Contact
  1. 7269-Hartlongmachine (ECMO)

​Uw naaste is opgenomen op de Intensive care (IC) en krijgt een ECMO-behandeling omdat hart en/of longen slecht werken. In deze folder leest u meer over deze behandeling.

 

Wat is een ECMO-behandeling?

ECMO is de afkorting van Extra Corporele Membraan Oxygenatie. Een ECMO-apparaat neemt de functie van het hart en/of de longen geheel of gedeeltelijk over. De ECMO-behandeling wordt gegeven als hart en/of longen door een ziekte of ten gevolge van een operatie slecht werken. Door deze functie tijdelijk over te nemen, krijgen deze organen de kans om te herstellen. De ECMO is een ondersteunende behandeling. De deskundige die gaat over de bediening van de ECMO heet een perfusionist. Hij komt regelmatig langs en bespreekt de behandeling met de intensivist en de verpleegkundige.

De ECMO ondersteunt de functie van het hart en/of de longen door middel van een bloedpomp en een kunstlong. Het bloed wordt aangezogen uit het lichaam door middel van een pomp en doorgestuurd naar een kunstlong. In de kunstlong wordt koolstofdioxide (CO2 ) verwijderd en zuurstof ( O2 ) toegevoegd. Vervolgens stroomt het bloed terug naar het lichaam.

Voor wie?

Een ECMO wordt gebruikt bij patiënten van alle leeftijden bij wie de functie van hart en/of longen uitgevallen is door ziekte of beschadiging zoals door een ernstige longontsteking, bij hartfalen ten gevolge van een groot hartinfarct of in het geval van een drenkeling. Een ECMO kan ook dienen als overbrugging naar een transplantatie als de patiënt daarvoor in aanmerking komt. De patiënt wordt dan tijdelijk ondersteund totdat er een geschikt donororgaan is gevonden. In bepaalde gevallen wordt er gekozen voor specifieke ondersteuning van alleen de linker- of de rechterharthelft. Een andere optie is ondersteuning van beide harthelften zonder ondersteuning van de longcirculatie.

Soms gebeurt het ook dat een ECMO meteen na een hartoperatie wordt geplaatst. Bijvoorbeeld als het hart van de patiënt nog moet herstellen van de ingreep of zich nog moet aanpassen aan de veranderde situatie. De patiënt wordt dan door de perfusionist op de operatiekamer aan de ECMO gekoppeld. Een ECMO wordt enkel gebruikt als alle minder invasieve therapieën de werking van het hart en de longen niet hebben doen verbeteren.

De behandeling 

Als beslist wordt om iemand te behandelen met een ECMO, worden er twee canules geplaatst door de thoraxchirurg. Dit zijn lange slangen die, afhankelijk van het soort ECMO, via de grote liesarterie of rechtstreeks via de borstholte geplaatst worden. Als de canules eenmaal geplaatst zijn, wordt het systeem eraan vastgekoppeld en kan de ECMO starten. Een behandeling met een ECMO kan van enkele dagen tot enkele weken duren. Dit is afhankelijk van de aandoening en van het feit of er complicaties optreden of niet.

Als de ziekte of beschadiging aan hart en/of longen voldoende hersteld lijkt kan er aan de 'ontwenning' van de ECMO begonnen worden. Hierbij wordt de werking van de ECMO geleidelijk verminderd, waardoor het hart en de longen beetje bij beetje weer een deel van het werk moeten overnemen. Wanneer het herstel zodanig is dat de patiënt zonder ECMO kan, wordt de machine gestopt en verwijderd. Het kan ook gebeuren dat de ECMO gestopt wordt omdat de behandeling niet effectief is of omdat er complicaties optreden. Dit is een mogelijkheid waarmee steeds rekening moet worden gehouden.

Mogelijke complicaties

Patiënten die een ECMO nodig hebben, zijn zeer ernstig ziek en zouden zonder deze ondersteuning hoogstwaarschijnlijk overlijden. Deze procedure is echter niet zonder risico's. Er wordt een medicijn, heparine genaamd, aan de patiënt toegediend om te voorkomen dat het bloed gaat stollen door het contact met de lichaamsvreemde stoffen van het systeem. Hoewel de 'stolbaarheid' van het bloed regelmatig gecontroleerd wordt, kan het zijn dat er toch nog bloedingen optreden. Dit kan aanleiding geven tot bloedtransfusies of een chirurgisch ingrijpen. Kleine bloedstolsels kunnen zich in de bloedbaan van de patiënt vormen en tot ernstige beschadigingen aan vitale organen leiden zoals de hersenen en nieren. Een bloeding of bloedstolsel in de hersenen kan leiden tot een beroerte.

Om de canules in de bloedvaten te plaatsen wordt er een chirurgische ingreep verricht. Hier kan een bloeding bij optreden en er kan een infectie optreden die zich via de bloedbaan verspreid en schade kan toebrengen aan andere organen. Een ander risico is zuurstoftekort van de benen wanneer canules via de lies ingebracht zijn. Vaak zal er dan door een thoraxchirurg een bypass naar het been aangebracht worden.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 7269 / P