Fysiotherapie na een breuk van de bovenarm Fysiotherapie na een breuk van de bovenarm
- Isala
- Patiëntenfolders
- 8331-Fysiotherapie na breuk bovenarm
U heeft een breuk vlak onder de kop van de bovenarm (subcapitale humerus fractuur). In deze folder staan oefeningen van de fysiotherapeut om de breuk beter te maken. Het gaat om algemene oefeningen. Misschien gelden er voor u speciale afspraken. Volg altijd de afspraken op die u met uw fysiotherapeut heeft gemaakt.
Breuk onder kop bovenarm
Een subcapitale humerus fractuur is een breuk van de bovenarm, vlak onder de kop van de bovenarm. Deze breuk ontstaat meestal door een val op een (uitgestrekte) arm en komt vooral voor bij oudere personen.
Bij deze breuk heeft u veel pijn in de bovenarm en het schoudergewricht. Dit komt doordat de losse botdelen ten opzichte van elkaar bewegen. Ook is de functie van de arm beperkt door de breuk. Meestal zijn er een bloeduitstorting en zwelling. De bloeduitstorting blijft enige tijd bestaan en verandert van kleur en plaats (zakt uiteindelijk naar het laagste punt). U hoeft zich hier niet ongerust over te maken.
De behandeling
Uw arts heeft na onderzoek bepaalt dat een operatie aan de breuk niet nodig is. De breuk wordt behandeld met een sling (conservatieve behandeling). De sling zorgt er voor dat de arm kan uithangen. Op die manier brengt het gewicht van de arm de breuk in een betere positie. In de sling hangt uw arm aan uw nek en eventueel wordt de sling vastgezet aan de borstkas. Op de afbeelding ziet u hoe u de sling op de juiste manier draagt. De fysiotherapeut legt uit hoe u de sling zelf kunt om- en afdoen.
Afbeelding: het dragen van de arm in een sling
Zorg ervoor voor dat uw pols hoger hangt dan uw elleboog, zodat uw arm ‘uithangt’. Zo komt de bovenarm weer recht onder de afgebroken kop te hangen. De elleboog mag niet ondersteund worden. De breuk kan op die manier spontaan genezen.
Waarom oefenen?
Met uw fysiotherapeut heeft u afspraken gemaakt over de oefeningen die u doet. Deze afspraken zijn leidend. Alle oefeningen dragen bij aan:
- minder zwelling van de hand en onderarm;
- het voorkomen van het verstijven van gewrichten;
- het beperken van verlies aan spierkracht;
- een betere doorbloeding.
Handige tips
- De eerste weken is deze breuk pijnlijk. Zorg ervoor dat u voldoende pijnstillers neemt.
- Vermijd de eerste 6 weken krachtige bewegingen als duwen, trekken en steunen.
- Geef uw arm de eerste week zo veel mogelijk rust. Doe de sling niet af, behalve bij het slapen als u dat prettiger vindt.
- Een extra kussen langs het lichaam kan tijdens het slapen prettig zijn. Deze voorkomt het wegdraaien van de gebroken arm.
- De eerste week kan het prettig zijn om half zittend met meerdere kussens in de rug te slapen. De arm heeft dan dezelfde houding als overdag. En het is makkelijker om zelfstandig in en uit bed te komen.
- Ondersteun de elleboog niet met een kussen. Hierdoor kan de bovenarm niet meer ‘uithangen’.
- Bij douchen en aankleden mag de sling even af. Voorkom dat uw arm te veel beweegt en dat u onverwachte bewegingen maakt.
- Tijdens het aankleden begint u met de gebroken arm.
- Tijdens het uitkleden begint u met de gezonde arm.
- Houd uw oksel en elleboogplooi schoon en droog.
Oefeningen
U kunt vanaf de eerste dag beginnen met oefeningen 1 tot en met 4. Zo blijven de spieren van de onderarm in beweging en voorkomt u onnodige verstijving van de vingers, hand en pols.
- Probeer de oefeningen 5 keer per dag te doen.
- Oefen 5 minuten per keer.
- Het gaat niet om het trainen van kracht, maar om rustig oefenen door bewegingen te maken.
- U mag bij de oefeningen een lichte rek voelen.
- Scherpe pijn moet u vermijden.
- Doe de oefeningen met uw arm in de sling.
Oefenen in week 1
Geef uw arm in de eerste week voldoende rust. Doe de sling niet af, behalve bij het slapen als u dat prettiger vindt. Hoe krachtig u oefent, hangt af van de pijn die u voelt. Laat de pijn leidend zijn voor wat er mogelijk is.
Oefeningen 1, 2, en 3 mag u doen met de arm in de sling (dit is niet zichtbaar op de foto's). Oefening 4 moet wel zonder sling uitgevoerd worden.
Oefening 1: strekken en buigen van de vingers
Doe dit afwisselend 15 seconden.
Afbeelding: Strekken en buigen van de vingers
Oefening 2: buigen en strekken van de pols
Doe dit afwisselend 15 seconden.
Afbeelding: Buigen en strekken van de pols
Oefening 3: draaien van de onderarm
- Houd uw ellebogen in de zij.
- Draai afwisselend de handpalm en handrug naar boven.
- Doe dit 15 seconden.
Afbeelding: Draaien van de onderarm met handpalm boven
Afbeelding: Draaien van de onderarm met handpalm onder
Als de pijn het toelaat, kunt u in de eerste week ook al proberen om te oefenen met het buigen en strekken van de elleboog (oefening 4). Deze oefening doet waarschijnlijk meer pijn dan oefening 1, 2 en 3, maar is minstens zo belangrijk.
Oefening 4: buigen en strekken van de elleboog
Doe dit afwisselend 15 seconden.
Afbeelding: Buigen en strekken van de elleboog
Oefenen vanaf week 2
Na een week kunt u starten met passieve pendelbewegingen van de schouder. Dit is afhankelijk van de pijn en tot hoe ver u uw schouder kunt bewegen.
Oefening 5: pendelen van de hele arm
- Ga wat voorover gebogen staan.
- Steun op een stoel of kastje met uw goede arm.
- Laat de arm die beter moet worden gestrekt hangen.
- Draai rondjes met deze arm.
- Draai vanuit de schouder, niet vanuit de elleboog of pols.
- Doe dit 15 seconden.
Afbeelding: Pendelen van de hele arm
Als de pijn het toelaat, mag u vanaf week 4 met hulp van de gezonde arm ook geleid actief oefening 6 en 7 uitvoeren.
Oefening 6: de arm omhoog bewegen
- Ondersteun de arm die beter moet worden met uw gezonde arm.
- Beweeg de arm afwisselend omhoog en omlaag.
- Doe dit 15 seconden.
Afbeelding: De arm omhoog bewegen
Oefening 7: de arm opzij bewegen
- Ondersteun de arm die beter moet worden met uw gezonde arm.
- Beweeg de arm afwisselend van links naar rechts. Dit lijkt op de beweging waarbij u een baby wiegt.
- Doe dit 15 seconden.
Afbeelding: De arm opzij bewegen
Oefenen na 6 tot 8 weken
Actief oefenen met de schouder kunt u pas starten als de breuk voldoende geheeld is. Dat is na 6 tot 8 weken.
De volgende oefening kunt u dan doen. De fysiotherapeut begeleidt u hier thuis bij.
Oefening 8: arm bewegen naar voren, achteren en opzij
U mag proberen om uw hele arm weer te bewegen naar voren, achteren en opzij.
Afbeelding: De arm naar voren, achteren en opzij bewegen
Oefening 9: de schouder draaien
Bewegingen die vaak beperkt zijn na deze breuk zijn het naar binnen en naar buiten draaien van de schouder. Toch kunt u proberen dit te oefenen om te kijken hoe ver u komt.
- Zet de elleboog van de arm die beter moet worden in uw zij.
- Draai de onderarm opzij.
- Leg daarna de onderarm op de rug.
- Doe dit afwisselend 15 seconden.
Afbeelding: De schouder draaien
Oefening 9: optrekken en laten zakken van de schouders
Het optrekken en weer laten zakken van de schouders kan een prettige oefening zijn om de schouders te laten ontspannen.
- Ga ontspannen zitten.
- Trek beide schouders omhoog.
- Laat de schouders daarna weer zakken.
- Doe dit afwisselend 15 seconden.
Afbeelding: Optrekken en laten zakken van de schouders
Beter worden kost tijd
U moet er rekening mee houden dat u al gauw meer dan 6 tot 12 weken nodig heeft, voordat u uw schouder weer een beetje goed kunt gebruiken.
U mag uw arm pas met kracht bewegen als de breuk al een beetje is vastgegroeid. Dit duurt meestal minimaal 6 weken. Daarna kunt u de kracht en de druk op uw schouder gaan uitbreiden.
Ook de beweeglijkheid van uw schouder kan dan pas verder worden uitgebreid. Vaak is hierbij nabehandeling met hulp van een fysiotherapeut nodig.
Het duurt minstens 6 maanden voordat u de schouder weer helemaal normaal en zonder pijn kunt gebruiken. De tijd die u nodig heeft om beter te worden, is afhankelijk van de soort breuk die u heeft, de sterkte van de kop en de schade aan de weke delen (spieren, pezen, gewrichtskapsels en vet- en bindweefsel).
Houd er rekening mee dat de kans bestaat dat de schouder nooit meer zo soepel wordt als voor de breuk.
Contact
Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:
Zwolle
Fysiotherapie
088 624 32 24 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
Meppel
Fysiotherapie
088 624 23 05 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)