De overgang (menopauze) De overgang (menopauze)
- Isala
- Patiëntenfolders
- 7442-De overgang (menopauze)
Wat kunt u doen bij klachten?
Tijdens de overgang maken uw eierstokken minder of geen oestrogeen meer aan. Oestrogeen is een vrouwelijk hormoon. Het stoppen van de aanmaak, kan zorgen voor klachten. Bij de Menopauzepolikliniek kunnen wij u helpen met deze overgangsklachten. In deze folder leest u meer over de hormonale veranderingen tijdens de overgang, waar u last van kunt krijgen, maar vooral ook wát u eraan kunt doen.
Wat is de overgang (menopauze)?
De meeste vrouwen hebben hun laatste ongesteldheid (menstruatie) tussen hun 40e en 60e jaar. De gemiddelde leeftijd is 51 jaar. De laatste menstruatie wordt ook wel menopauze genoemd. Hoe lang de overgang duurt, verschilt van vrouw tot vrouw. De overgang is pas voorbij als u een jaar lang niet meer ongesteld bent geweest. Een kwart van alle vrouwen krijgt tijdens de overgang klachten die hun leven flink kunnen verstoren. Toch is de overgang een normale fase in het leven van iedere vrouw. Goede informatie en deskundige hulp kunnen dan helpen.
Wanneer begint de overgang?
- Vrouwen van wie de moeder vroeg in de overgang kwam, hebben daar zelf ook meer kans op.
- Het gebruik van de pil kan klachten onderdrukken, maar heeft geen invloed op wanneer de overgang begint.
- Bij vrouwen die roken, blijkt de overgang gemiddeld 2 jaar eerder te beginnen.
- Als bij een operatie beide eierstokken zijn verwijderd, begint de postmenopauze gelijk en vaak met heftige klachten. De postmenopauze is de periode na de laatste menstruatie.
- Als alleen de baarmoeder is verwijderd, begint de overgang soms eerder. Maar meestal heeft dit geen invloed.
Hoe begint de overgang?
- De overgang begint vaak met een verandering in het patroon van uw menstruatie.
- De menstruaties komen korter na elkaar en worden vaak erger; soms zitten er dan ook stolsels in het bloed.
- Daarna wordt de pauze tussen uw menstruaties steeds langer en uiteindelijk blijven ze helemaal weg.
- Als u 1 jaar niet meer ongesteld bent geweest, bent u in de overgang. Dit kan dus alleen achteraf worden bepaald.
- Als uw menstruaties tijdens de overgang heel erg zijn, dan kunt u laten onderzoeken of er ook nog een andere oorzaak is.
Hoe lang duurt de overgang?
De gemiddelde tijd tussen het onregelmatig worden van de menstruaties en de overgang, is 4 jaar. Overgangsklachten kunnen 5 tot 10 jaar of soms zelfs langer bestaan. In het algemeen is deze periode te verdelen in 5 jaar vóór de laatste menstruatie tot 2 à 3 jaar erna. Er zijn ook vrouwen die maar korte tijd merken dat zij in de overgang zijn.
Dan is dat geen menstruatie. Neem dan contact op met uw (huis)arts.
Kan worden vastgesteld of de overgang is begonnen?
Ja. Door bloedonderzoek op de 3e dag van uw menstruatie, kan worden bepaald of het hormoon FSH verhoogd is en het oestrogeen verlaagd is. FSH is het hormoon dat de eierstokken aanzet tot groei van eicellen.
Het bloedonderzoek geeft niet aan hoe lang het duurt tot uw menstruaties stoppen. Uw klachten zijn vooral de belangrijkste aanwijzingen of u in de overgang bent. Alleen als de overgang vóór uw 40e jaar lijkt te beginnen, heeft bloedonderzoek zin.
Hormonale veranderingen rond de overgang
Als de voorraad eicellen in uw eierstokken minder wordt, maakt uw lichaam ook minder oestrogeen en progesteron aan. Oestrogeen heeft invloed op veel functies in uw lichaam, zoals uw hart en bloedvaten, botten, borsten en urinewegen. Door het verminderen van oestrogeen verandert er veel in uw lichaam tijdens de overgang.
Hierdoor kunt u klachten krijgen zoals:
- onregelmatig bloedverlies
- opvliegers
- slecht slapen
- spier- en gewrichtspijn
- wisseling van humeur
- geen zin in vrijen
- depressieve gevoelens
- hoofdpijn
Maar u kunt zich er zeker wel ziek door voelen.
De Menopauzepolikliniek
Hoe gaat een bezoek aan de Menopauzepolikliniek?
Uw (huis)arts verwijst u door naar de Menopauzepolikliniek.
- U heeft dan eerst een gesprek (consult) met de gynaecoloog of verpleegkundig specialist (menopauzedeskundige).
- Tijdens het gesprek neemt de gynaecoloog of verpleegkundig specialist uw ziektegeschiedenis met u door.
- Ook wordt bekeken welke van uw klachten bij de overgang kunnen horen.
- Bovendien onderzoeken wij u op bijvoorbeeld hart en vaatziekten, diabetes en soms op botontkalking.
- Wij meten uw bloeddruk, lengte en gewicht en bespreken daarnaast uw leefstijl.
- Daarna bepalen wij of extra onderzoek nodig is. Denk aan een bloedonderzoek of een gynaecologische echo.
- Verder ontvangt u een persoonlijk advies over leefstijl en de behandeling van uw klachten.
- Mogelijk schrijven wij u medicijnen voor of verwijzen wij u door naar een andere zorgverlener binnen het ziekenhuis.
Standaard overgangsklachten
Naast veranderingen in het patroon van uw menstruaties, gebeurt er meer in uw lichaam. Deze typische overgangsklachten komen door de afwisselende hoeveelheid oestrogeen in uw bloed:
Opvliegers
Deze komen het meest voor. U krijgt het dan plotseling heel warm, mogelijk een rood gezicht en een koortsig gevoel. U kunt hierbij ook heel erg gaan zweten. Opvliegers kunnen op elk moment optreden. Maar ook uitgelokt worden door bijvoorbeeld stress of alcohol. Sommige vrouwen hebben er alleen af en toe last van; anderen hebben ze wel 10 tot 20 keer per dag. Meestal duurt een opvlieger een paar seconden of minuten. Maar de klachten kunnen ook een kwartier of een half uur duren. Vooral in gezelschap of wanneer alle aandacht op u is gericht, kunnen opvliegers heel vervelend zijn.
’s Nachts zweten
U kunt ook ’s nachts last krijgen van opvliegers, waarbij u veel zweet. In erge gevallen kunt u hierdoor slaapproblemen krijgen, moe en/of humeurig worden.
Wat zijn gevolgen van de overgang?
Op korte termijn
- Droge huid en slijmvliezen
Uw huid kan droger en minder elastisch worden; er kunnen rimpels ontstaan. Omdat minder traanvocht en speeksel wordt aangemaakt, kunnen uw ogen en mond ook droger worden. - Klachten aan uw vagina
Door minder aanmaak van oestrogeen, wordt de bekledende laag van de vagina dunner en droger. Veel vrouwen hebben last van jeuk en een branderig gevoel in de vagina en aan de schaamlippen of bij het plassen. De vagina en blaas kunnen gevoeliger worden voor infecties. - Veranderingen in uw seksleven
Door deze veranderingen en door daling van testosteron in uw bloed, heeft u mogelijk ook minder zin in seks. Daarnaast kan seks soms pijnlijk zijn. Natuurlijk kunnen hierbij meer zaken een rol spelen en hoeft het niet altijd alleen aan de overgang te liggen. - Klachten aan uw urinewegen
Bij het ouder worden verslappen uw bekkenbodemspieren en steunweefsels, waardoor uw blaas kan verzakken. Omdat de slijmvliezen van de urinewegen dunner worden, kunnen er eerder blaasontstekingen ontstaan. Samen kunt u daardoor uw plas niet meer zo lang ophouden of u verliest urine bij hoesten, niezen of sporten.
Op langere termijn
- Botontkalking (osteoporose)
Tot het 35e jaar zijn de aanmaak en afbraak van uw botten met elkaar in evenwicht. Daarna wordt langzaam meer bot afgebroken dan aangemaakt. Na uw laatste menstruatie wordt minder oestrogeen aangemaakt. Daardoor ontstaat een paar jaar lang een proces waarin uw botten minder stevig (ontkalken) worden. - De kans op botbreuken neemt dus toe
Dit risico is groter bij vrouwen die te vroeg in de overgang komen, dun en slank zijn, weinig bewegen, roken en/of drinken. Ook vrouwen die lang anorexia (eetstoornis) hebben gehad en vrouwen bij wie osteoporose in de familie voorkomt, hebben een grotere kans op botontkalking. - Hart- en vaatziekten
Oestrogeen heeft een beschermende werking tegen hart en vaatziekten. In de vruchtbare leeftijd hebben vrouwen minder kans op hart en vaatziekten dan mannen. Maar na de overgang is dit risico gelijk. Het is nog niet duidelijk hoe oestrogenen hierin een rol hebben. De kans op hart- en vaatziekten lijkt vooral te worden beïnvloed door hoge bloeddruk, roken, een te hoog cholesterolgehalte, overgewicht en te weinig lichaamsbeweging.
Niet standaard overgangsklachten
Klachten die vaak tijdens de overgang voorkomen, maar niet duidelijk te maken hebben met hormoonveranderingen, zijn ‘niet standaard’ (niet-typische) overgangsklachten. Bijvoorbeeld:
- hartkloppingen
- toename van gewicht
- verstopping (obstipatie)
- gewrichtsklachten
- hoofdpijn
- slapeloosheid
- humeurwisselingen
Geen opvliegers, maar wel last van slapeloosheid en humeurwisselingen?
Veel vrouwen ervaren de overgang als een heftige periode. Niet alleen lichamelijke veranderingen, maar ook het afscheid van een vruchtbaar leven zijn soms moeilijk te accepteren. Binnen het gezin treden ook vaak veranderingen op, die u uit evenwicht kunnen brengen.
Als u slecht slaapt door opvliegers, kan het zijn dat u mogelijk ook minder goed met problemen kunt omgaan. En dat kan weer leiden tot psychische klachten zoals somberheid, prikkelbaarheid, humeurwisselingen, angst en concentratie en geheugenverlies.
Behandeling
Behandeling met hormonen
Onregelmatige menstruaties, opvliegers en zweetaanvallen horen bij de overgang en gaan vanzelf over. Als u daar erg last van heeft, kan dat een reden zijn om medicijnen te gaan gebruiken. Het tekort aan oestrogeen wordt dan aangevuld door pillen, pleisters, spray, gel of vaginale zetpillen. Heeft u alleen last van opvliegers? Dan helpen soms medicijnen zonder hormonen.
De belangrijkste reden hiervoor is de hoeveelheid klachten die u heeft of mogelijk bezwaren heeft om hormonen te gebruiken.
Oestrogeen gecombineerd met progesteron (of progestageen)
Als het baarmoederslijmvlies alleen door oestrogeen wordt gestimuleerd, bestaat er een licht verhoogd risico op baarmoederslijmvlieskanker. Daarnaast is er een grote kans op onregelmatig bloedverlies (doorbraakbloedingen). Progesteron zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies wordt afgestoten. Als uw baarmoeder is verwijderd, is progesteron niet nodig. Als u langer dan 1 jaar niet meer ongesteld bent geweest, kunt u oestrogeen en progesteron proberen. Dan heeft u helemaal geen bloedingen meer.
Vaginale klachten, zoals droogheid, afscheiding of pijn bij het vrijen of urinewegklachten door regelmatige blaasontstekingen, behandelen we meestal met vaginale zetpillen, crème of pillen. Deze behandeling kan een aantal jaren nodig zijn.
Hoe lang hormonen gebruiken?
- Opvliegers verbeteren meestal binnen een paar dagen na het begin van uw behandeling.
- Klachten aan uw urinewegen en vagina verbeteren meestal binnen een paar weken. Sommige vrouwen merken pas na een paar maanden dat de klachten helemaal weg zijn.
- Vrouwen die medicijnen tegen opvliegers gebruiken, kunnen na een jaar 1 maand stoppen om te kijken of behandeling nog wel nodig is.
- Heeft u niet standaard klachten (hartkloppingen, dikker worden, verstopping, gewrichtsklachten, hoofdpijn, slapeloosheid en humeurwisselingen)? Dan kunt u ook eerst een proefbehandeling van 3 maanden doen.
- Een behandeling langer dan 3 maanden heeft alleen zin als u geen of minder klachten heeft.
Bijwerkingen en risico’s
Wat zijn bijwerkingen en risico’s van hormonen?
Deze kunnen heel verschillend zijn. Sommige vrouwen houden vocht vast en hebben gespannen of pijnlijke borsten. Dat hangt meestal af van de hoeveelheid hormonen. Heeft u na de menopauze onregelmatig bloedverlies? Bespreek dat dan altijd met uw arts. Het nut van hormoongebruik moet worden afgewogen tegen risico’s op bijvoorbeeld borst- en baarmoederkanker, trombose en hart- en vaatziekten. Dit zijn kleine, maar wel bestaande risico’s bij lang gebruik van hormonen.
Wat zijn voor- en nadelen van hormonen?
Bespreek met uw arts de voor- en nadelen van het gebruik van hormonen.
- Als u oestrogeen samen met progesteron gebruikt, heeft u geen hoger risico op baarmoederslijmvlieskanker.
- Hormonen kunnen uw overgangsklachten verminderen. Wij adviseren u, afhankelijk van uw klachten, het gebruik van hormonen af te bouwen. Bij voorkeur binnen 5 jaar na uw laatste menstruatie.
- Als u voor uw 50ste begint met hormonen, is een borstonderzoek niet nodig. Vrouwen tussen 50 en 75 jaar krijgen elke 2 jaar een uitnodiging voor een borstonderzoek (via Bevolkingsonderzoek Nederland).
- De gevolgen van lang hormoongebruik na de laatste menstruatie, worden nog onderzocht.
Anticonceptiepil en andere voorbehoedsmiddelen
Zolang u de ‘pil’ (anticonceptiepil) gebruikt, blijven de bloedingen bestaan. Als na het stoppen met de pil de bloedingen wegblijven, kunt u in de overgang zijn. Zolang dat onzeker is, is het verstandig voorbehoedsmiddelen te gebruiken tot uw menstruatie langer dan een jaar is weggebleven. De kans op een zwangerschap bij een vrouw van 50 is klein, maar er blijft een kans.
Daarom hebben deze medicijnen meestal de voorkeur. Medicijnen voor de overgang zijn dus géén voorbehoedsmiddelen.
Praat erover
De overgang is een natuurlijk proces waarbij uw klachten uiteindelijk ook zonder medicijnen verdwijnen. Praten met vrouwen in dezelfde situatie geeft vaak herkenning waardoor u sommige klachten beter begrijpt. Er zijn verschillende websites waar u in contact kunt komen met vrouwen in de overgang.
Homeopathie
Homeopathische middelen of middelen op plantaardige basis (soja en rode klaver) geven soms al voldoende verbetering van overgangsklachten. Over de werking hiervan wordt verschillend gedacht en er is nog maar weinig onderzoek naar gedaan.
Wat kunt u zelf doen?
- Eet gezond en probeer op uw gewicht te letten. Na de overgang komt u gemakkelijker aan.
- Zorg voor voldoende calcium om de kans op botontkalking te verkleinen. Drink daarom melk, eet kaas, yoghurt en koolsoorten. Vier porties melkproducten per dag geven de noodzakelijke hoeveelheid calcium. Eén portie is bijvoorbeeld een beker melk, een bakje yoghurt of een plak kaas. Ook vitamine D is belangrijk. Dit wordt door uw huid gemaakt door zonlicht en zit in margarine, boter, vis en eieren. Meer informatie: www.osteoporosevereniging.nl.
- Beweeg regelmatig, waarbij uw botten belast worden. Elke dag een half uur bijvoorbeeld wandelen, versterkt uw botten. Andere vormen van lichaamsbeweging zijn belangrijk tegen stijfheid van gewrichten en spierpijn.
- Alcohol, koffie, thee en gekruid eten kunnen opvliegers uitlokken.
- Neem de tijd en rust om aan alle veranderingen te wennen.
- Probeer voldoende te slapen; u kunt beter met veranderingen omgaan als u uitgerust bent.
- Praat over veranderingen, problemen en klachten met uw partner, een vriendin, uw huisarts of een overgangsconsulente.
- Bij plasproblemen kunt u uw bekkenbodemspieren oefenen. Denk ook aan hulp van een bekkenbodemfysiotherapeut.
- Probeer te stoppen met roken. Het is slecht voor hart- en bloedvaten; de kans op hart en vaatziekten wordt na de overgang groter.
- Heeft u opvliegers? Draag dan kleding in laagjes, zodat u makkelijk kleding uit kunt doen.
Meer informatie
Neem ook eens een kijkje op een van deze websites:
- www.degynaecoloog.nl
- keuzekaart 'Opvliegers' - www.vrouwenindeovergang.nl
- www.overgangsconsulente.com
- www.vuurvrouw.nu
- www.osteoporosevereniging.nl
Contact
Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met:
polikliniek Gynaecologie
088 624 56 04 (bereikbaar op van maandag tot en met vrijdag van 8.30 - 17.00 uur)