Contact
  1. 7578-Neuromodulatie (PID): H5 Leven met neuromodulator

Patiënten Informatie Dossier

Na de operatie veranderen enkele dingen in uw dagelijks leven. Wat moet u doen als er een alarm afgaat bij een winkelpoortje of detectiepoortje op het vliegveld? Als u onverhoopt valt, kunt u zich afvragen of de neuromodulator misschien kapot is gegaan. In dit hoofdstuk vindt u praktische tips voor uw dagelijks leven met een neuromodulator.

De praktijk heeft gelukkig geleerd dat patiënten na verloop van tijd meer en meer vertrouwd raken met de neuromodulator. Mocht u toch tegen dingen aanlopen, weet dan dat u met vragen altijd kan bellen naar uw continentieverpleegkundige via de polikliniek Urologie.

Lotgenotencontact

Ook bij de patiëntenvereniging voor neurostimulatie PVVN vindt u veel praktische informatie. De vereniging heeft contactpersonen die zelf ook deze operatie hebben ondergaan. Zij kunnen u ook in contact brengen met lotgenoten die om dezelfde reden als u een stimulator hebben gekregen. Informatie over deze patiëntenvereniging vindt u op www.pvvn.nl. U kunt hen ook bereiken via het secretariaat, telefoonnummer (036) 52 20 175. In uw PID vindt u de folder van de patiëntenvereniging voor neurostimulatie.

Apparatuur

Detectiepoortjes

Het kan voorkomen dat detectiepoortjes op vliegvelden en bij de in- en uitgangen van winkels een alarm geven op het moment u hier doorheen loopt. U kunt dan uw pasje of verklaring (op verzoek) laten zien als bewijs dat u drager bent van een neuromodulator.

Mobiele apparatuur en huishoudelijk apparatuur

De werking van de neuromodulator wordt niet beïnvloed door gebruik van een iPod of mobiele telefoon.

(Spel-)computers

‘Gewone’ computers hebben geen invloed op de werking van de neuromodulator. Houdt u zich aan de aanbevelingen en waarschuwingen die de fabrikant van een spelcomputer geeft. Het is erg belangrijk om minimaal 5 cm afstand te houden tussen de voedingsadapter van een spelcomputer en de plaats waar bij u de neuromodulator is geïmplanteerd. Houdt ook afstand bij het gebruik van een inductiekookplaat.

Sauna, infrarood en warmtecabines, massage

U kunt gewoon in de sauna of een infrarood warmtecabine. Massage (met de hand en via een mat of stoel) mag ook.

Medische behandelingen of onderzoeken

Voordat u een onderzoek of behandeling ondergaat, moet u uw arts of tandarts altijd laten weten dat bij u een neurostimulatiesysteem is geïmplanteerd. Laat uw patiëntenpasje altijd aan het medisch personeel zien wanneer u een behandeling of onderzoek moet ondergaan.

De meeste procedures en apparatuur hebben geen invloed hebben op uw neurostimulator. Andersom ook niet. Met sommige apparaten moet u wel voorzichtig zijn. Het gaat daarbij vooral om MRI-scanners en therapeutische diathermieapparatuur. De volgende medische apparatuur en behandelingen kunnen ook nadelige gevolgen hebben voor u en uw InterStim™-systeem:

  • hartdefibrillatoren
  • vergruizers (bijvoorbeeld bij nierstenen)
  • stralingstherapie in de buurt van de neurostimulator
  • radiofrequente (RF)/microgolf-ablatie
  • echografie en scanapparatuur

Geen diathermie

Bij personen met een geïmplanteerd InterStim™-systeem (zelfs als het uit staat!) mag géén kortegolfdiathermie, microgolfdiathermie of therapeutische echografiediathermie (hierna aangeduid als diathermie) worden gebruikt.

Diagnostische routineonderzoeken

De meeste diagnostische routineonderzoeken, zoals röntgendoorlichting of röntgenfoto's, hebben meestal geen gevolgen voor het InterStim™-systeem. Het is toch belangrijk dat u uw arts informeert dat u een InterStim™-systeem heeft voordat diagnoseapparatuur wordt gebruikt. Denk aan een elektrocardiograaf voor een hartfilmpje (ECG), een Holtermonitor, een elektro-encefalograaf voor een hersenfilmpje (EEG) of een implanteerbare hartmonitor. De pulsen van het neurostimulatiesysteem kunnen namelijk het signaal verstoren dat uw arts gebruikt voor de diagnose. Dan kan de stimulatie worden uitgezet tijdens het monitoren.

MRI-scan van uw hele lichaam

Als u een MRI-scan nodig heeft, informeer dan uw arts en de MRI-technici voorafgaand aan het MRI-onderzoek, dat u een neurostimulator heeft. Met zowel de InterStim Micro- als de InterStim II MRI-neurostimulator in combinatie met de InterStim SureScan™ MRI-geleidingsdraad, kunt u onder bepaalde voorwaarden veilig* een MRI-scan van het hele lichaam ondergaan. Bij oudere InterStim II en I-systemen is alleen een MRI-scan van het hoofd mogelijk. Een MRI-scan van het hele lichaam met zo'n ouder systeem, kan ernstig letsel bij u veroorzaken of beschadiging van uw systeem.

* Als er een InterStim® Micro- of InterStim II MRI-neurostimulator in combinatie met een InterStim SureScan™ MRI-geleidingsdraad is.

Overige

Seksualiteit

Met betrekking tot seksualiteit zijn er geen beperkingen. De neuromodulator heeft geen invloed op de beleving van uw seksualiteit. Er zijn geen beperkingen nadat bij u een neuromodulator is ingebracht.

Operatie

Als u een operatie moet ondergaan, is het noodzakelijk om de neuromodulator vlak voor de ingreep uit te schakelen. U kunt dit zelf doen door de afstandsbediening te gebruiken en de "uit" knop te gebruiken. De werking of de instelling van de neuromodulator kan anders worden beïnvloed. Vertel altijd dat u een neurostimulator draagt aan de arts die u gaat opereren en de verpleegkundigen op de afdeling. Zet uw neuromodulator na de operatie weer aan. Bij een operatie mag door de chirurg alleen bipolaire diathermie gebruikt worden.

Zwangerschap en bevalling

Als u zwanger bent en behandeld wordt met SNM, dan raden wij aan om de neuromodulator uit te zetten. We geven dit advies, omdat de effecten van de neuromodulator op het ongeboren kind niet bekend zijn. 

Sporten

Een neuromodulator geeft u veel vrijheid, maar kent ook beperkingen. Voor veel sporten is voorzichtigheid geboden. Recreatieve sporten leveren minder kans op problemen op dan wedstrijdsporten. Ook zijn sporten waarbij spelers kunnen vallen of elkaar (hard) kunnen raken, af te raden.

Voorbeelden van sporten die u beter niet kunt doen zijn:

  • gewichtheffen en trainen met (fitness) apparatuur;
  • gevechtssporten zoals judo en dergelijke;
  • auto- en motorracen;
  • teamsporten waarbij u hardhandig in contact kunt komen met andere spelers;
  • duiken, dieper dan 10 meter;
    Duiken tot 10 meter mag wel. Op grotere diepten kan het systeem defect raken door de grote druk.
  • sporten waarbij u hard kunt vallen of neerkomen;
  • dansen met abrupte heupbewegingen, zoals buikdansen, salsa en ‘Zumba’;
  • Gebruik van een zogeheten Power-Plate ( trilplaat) raden wij u af.
    Het is niet uit te sluiten dat door het trillen onderdelen van het implantaat beschadigd raken. Vooral omdat voor sommige oefeningen men op de trilplaat moet gaan zitten.

Enkele voorbeelden van sporten die wel zijn toegestaan zijn:

  • (hard)lopen;
  • zwemmen;
  • fietsen;
  • sporten waarbij u geen direct lichamelijk contact heeft met een andere speler of groot risico loopt om te vallen.

Twijfelt u of een sport geschikt is? Overleg dan met de continentieverpleegkundige.

Laatst gewijzigd 30 augustus 2023 / 7578 / P