Contact
  1. 7358-Infectie prothese

Een ontsteking van een (operatie)wond door bijvoorbeeld een bacterie, noemen we een infectie. Door een infectie bij een prothese kan deze loslaten. Een goede diagnose en behandeling is dus belangrijk. Voor de meeste infectiebehandelingen kunt u in Isala terecht. Ook kunt u vanuit een ander ziekenhuis voor bepaalde behandelingen worden doorverwezen naar Isala. In deze folder leest u meer over de diagnose en behandeling.

Bij een infectie van een prothese onderscheiden we:

  • een vroege infectie;
  • een late infectie.

Vroege infectie

Een vroege infectie ontstaat kort na de operatie. U herkent een infectie aan: plaatselijke roodheid rond de wond, zwelling en pijn. Ook kan de operatiewond (opnieuw) wondvocht of pus lekken. Een vroege infectie is een complicatie die bij één tot drie procent van de patiënten voorkomt.

Late infectie

Een late infectie komt soms pas na maanden of jaren na de operatie voor het eerst aan het licht. Bij een late infectie heeft u vaak vooral pijn in het gebied van de prothese. Bijvoorbeeld bij het in beweging komen en het lopen. Een late infectie komt nog minder vaak voor dan een vroege infectie.

Wat is de oorzaak?

In Isala doen we er alles aan om te voorkomen dat er bij het plaatsen van een prothese een besmetting met bacteriën optreedt. We nemen verschillende maatregelen. Zo wordt de operatiekamer gedesinfecteerd en werken we steriel. Ook krijgt u al bij het plaatsen van de prothese antibiotica toegediend. Een infectie ergens anders in het lichaam kan namelijk via de bloedbaan overslaan naar de prothese, waardoor het gewricht ontstoken raakt. Dit kan bijvoorbeeld een ingegroeide teennagel, een ontstoken kies of een huidinfectie (bijvoorbeeld een steenpuist) zijn. Daarom is het belangrijk dat deze aandoeningen goed behandeld zijn voor u geopereerd wordt.

Wat zijn de klachten?

Bij een vroege infectie zijn de kenmerken: plaatselijke roodheid, zwelling en pijn. Ook kan de operatiewond (opnieuw) wondvocht of pus lekken. Bij een late infectie heeft u vaak voornamelijk pijn in het gebied van de prothese bij het in beweging komen en het lopen.

Welk onderzoek wordt er gedaan?

Om de juiste diagnose te stellen, luistert uw arts goed naar uw verhaal tijdens de anamnese. Daarnaast is een lichamelijk onderzoek belangrijk voor het stellen van de diagnose. Er worden altijd röntgenfoto’s gemaakt en in sommige gevallen is een aanvullende botscan of leukocytenscan nodig. Bij het vermoeden van een infectie wordt meestal ook bloedonderzoek verricht.

Ook kan uw arts om de diagnose te stellen besluiten om een punctie (opzuigen van vocht) van het gewricht te verrichten of om een biopsie (hapjes weefsel) af te nemen op de operatiekamer. Dit gebeurt onder lokale verdoving. Het verkregen materiaal wordt daarna op kweek gezet om een eventuele bacterie te identificeren. Uw orthopeed bespreekt met u welke onderzoeken in uw geval nodig zijn.

Wat is de behandeling?

De behandeling van een prothese-infectie is in Isala multidisciplinair. Dit betekent dat u behandeld wordt door een team van orthopedisch chirurgen, microbiologen, infectiologen en gespecialiseerde physician assistants. Samen vormen zij het infectieteam.
In de regio Noord zijn er binnen het NINJA-netwerk van ziekenhuizen afspraken gemaakt welke ziekenhuizen bepaalde infectiebehandelingen uitvoeren. Voor de meeste infectiebehandelingen kunt u in Isala terecht. Ook kunt u vanuit een ander ziekenhuis voor bepaalde behandelingen worden doorverwezen naar Isala.

Bij een vroege infectie

De behandeling van een vroege infectie bestaat vrijwel altijd uit een operatie en antibiotica. Tijdens de operatie wordt het gewricht schoongemaakt. Antibiotica kunnen via een tablet, capsule, drankje, injectie of infuus worden toegediend. Dit is afhankelijk van het soort antibiotica. In sommige gevallen wordt de antibiotica ook operatief in het geïnfecteerde gebied ingebracht.

In de meeste gevallen wordt gestart met een zogeheten 'breedspectrum' antibiotica. Deze antibiotica krijgt u doorgaans via een infuus toegediend. De werking hiervan is heel breed, de antibiotica richt zich op een groot aantal verschillende bacteriën. Door het afnemen van kweken, kan de microbioloog vaststellen welke specifieke bacterie de infectie in uw geval veroorzaakt. Als dit bekend is, wordt overgegaan op 'smalspectrum' antibiotica. Deze werken specifiek op de betreffende bacterie.

Tijdens uw behandeling kan dus worden overgegaan op andere antibiotica. Dit kan ook gebeuren wanneer de bacterie niet reageert op de voorgeschreven antibiotica. De duur van een antibiotisch behandeling varieert tussen de drie tot zes maanden. Soms zijn er meerdere operaties nodig om de infectie tot rust te brengen. Lukt het niet om de infectie met operaties en antibiotica tot rust te brengen, dan kan het noodzakelijk zijn om de prothese te verwijderen.

Bij een late infectie

Als de infectie al langere tijd bestaat, is een combinatie van een schoonmaakoperatie en antibiotica vaak niet voldoende om de infectie te behandelen. Vaak is het verwijderen van de prothese de enige mogelijkheid.
Als wordt besloten om uw prothese te verwijderen, krijgt u soms een tijdelijke prothese. Met deze tijdelijke prothese kunt u waarschijnlijk niet alles doen wat u gewend bent met uw ‘oude’ prothese.

De tijdelijke prothese bevat vaak antibiotica die geleidelijk en gedurende langere tijd in het geïnfecteerde gebied worden afgegeven. Als bij u de heupkop wordt verwijderd maar niet wordt vervangen door een (tijdelijke) prothese, noemen we dit een ‘girdlestone’. Dit is meestal een tijdelijke situatie, waarbij een verkorting van uw been optreedt. U kunt dan wel lopen, maar met behulp van een hulpmiddel. Afhankelijk va de gekweekte bacterie kan de prothese na verloop van tijd opnieuw worden geplaatst. De periode tussen het verwijderen van de prothese en het opnieuw plaatsten van een prothese kan sterk variëren: tussen de twee weken tot meer dan zes maanden. Dit is afhankelijk van de gevonden bacterie (of eventueel schimmel) en het aangedane gewricht.

Heel soms is het niet mogelijk om een prothese terug te plaatsen. Het niet hebben van een gewricht maakt het bewegen een stuk moeilijker. Afhankelijk van het gewricht is het dan soms mogelijk om het gewricht vast te zetten. Als een operatie om een bepaalde reden niet wenselijk is, kan er soms gekozen worden voor antibiotische suppressie therapie waarbij geprobeerd wordt de bacterie of schimmel met antibiotica te onderdrukken. Met deze therapie lukt het doorgaans niet om de infectie helemaal weg te krijgen.

Isolatie

Infecties kunnen van mens tot mens worden overgebracht. Omdat andere patiënten, die net geopereerd zijn, een open wond en vaak een verminderde weerstand hebben, lopen zij een hoger risico ook geïnfecteerd te raken. U wordt daarom doorgaans op een apart deel van de afdeling of op een eenpersoonskamer verpleegd. Dit heet isolatieverpleging. U mag tijdens uw verblijf in Isala gewoon bezoek ontvangen. Bij het verlaten van de kamer moeten zij hun handen desinfecteren.

Bij isolatieverpleging dragen verpleegkundigen en artsen handschoenen en een schort als zij in contact kunnen komen met lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld tijdens het verzorgen van uw wond. Als u geen open wond meer heeft, mag de isolatieverpleging worden opgeheven.

Controle

Om te controleren of de antibiotica werkt, wordt minimaal tweemaal per week uw bloed gecontroleerd. Er wordt gekeken of de tekenen van de infectie verminderen en of er geen bijwerkingen van de antibiotica optreden. Daarnaast wordt uw temperatuur in de gaten gehouden worden. Ook na uw ontslag uit het ziekenhuis worden uw bloedwaarden heel regelmatig gecontroleerd.

Ontslag

Meestal mag u naar huis als de wond gesloten is en u zich goed voelt. De rest van de behandeling met antibiotica, gemiddeld drie tot zes maanden, hoeft niet in het ziekenhuis plaats te vinden. U kunt de antibiotica thuis innemen (doorgaans in tabletvorm). Als u antibiotica via een infuus krijgt, komt thuiszorg bij u langs om de antibiotica via een infuus toe te dienen.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle, Kampen of Heerde

Orthopedie
088 624 56 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel of Steenwijk

Orthopedie
088 624 96 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 4 mei 2022 / 7358