nek, bewegingsbeperkingen;
  • als u slikklachten heeft, bijvoorbeeld dat voedsel niet goed zakt, achterblijft in de keel of terugkomt in de mond;
  • als u onder geen enkele omstandigheid bloedproducten wilt ontvangen.

Tijdens de behandeling

Als het zover is, wordt u naar de HCK gebracht. Hier wordt u nogmaals gevraagd wie u bent, wat uw geboortedatum is en of u overgevoelig bent voor medicijnen. Daarna krijgt u plakkers op voor hartbewaking en krijgt u een plakker op uw voorhoofd. Hiermee kunnen we hersensignalen meten en aan de hand daarvan de diepte van de slaap bepalen en sturen.

Om u in slaap te brengen krijgt u een infuus in de hand of op de arm. Soms krijgt u voor de veiligheid, na plaatselijke verdoving, een canule in de slagader aan de binnenkant van de pols om uw bloeddruk slag op slag te kunnen meten. Daarna wordt u via het infuus door de anesthesioloog in slaap gemaakt.

Als u slaapt, krijgt u een buisje in uw luchtpijp voor de beademing en een echoprobe in de slokdarm om continue de functie van uw hart te kunnen controleren. Om het buisje en de echoprobe goed in te kunnen brengen, is het belangrijk dat u het aan de cardio-anesthesioloog vertelt als uw gebit niet goed vastzit of als uw mondopening beperkt is of als u uw nek maar beperkt kunt bewegen. Of als het eten niet goed wil zaken door slikklachten.
In de meeste gevallen krijgt u ook een urinekatheter als u slaapt.

Na de behandeling

Als de behandeling klaar is, wordt u in de HCK wakker gemaakt. Als de cardioloog de procedure via de lies heeft gedaan, worden op dat moment vaak de katheters uit de lies verwijderd. De HCK-assistenten drukken daarbij hard op uw lies. Als de wond niet meer bloedt, krijgt u een zwachtel om uw bekken en wordt u in bed gelegd. Als bij u een ingreep is gedaan voor een pacemaker of voor een ICD, is de wond rond van de pacemaker of ICD plaatselijk verdoofd. Vervolgens wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Hier wordt u nog een periode gecontroleerd tot u weer goed wakker bent. Vervolgens gaat u terug naar de afdeling.

Mogelijke complicaties

Sommige mensen hebben last van de urinekatheter. Zij hebben dan het gevoel dat ze moeten plassen. U kunt dat rustig doen, want de urine zal toch via de katheter lopen. Als u toch heel veel last van de katheter blijft houden, verwijderen de verkoever-verpleegkundigen de katheter. Plassen kan wat pijnlijk zijn. 

Na de behandeling kan uw keel gevoelig zijn door het inbrengen van met name de echoprobe. Soms is een kleine beschadiging van de lippen ontstaan. Ook kunt u nog wat pijn hebben. Geef het aan als u pijnklachten heeft, u kunt dan pijnmedicatie krijgen. Na deze procedure zijn maar weinig mensen misselijk.

Meer informatie

Mocht u vragen hebben, dan kunt u ze stellen aan de cardio-anesthesioloog die bij u langskomt. Dit kan een andere dokter zijn dan de cardio-anesthesioloog die u op de operatiekamer ziet. Ook de verpleegkundigen van de afdeling weten veel over deze behandeling. Ook zij kunnen uw vragen in veel gevallen beantwoorden.

Wij wensen u een heel goed verloop van de behandeling en een spoedig herstel.

Laatst gewijzigd 23 juni 2023 / 7241