Contact
  1. 8335-Coronavirus Behandeling verpleegafdeling

U bent opgenomen in het ziekenhuis met corona (COVID-19). In deze folder leest u informatie over de behandeling van de ziekte COVID-19 en over ontslag.

De ziekte COVID-19

We hebben het vaak over ‘corona’, maar officieel heet de ziekte COVID-19. De ziekte wordt veroorzaakt door een nieuw coronavirus. De klachten kunnen lijken op een verkoudheid. Maar de ziekte kan ook ernstige klachten geven, zoals een longontsteking.

Meest voorkomende klachten bij deze ziekte zijn:

  • verkoudheidsklachten (zoals neusverkoudheid, loopneus, niezen, keelpijn);
  • hoesten;
  • benauwdheid;
  • verhoging of koorts.

Minder vaak voorkomende klachten:

  • pijn in het lichaam;
  • keelpijn;
  • diarree;
  • hoofdpijn;
  • aangetast smaak- of reukvermogen;
  • huiduitslag of verkleuring van de vingers of tenen;
  • plotseling verlies van reuk en/of smaak (zonder neusverstopping).

Ernstige klachten:

  • kortademigheid of ademhalingsproblemen;
  • pijn of druk op de borst.

Verspreiding van het virus

Het coronavirus kan zich gemakkelijk onder mensen verspreiden:

  • via de lucht door kleine druppeltjes;
  • door direct lichamelijk contact.

Huisgenoten en iedereen die langer dan 15 minuten binnen 1,5 meter van u is geweest, kan besmet zijn met het virus. Daarom raden wij hen aan om gedurende 10 dagen na jullie laatste contact thuis te blijven en geen lichamelijk contact met andere mensen te hebben.

De meeste mensen die ziek worden van het nieuwe coronavirus krijgen de klachten binnen 10 dagen na het laatste contact. Daarom geldt de isolatieperiode van 10 dagen.

Longontsteking

Het coronavirus zorgt er soms voor dat er een longontsteking ontstaat. Dit is een andere longontsteking dan een ‘gewone’ longontsteking.

Wat is het verschil tussen een ‘gewone’ longontsteking en een longontsteking door het coronavirus?

Een ‘gewone’ longontsteking wordt veroorzaakt door bacteriën. Deze is vaak goed te behandelen met antibiotica. Bij het coronavirus worden de longklachten veroorzaakt door een virus.

Bij een ‘gewone’ longontsteking is vaak maar een deel van de long ziek. De rest van de long is gezond. Bij het coronavirus zien we vaak dat de ontsteking door de hele long of in beide longen zit. Daardoor kan de long niet meer goed zuurstof uitwisselen. Met als gevolg dat het zuurstofgehalte in het bloed te laag wordt. Dat is een groot verschil met een ‘gewone’ longontsteking.

Waarom is een opname in het ziekenhuis nodig?

Meestal kan het lichaam het coronavirus zelf opruimen. Maar soms is de infectie ernstig. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot zuurstoftekort, uitdroging of ernstige longontsteking. Dan is behandeling in het ziekenhuis nodig.

Zuurstoftekort   

Als uw longen slecht zuurstof kunnen opnemen door vocht, slijm of beschadiging, dan kunt u een zuurstoftekort krijgen. In het ziekenhuis krijgt u dan zuurstof.

Uitdroging

Als u door diarree en koorts, of te weinig drinken uitdroogt, kunt u een infuus met extra vocht krijgen.

Ernstige longontsteking

Bij een heel ernstige longontsteking kunt u antibiotica krijgen, ondanks dat antibiotica niet helpt bij virussen. Dit doen wij omdat het zieke longweefsel gevoeliger is voor bacteriën. Door antibiotica toe te dienen, is de kans dat u nóg een infectie krijgt, maar dan door bacteriën, kleiner.  

Opname op de verpleegafdeling

Na uw opname in het ziekenhuis heeft u een opnamegesprek met de verpleegkundige. Daarna doet de arts aanvullend onderzoek.

Het opnamegesprek

Een verpleegkundige neemt bij u en/of familie een opnamegesprek (anamnese) af. De verpleegkundige vraagt u wie uw contactpersoon wordt, of u allergieën of andere gezondheidsproblemen heeft en stelt u vragen over hoe u woont.
De verpleegkundige weegt u en vraagt naar veranderingen in uw gewicht.

Aanvullend onderzoek

Na het opnamegesprek onderzoekt de arts u. De arts kijkt naar uw manier van ademhalen en luistert met een stethoscoop naar uw longen. Daarnaast vinden verschillende onderzoeken plaats:

  • uw bloeddruk, temperatuur, hartslag en zuurstofgehalte (saturatie) worden gemeten;
  • er wordt bloed geprikt om eventuele verhoogde ontstekingswaarden in het bloed te vinden;
  • er wordt een röntgenfoto van uw longen gemaakt;
  • als u slijm (sputum) ophoest, wordt dit afgenomen en onderzocht. De uitslag van deze kweek is bekend na vijf werkdagen. Met dit onderzoek kan soms de verwekker/micro-organisme gevonden worden;
  • bij hoge koorts (temperatuur boven de 38,5 °C) kan soms ook een bacterie in het bloed gevonden worden. De uitslag van deze bloedkweek is bekend na vijf werkdagen. Vaak wordt echter geen verwekker gevonden;
  • soms is verder aanvullend onderzoek nodig. Uw arts bespreekt dit met u.

Uw behandeling

U wordt tijdens uw ziekenhuisopname behandeld door de longarts of de internist.

Medicijnen

In sommige gevallen krijgt u antibiotica via het infuus. Ook zijn er andere medicijnen die kunnen helpen tegen de klachten die het coronavirus veroorzaakt. Uw arts vertelt u hier meer over.

Zuurstof

Als u weinig zuurstof in het bloed heeft, krijgt u zuurstof toegediend. Dit kan via een neusbrilletje, maar ook via een kapje dat over de mond en neus zit. Via een kapje kan er meer zuurstof worden toegediend dan via een neusbrilletje. De arts en de verpleegkundige bepalen de ‘hoeveelheid’ zuurstof. Zij bepalen ook het moment waarop de zuurstof afgebouwd mag worden. De verpleegkundige vraagt regelmatig hoe het gaat met de benauwdheid en kortademigheid.

De verpleegkundige zorg

De zorg die u krijgt van de verpleegkundigen richt zich op een aantal gebieden:

Rust en bezig zijn

Het is belangrijk dat u dingen doen en uitrusten goed op elkaar afstemt. De verpleegkundige helpt u hierbij.

De verpleegkundige helpt u ook om in beweging te komen/te blijven. Bewegen is goed voor uw conditie, uw herstel en uw zelfstandigheid.

Voeding en mondzorg

De verpleegkundige kijkt, samen met de diëtist, goed of u genoeg voedingsstoffen binnenkrijgt. U krijgt etenswaren met daarin extra eiwit en extra energie.
Ook zorgt de verpleegkundige samen met u voor het schoonhouden van uw gebit.

Ademhaling

De verpleegkundige meet meerdere keren per dag het zuurstofgehalte in uw bloed. De verpleegkundige en de fysiotherapeut geven u adviezen. Ook gaat u oefenen met ademhalen en het ophoesten van slijm (sputum).

Doorligplekken

De verpleegkundige houdt in de gaten of u geen doorligplekken krijgt. Als er een grote kans is dat u hier last van krijgt, zet de verpleegkundige hulpmiddelen in. Bijvoorbeeld wisselende houdingen in bed, een speciaal kussen in de stoel of een speciaal luchtmatras.

Verwardheid

De verpleegkundige bekijkt of u een verhoogd risico op verwardheid hebt. Als dat zo is, zet de verpleegkundige maatregelen in om dit te voorkomen.

Sombere gevoelens

De verpleegkundige houdt goed in de gaten of u angsten of gevoelens van depressie, eenzaamheid of rouw heeft. Als u deze gevoelens heeft, kan de verpleegkundige regelen dat u hier met iemand over kunt praten. Vertel het ook gerust zelf aan de verpleegkundige als u dit graag zou willen.

Pijn

De verpleegkundige vraagt u minimaal één keer per dag of u pijn heeft. U geeft de pijn daarbij een cijfer van 0 tot en met 10. 0 = geen pijn, 4 en hoger is onacceptabele pijn en 10 is ernstige pijn. Bij een score van 4 of hoger krijgt u extra pijnmedicatie.
Vertel het de verpleegkundige gerust als de pijnmedicatie niet voldoende helpt. Samen kunt u zoeken naar oplossingen.

Therapieën tijdens uw opname

Fysiotherapie

De fysiotherapeut ondersteunt u zo nodig bij het ademhalen door ademhalingsoefeningen te doen. Ook kan de fysiotherapeut u helpen om zo goed mogelijk in beweging te blijven.

Diëtiek

De diëtist schrijft u voeding voor met extra eiwit en extra energie. De diëtist houdt ook in de gaten of u voldoende eet en alle voedingstoffen binnenkrijgt die u nodig heeft.

Ergotherapie

De ergotherapeut kan u ondersteunen als gewone dingen moeilijk gaan. U kunt dan denken aan het leren gebruiken van ondersteunende kussens, een aangepaste stoel of aangepast bestek. Maar ook aan het uzelf weer leren verzorgen als u erg verzwakt bent.

Logopedie

De logopedist kan u ondersteunen als u last hebt van slikproblemen of als het praten moeilijker gaat.

Geestelijke verzorging

In Isala zijn geestelijk verzorgers aanwezig. Zij kunnen met u praten als u zit met vragen rond het leven, zingeving en ethiek. Ook zijn ze beschikbaar voor (afscheids)rituelen, zowel religieus als niet-religieus. De geestelijk verzorger is beschikbaar voor u en voor uw naasten. De verpleegkundige kan een gesprek met een geestelijk verzorger voor u aanvragen. Vraag de verpleegkundige hier gerust om.

Medische Psychologie

Een medisch psycholoog kan u helpen om beter om te gaan met het verwerken van de gevolgen van uw ziekte, een operatie of andere ingrijpende gebeurtenis

Medisch maatschappelijk werk

Als uw ziekenhuisopname een grote impact heeft op uw thuissituatie, kan een medisch maatschappelijk werker u en uw familie helpen. Ook kan een medisch maatschappelijk werker voor u overleggen met andere organisaties, zoals gemeente of hulporganisaties. Vraag de verpleegkundige gerust om een medisch maatschappelijk werker voor u in te schakelen. We zijn er voor u!

Ontslag uit het ziekenhuis

Ook nadat u naar huis mag, moet u nog enige tijd thuis in isolatie blijven. We snappen dat dit een hele opgave kan zijn, met gevolgen voor uw gewone leven.

Vervoer naar huis

Vraag zelf familie of kennissen om u naar huis te brengen. U kunt natuurlijk ook (op eigen kosten) met een taxi naar huis. De receptie kan voor u een taxi bellen. Vervoer met de ambulance gebeurt alleen als dat medisch noodzakelijk is. Uw arts bepaalt of dit nodig is. Als een ambulance nodig is, regelt de verpleegkundige dit.

Als u opgehaald wordt door uw naasten, moet u een mondneusmasker dragen bij het verlaten van het ziekenhuis. Dit masker krijgt u van de verpleegkundige. Als u dit masker tijdens het vervoer ophoudt, loopt uw naaste geen gevaar besmet te worden.

Als uw huisgenoten in quarantaine moeten blijven, mogen zij u niet ophalen uit het ziekenhuis.

Leefregels voor thuis

Het RIVM heeft regels opgesteld voor patiënten die positief zijn getest en ook voor hun huisgenoten. Lees de informatie op de website van het RIVM goed door. Als u niet bij deze gegevens kunt, vraag dan of de verpleegkundige van de afdeling deze gegevens voor u uitprint.
U vindt alle leefregels voor thuis op: www.lci.rivm.nl/informatiepatientthuis.

Voor uw huisgenoten/gezinsleden geldt dat zij 10 dagen thuis in quarantaine moeten blijven na het laatste onbeschermde contact met u. Ook voor hen gelden leefregels. Deze zijn terug te vinden op: www.lci.rivm.nl/informatiebriefhuisgenootthuis. Als u of uw huisgenoten/gezinsleden vragen hebben, kunnen jullie contact opnemen met de coronalijn van de GGD.

Herstel na COVID-19

Niet iedereen herstelt op dezelfde manier van corona. Sommige mensen met milde klachten kunnen binnen een week al beter zijn. Anderen houden weken- tot maandenlang last en hebben geregeld een terugval. Bij mensen die ernstigere klachten hadden en in het ziekenhuis hebben gelegen, duurt het herstel zeker meerdere weken. Maar dit kan ook langer zijn. Herstel na een IC-opname kan zelfs maanden duren.

Voor meer informatie over klachten, herstel, ervaringen en ondersteuning verwijzen we u graag naar de website www.coronalongplein.nl van het Longfonds.

Heeft u thuis hulp nodig?

Op onze afdeling werken ook transferverpleegkundigen. Zij kunnen voor u een thuiszorgorganisatie inschakelen voor hulp bij uw persoonlijke verzorging of verpleging. Bespreek dit met uw verpleegkundige.

Heeft u (tijdelijk) verzorging nodig in een andere zorginstelling?

Soms is naar huis gaan niet mogelijk. Na uw opname in het ziekenhuis kunt u dan (tijdelijk) in een andere zorginstelling wonen, zoals in een verpleeghuis, verzorgingshuis of revalidatiecentrum. U kunt uw voorkeur voor een zorginstelling opgeven aan de transferverpleegkundige. Vervolgens vraagt zij daar een plaats voor u aan.

Is er op uw ontslagdatum (nog) geen plaats in het huis van uw voorkeur, dan zoekt de transferverpleegkundige voor u een tijdelijke plaats in een andere zorginstelling. Het is helaas niet mogelijk om in het ziekenhuis te wachten tot er plaats is in de instelling van uw voorkeur. Wel kunt u de wachttijd soms thuis of bij familie overbruggen, eventueel met ondersteunende thuiszorg; de transferverpleegkundige helpt u graag om die nazorg te regelen.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 8335