Contact
  1. 7442-Overgangsklachten (menopauze)

​De levensfase waarin de eierstokken geleidelijk ophouden het vrouwelijk geslachtshormoon oestrogeen te produceren, wordt de overgang genoemd. Tijdens de overgang kunnen klachten ontstaan. Met deze klachten kunt u terecht bij de Menopauzepolikliniek. In deze folder leest u meer over de hormonale veranderingen in de overgang, de klachten die kunnen ontstaan en wat eraan gedaan kan worden.

Overgang

De meeste westerse vrouwen krijgen hun laatste menstruatie tussen hun veertigste en zestigste jaar; de gemiddelde leeftijd is 51 jaar. De laatste menstruatie wordt ook wel menopauze genoemd. De levensfase waarin de eierstokken geleidelijk ophouden het vrouwelijk geslachtshormoon oestrogeen te produceren, wordt de overgang genoemd. De duur van de overgang is bij elke vrouw verschillend. De overgang is officieel pas voorbij als u een jaar lang geen menstruaties meer hebt gehad. Een kwart van alle vrouwen krijgt tijdens de overgang klachten die het dagelijks leven behoorlijk kunnen verstoren. De overgang is echter een natuurlijke fase in het leven van iedere vrouw. Goede informatie en deskundige hulp kunnen helpen in deze periode.

Hormonale veranderingen rond de overgang

Wanneer de voorraad eicellen in de eierstokken afneemt, wordt gaandeweg ook minder oestrogeen en progesteron aangemaakt. Oestrogeen heeft invloed op talrijke functies in het lichaam, zoals hart­ en bloedvaten, botten, borsten en urinewegen. Door de vermindering van de oestrogeenproductie verandert er tijdens de overgang veel in uw lichaam. Hierdoor kunnen klachten optreden zoals:

  • onregelmatig bloedverlies;
  • opvliegers;
  • slecht slapen;
  • spier­- en gewrichtspijn;
  • stemmingswisselingen;
  • geen zin in vrijen;
  • depressieve buien;
  • hoofdpijn.

Het is goed te beseffen dat de overgang geen ziekte is, maar dat u zich er wel ziek door kunt voelen.

Met klachten naar de Menopauzepolikliniek

Bij een bezoek aan de Menopauzepolikliniek heeft u een gesprek (consult) met de menopauzedeskundige. De menopauzedeskundige is een verpleegkundig specialist (nurse practitioner) die nauw samenwerkt met een gynaecoloog. Tijdens het polikliniekgesprek neemt de menopauzedeskundige of gynaecoloog uw ziektegeschiedenis (anamnese) met u door en bekijkt welke klachten bij de overgang kunnen horen. Ook vindt een uitgebreide screening plaats op onder andere hart­ en vaatziekten, diabetes en soms op botontkalking.

Door middel van allerlei onderzoeksgegevens (laboratoriumonderzoek, bloeddruk, lengte, gewicht) en het bespreken van uw leefstijl wordt uw persoonlijke situatie in kaart gebracht. Op grond van de bevindingen wordt vervolgens met u bekeken welke behandelmogelijkheden er zijn. Ook ontvangt u adviezen die zijn afgestemd op uw persoonlijke situatie. Eventueel wordt er medicatie voorgeschreven of wordt u doorverwezen naar andere zorgverleners binnen het ziekenhuis. De informatie en deskundige hulp die u van de menopauzedeskundige of gynaecoloog krijgt, kunnen u hierin helpen de juiste afwegingen en keuzes te maken.

Begin en duur

De duur van de overgang verschilt per vrouw. De gemiddelde tijd tussen het onregelmatig worden van de menstruaties en de menopauze is vier jaar. Overgangsklachten kunnen vijf tot tien jaar of soms zelfs langer bestaan. Globaal is deze periode te verdelen in vijf jaar voor de laatste menstruatie tot twee à drie jaar erna. Er zijn ook vrouwen die maar korte tijd merken dat zij in de overgang zijn.

Vrouwen van wie de moeder vroeg in de overgang kwam, hebben zelf een grotere kans vroeg in de overgang te komen. Het gebruik van de pil kan de overgangsklachten onderdrukken, maar heeft geen invloed op het tijdstip dat de overgang begint. Bij vrouwen die elke dag meer dan een pakje sigaretten roken, blijkt de overgang gemiddeld twee jaar eerder te beginnen.

Als bij een operatie beide eierstokken zijn verwijderd, begint de postmenopauze direct, niet zelden met hevige klachten. Als alleen de baarmoeder is verwijderd, kan de overgang soms wat vroeger beginnen, maar meestal heeft dit geen invloed.

Menstruaties tijdens de overgang

De overgang begint vaak met een verandering in het menstruatiepatroon. De menstruaties komen korter na elkaar en worden vaak heviger; soms zijn er ook stolsels. Vervolgens wordt de pauze tussen de menstruaties steeds langer en uiteindelijk blijven ze helemaal weg. De menopauze heeft plaatsgevonden als er een jaar lang geen menstruaties meer zijn geweest. Dit tijdstip is dus alleen achteraf vast te stellen. Als de menstruaties tijdens de overgang erg hevig zijn, kunt u laten onderzoeken of er geen andere oorzaak is. Indien bloedverlies optreedt meer dan een jaar na de laatste menstruatie, dan hoort dat niet (het is dan geen menstruatie) en dient u contact te zoeken met uw arts voor verder onderzoek.

Kan worden vastgesteld of de overgang begonnen is?

Door bloedonderzoek op de derde dag van de menstruatie kan worden nagegaan of het FSH (het hormoon dat de eierstok aanzet tot groei van eicellen, zogenaamd Follikel Stimulerend Hormoon) verhoogd en het oestrogeen verlaagd is. Dit onderzoek geeft niet aan hoe lang het nog zal duren tot de menstruaties stoppen, en het heeft daarom niet veel zin. Met name uw klachten zijn de belangrijkste aanwijzingen. Alleen als de overgang voor uw 45e jaar lijkt te beginnen, hebben deze bepalingen nut.

'Typische' overgangsklachten

Naast de veranderingen in het patroon van de menstruaties zijn er meer verschijnselen die samenhangen met de overgang. Typische overgangsverschijnselen zijn een gevolg van schommelingen in de hoeveelheid oestrogenen in het bloed.

Opvliegers

Opvliegers zijn het bekendste verschijnsel van de overgang. Ze bestaan uit plotselinge warmteaanvallen die gepaard kunnen gaan met een rood gezicht en een koortsig gevoel; dit kan samengaan met hevig transpireren.

Opvliegers kunnen op elk willekeurig moment optreden, maar ook uitgelokt worden door
bijvoorbeeld stress of alcohol. Sommige vrouwen hebben er slechts af en toe last van, andere hebben ze wel tien tot twintig keer per dag.

Meestal duurt een opvlieger een paar seconden of minuten, maar de klachten kunnen ook een kwartier of halfuur aanwezig blijven. Vooral in gezelschap of wanneer u alle aandacht op u gericht weet, kan dit erg vervelend zijn.

Nachtelijk transpireren

Opvliegers kunnen in de nacht optreden met flinke transpiratie-aanvallen. In ernstige gevallen kunnen hierdoor slaapproblemen, moeheid en/of prikkelbaarheid ontstaan.

Gevolgen

Op korte termijn

  • droge huid en slijmvliezen;
    De huid kan droger en minder elastisch worden; er kunnen rimpels ontstaan. Omdat er minder traanvocht en speeksel wordt aangemaakt, kunnen de ogen en de mond droger worden.
  • klachten aan de schede en seksuele veranderingen;
    Door de afname van oestrogenen wordt de bekledende laag van de vagina gaandeweg dunner en droger. Veel vrouwen hebben last van jeuk en een branderig gevoel in de schede en aan de schaamlippen of bij het plassen. De schede en de blaas worden gevoeliger voor infecties.
    Door deze veranderingen en door de daling van het testosteron in het bloed kan de behoefte aan seks afnemen en kan gemeenschap soms pijnlijk zijn. Natuurlijk kunnen hierbij meer factoren een rol spelen en hoeft het niet altijd alleen aan de overgang te liggen.
  • klachten aan de urinewegen;
    Bij het ouder worden verslappen de bekkenbodemspieren en de steunweefsels, waardoor de blaas wat kan verzakken. Omdat de slijmvliezen van de urinewegen dunner worden, kunnen er eerder blaasontstekingen ontstaan. Samen kan dit tot gevolg hebben dat de plas niet meer zo lang kan worden opgehouden of dat bij hoesten, niezen of sporten urine wordt verloren.

Op langere termijn

  • botontkalking (osteoporose);
    Tot het 35e jaar zijn de aanmaak en afbraak van de botten met elkaar in evenwicht. Daarna wordt langzamerhand meer bot afgebroken dan aangemaakt. Na de laatste menstruatie wordt er minder oestrogeen aangemaakt; daardoor ontstaat er gedurende enkele jaren een proces waarin de botten brozer worden: ze worden minder stevig ('ontkalken').
    De kans op botbreuken neemt dus toe. Dit risico is groter bij vrouwen die te vroeg in de overgang komen, een tengere bouw hebben, weinig beweging nemen, roken of drinken. Ook vrouwen die lang last hebben gehad van anorexia en vrouwen bij wie osteoporose in de familie voorkomt, lopen een grotere kans op osteoporose.
  • hart- en vaatziekten;
    Oestrogenen hebben een beschermende werking tegen hart­ en vaatziekten. In de vruchtbare leeftijd hebben vrouwen minder kans op hart­ en vaatziekten dan mannen, maar na de overgang is dit risico gelijk. Het is nog niet duidelijk welke rol oestrogenen hierbij spelen. De kans op hart­ en vaatziekten lijkt meer samen te hangen met algemene risicofactoren zoals hoge bloeddruk, roken, te hoog cholesterolgehalte, overgewicht en weinig lichaamsbeweging.

'Niet-typische' overgangsklachten

Klachten die vaak tijdens de overgang voorkomen maar niet duidelijk samenhangen met de veranderingen van de hormonen, worden 'niet-­typische' overgangsklachten genoemd. Dit zijn bijvoorbeeld:

  • hartkloppingen;
  • toename van gewicht;
  • obstipatie;
  • gewrichtsklachten;
  • hoofdpijn;
  • slapeloosheid;
  • stemmingswisselingen.

Als opvliegers ontbreken, worden de slapeloosheid en stemmingswisselingen mogelijk veroorzaakt door het feit dat veel vrouwen de overgang beleven als een ingrijpende periode. Niet alleen de lichamelijke veranderingen maar ook het afscheid van een vruchtbaar leven zijn soms moeilijk te aanvaarden. In de gezinssituatie treden bovendien vaak veranderingen op die u uit uw evenwicht kunnen brengen.
Als u slecht slaapt ten gevolge van opvliegers, kan het gevolg zijn dat u eventuele problemen minder goed aankunt. Dit kan leiden tot psychische klachten zoals neerslachtigheid, prikkelbaarheid, stemmingswisselingen, angst, concentratie­ en geheugenverlies.

Behandeling

Onregelmatige menstruaties, opvliegers en transpiratieaanvallen zijn verschijnselen die van nature bij de overgang horen en vanzelf overgaan. Wanneer u ze echter erg vervelend vindt, kan er een reden zijn om medicijnen te gaan gebruiken. Het tekort aan oestrogenen wordt dan aangevuld door tabletten, pleisters, neusspray, implantatie-tabletten onder de huid, gel, vaginale zetpillen, tabletten, crème of een ring. Bestaan er alleen opvliegers, dan kunnen deze soms worden verholpen met tabletten zonder hormonen (clonidine).

Hormonen

Behandeling met hormonen wordt hormoonsuppletie­therapie (HST) genoemd; in het Engels hormone replacement therapy (HRT). Of u hormonen wenst te gebruiken of niet, is een afweging die u uiteindelijk zelf moet maken. Het belangrijkste argument hierbij is de hoeveelheid hinder die u ondervindt. Ook belangrijk is of er eventueel bezwaren zijn om hormonen te gaan gebruiken.

  • Oestrogenen moeten gecombineerd worden met progesteron of progestageen (een stof die verwant is aan progesteron).
  • Als het baarmoederslijmvlies alleen door oestrogenen zou worden gestimuleerd, bestaat er namelijk een licht verhoogd risico op baarmoederslijmvlieskanker en een grote kans op onregelmatig bloedverlies (doorbraakbloedingen).
  • Progesteron zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies wordt afgestoten (onttrekkingsbloeding).
  • Als de baarmoeder is verwijderd, is progesteron niet nodig.
  • Als u al langer dan een jaar niet meer hebt gemenstrueerd, kan een continu schema van oestrogenen en progesteron geprobeerd worden, zodat u helemaal geen bloedingen meer hoeft te hebben.

Vaginale klachten, zoals droogheid, afscheiding of pijn bij het vrijen, of urinewegklachten ten gevolge van frequente blaasontstekingen kunnen meestal behandeld worden met vaginale zetpillen, crème, tabletten of een ring. Deze behandeling kan jaren nodig zijn.

Hoe lang gebruiken

  • Opvliegers verbeteren meestal binnen enkele dagen na het begin van de behandeling. Klachten van de urinewegen en de schede verbeteren meestal binnen een paar weken. Sommige vrouwen merken echter pas na een paar maanden dat de klachten helemaal weg zijn.
  • Vrouwen die medicijnen tegen opvliegers krijgen, kunnen na een jaar eens een maand stoppen om te kijken of behandeling nog wel nodig is.
  • Bij niet-­typische klachten (hartkloppingen, dikker worden, obstipatie, gewrichtsklachten, hoofdpijn, slapeloosheid, stemmingswisselingen) kan een proefbehandeling van drie maanden overwogen worden. Een behandeling van meer dan drie maanden heeft alleen dan zin als er ook werkelijk effect is.

Bijwerkingen en risico’s

De bijwerkingen van oestrogenen kunnen heel verschillend zijn. Sommige vrouwen hebben last van vocht vasthouden en gespannen of pijnlijke borsten; deze verschijnselen zijn meestal afhankelijk van de dosis. Treedt na de menopauze onregelmatig bloedverlies op, dan moet u dat altijd met uw arts bespreken. Het nut van hormoongebruik bij klachten rond de overgang dient echter wel te worden afgewogen tegen de (kleine maar wel bestaande) risico’s op bijvoorbeeld borst- en baarmoederkanker, trombose, hart- en vaatziekten bij langdurig gebruik van deze hormonen.

Bespreek bij overgangsklachten met uw arts de voor­ en nadelen van hormoonbehandeling in uw specifieke situatie. Zolang oestrogenen worden gecombineerd met progesteron bestaat er geen verhoogd risico op baarmoederslijmvlieskanker. Als u kortdurend hormonen gebruikt, wordt het risico op borstkanker niet verhoogd. Bij langdurig gebruik is dit nog niet met zekerheid te zeggen. Voor het starten van de hormoonbehandeling wordt soms een röntgenfoto van de borsten gemaakt. Als langer dan vijf jaar hormonen worden gebruikt, kan dit onderzoek elke twee jaar opnieuw worden gedaan. Overigens wordt borstonderzoek bij alle vrouwen tussen de vijftig en zeventig jaar via het bevolkingsonderzoek verricht.

Anticonceptie en het gebruik van de gewone pil

Zolang u de pil gebruikt, blijven de bloedingen bestaan. Als na het stoppen met de pil de bloedingen wegblijven, zou u in de overgang kunnen zijn. Zolang dat onzeker is, is het verstandig voorbehoedsmiddelen te gebruiken tot de menstruatie langer dan een jaar is weggebleven. De kans op een zwangerschap bij een vrouw van vijftig is klein, maar niet uitgesloten.

Medicijnen die speciaal voor de overgang zijn gemaakt, bevatten een kleinere hoeveelheid hormonen dan de gewone pil en verdienen daarom bij klachten doorgaans de voorkeur. Het zijn echter geen voorbehoedsmiddelen.

Praten

De overgang is een natuurlijk proces waarbij de klachten uiteindelijk ook zonder medicijnen zullen verdwijnen. Praten met vrouwen in dezelfde situatie geeft vaak herkenning waardoor u sommige klachten beter zult kunnen begrijpen. Hiervoor kunt u bijvoorbeeld terecht bij het Informatie Centrum Gynaecologie.

Homeopathie

Homeopathische middelen tegen overgangsklachten of middelen op plantaardige basis (soja, rode klaver) geven soms voldoende verbetering van uw klachten. Over de werkzaamheid hiervan wordt verschillend gedacht en er is nog maar weinig onderzoek naar gedaan.

Zelf doen

  • Eet gezond en probeer op uw gewicht te letten. Na de overgang komt u gemakkelijker aan.
  • Zorg voor voldoende kalk om de kans op osteoporose te verkleinen. Drink dus melk, eet kaas, yoghurt en koolsoorten. Vier porties melkproducten per dag geven de noodzakelijke hoeveelheid kalk. Eén portie is bijvoorbeeld een beker melk, een bakje yoghurt of een plak kaas. Ook vitamine D is belangrijk. Dit wordt door uw huid gemaakt onder invloed van zonlicht en zit ook in margarine, boter, vis en eieren. Zie voor meer informatie www.osteoporosestichting.nl.
  • Probeer regelmatig lichaamsbeweging te nemen waarbij de botten belast worden. Elke dag een halfuur lopen bijvoorbeeld versterkt de botten. Andere vormen van lichaamsbeweging zijn belangrijk tegen stijfheid van gewrichten en spierpijn.
  • Houd er rekening mee dat alcohol, koffie, thee en gekruid eten opvliegers kunnen uitlokken.
  • Neem niet te veel hooi op uw vork. Neem de tijd en de rust om aan alle veranderingen te wennen.
  • Probeer voldoende slaap te krijgen omdat u de veranderingen beter kunt opvangen als u uitgerust bent.
  • Praat over eventuele problemen met uw partner, een vriendin, uw huisarts of een overgangsconsulente.
  • Bij problemen met plassen kunt u uw bekkenbodemspieren oefenen, eventueel met behulp van een bekkenbodemfysiotherapeut.
  • Probeer te stoppen met roken. Het is slecht voor hart en bloedvaten; de kans op hart­ en vaatziekten wordt na de overgang groter.
  • Als u last heeft van opvliegers kunt u meerdere laagjes kleding dragen zodat u af en toe iets kunt uittrekken.

Handige adressen voor meer informatie

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
(NVOG)
www.nvog.nl

Dutch Menopause Society, de internationale naam voor de Werkgroep Menopauze van de
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)

Info & Cliëntondersteuning Gynaecologie
Floresstraat 2/1
9715 HS Groningen
(050) 31 3 56 46 (bereikbaar op dinsdag en woensdag)
www.icgynaecologie.nl

Osteoporose Stichting
www.osteoporosestichting.nl 

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

polikliniek Gynaecologie
088 624 56 04 (bereikbaar op van maandag tot en met vrijdag van 8.30 - 17.00 uur)

Meppel

polikliniek Gynaecologie
088 624 56 04 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Voor meer informatie kunt u ook kijken op www.degynaecoloog.nl

Voor het schrijven van deze informatie heeft Isala gebruikgemaakt van informatie van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) in Utrecht. ​

Laatst gewijzigd 10 maart 2022 / 7442