Contact
  1. 8133-Instabiliteit enkel

Enkelbanden zorgen voor de stabiliteit van de enkel. Deze banden zitten zowel aan de binnen- als buitenzijde van het enkelgewricht. Bij een verstuiking of verzwikking van de enkel, waarbij de voet naar binnen klapt, kunnen de banden aan de buitenkant van de enkel beschadigd raken. Een eenmalige verstuiking van de enkel herstelt meestal goed. Verstuikt u echter geregeld uw enkel, dan kan behandeling bij de orthopedisch chirurg nuttig zijn.

Onderzoek

Een verstuiking van de enkel zorgt voor zwelling en pijn. Na een paar dagen kan er een bloeduitstorting aan de buitenzijde van uw voet ontstaan. Als u bij de orthopedisch chirurg komt, omdat u vaak ‘door uw enkel gaat’, stelt hij u vragen als: Hoe vaak gebeurt het? Wanneer gaat u door uw enkel (alleen tijdens sporten of ook in uw dagelijks leven)? Bij welke ondergrond? Het is namelijk belangrijk om na te gaan of uw klachten voortkomen uit instabiliteit van de enkel of dat de pijnklachten het gevolg zijn van bijvoorbeeld kraakbeenletsel van het enkelgewricht.

Naast het stellen van vragen verricht de orthopedisch chirurg lichamelijk onderzoek om de juiste diagnose te stellen. Hij let tijdens dit onderzoek op stand, zwelling, drukpijn en stabiliteit. Een röntgenfoto kan gemaakt worden om te bepalen of er verkalkingen rond de enkelbanden aanwezig zijn. Deze verkalkingen zijn het gevolg van herhaaldelijke beschadigingen. Als u vooral pijn heeft aan uw enkelgewricht kan de orthopedisch chirurg een botscan/CT-scan laten maken om eventueel aanwezige kraakbeenbeschadigingen van het enkelgewricht op te sporen. 

Behandeling

Instabiliteit van de enkel kan behandeld worden met een niet-operatieve behandeling of een operatieve behandeling. In overleg met de orthopedisch chirurg bespreekt u welke aanpak voor u het meest geschikt is. Dit is afhankelijk van hoe erg uw klachten zijn, hoe vaak u ‘door uw enkel gaat’ en wat u al aan behandelingen heeft ondergaan. 

Niet opereren

Vroeger werd direct na een forse, eerste verzwikking van de enkel geopereerd om de beschadiging van de enkelband te herstellen. Inmiddels weten we dat een acute operatie geen beter resultaat geeft dan een niet operatieve behandeling. Daarom wordt er nu meestal gestart met een niet-operatieve behandeling. Als u na een verzwikking veel pijn heeft, krijgt u gips of een drukverband om de enkel te ontzien. Zodra de enkel is afgeslankt, wordt daarna gestart met een enkelbrace. Daarbij krijgt u al in een vroeg stadium het advies om oefeningen te doen die de stabiliteit van het enkelgewricht bevorderen. Als u weer gaat sporten, is het verstandig om een periode een goede enkelbrace te gebruiken. Soms wordt u ook doorverwezen naar een fysiotherapie voor behandeling

Operatie

Als u bij het minste of geringste ‘door uw enkel gaat’ - en een niet-operatieve behandeling niet voldoende geholpen heeft – kunt u een stabiliteitsbevorderende operatie overwegen. Er zijn verschillende operaties mogelijk. In Isala wordt in de meeste gevallen een snede gemaakt aan de buitenzijde van de enkel. Daarna maakt de orthopedisch chirurg het bandapparaat los van het uiteinde van het kuitbeen, om het daarna strakker vast te zetten. Kunstband kan gebruikt worden om de aanhechting te verstevigen. De operatie vindt plaats in dagbehandeling of kortverblijf.

Na de operatie

Na de operatie krijgt u twee weken een gipsspalk. Daarna kunt u of vier weken loopgids krijgen of twee keer twee weken tape of een sterke bandage (softcast). Na deze periode zal de fysiotherapeut u begeleiden tijdens uw revalidatie. Drie maanden na de operatie kunt u over het algemeen weer beginnen met sporten.

Complicaties

Terugkerende klachten

Bij 5 tot 15% van de patiënten helpt de operatie onvoldoende om het zwikken op te heffen. In overleg met uw orthopedisch chirurg kunt u in dat geval een andere operatie overwegen.

Algemene complicaties

  • Infectie: helaas is infectie een mogelijke complicatie bij elke operatie. Een infectie komt na een operatie aan de enkelband niet vaak voor, maar als het gebeurt kan operatief spoelen noodzakelijk zijn. Helaas kan een infectie wel littekenvorming en kraakbeenbeschadiging met zich meebrengen, waardoor het eindresultaat van de operatie verslechterd.
  • Trombose: verstopping van een ader doordat het been minder beweegt. Het wel of niet geven van bloedverdunners is een lastige afweging omdat bloedverdunners ook risico’s (bloeding) met zich meebrengen.
  • Doofheid rondom het litteken: door de huidsnede worden de huidzenuwen beschadigd. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid rondom de operatiewond. Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van de tijd vanzelf. Soms zijn ze echter blijvend.
  • CRPS (dystrofie): ontregeling van de balans in de voet door de operatie wat zich kan uiten in diverse klachten zoals pijn, zwelling, verkleuring, temperatuursveranderingen, plaatselijk meer zweten of meer haargroei. Bij verdenking hierop wordt u naar de (pijn)poli van de anesthesie (narcotiseur) verwezen, zij zijn hierin gespecialiseerd.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle, Kampen en Heerde

Orthopedie
088 624 56 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Meppel en Steenwijk

Orthopedie
088 624 96 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 15 maart 2022 / 8133