Thuis sondevoeding geven via een neus-maagsonde Thuis sondevoeding geven via een neus-maagsonde
- Isala
- Patiëntenfolders
- 8597 Thuis sondevoeding geven via een neus-maagsonde
Uw kind is opgenomen op de kinderafdeling en krijgt sondevoeding en/of medicijnen via de neus-maagsonde. In deze folder geven wij u informatie over thuis sondevoeding geven. Door uitleg, oefenen en het lezen van deze folder leert u wat sondevoeding is. Daarnaast leert u hoe het bereid en bewaard moet worden, hoe de neus-maagsonde verzorgd moet worden en hoe u sondevoeding en medicijnen toedient.
Het geven van sondevoeding is een verpleegtechnische handeling. Maar na uitleg, instructie en oefenen onder toezicht, mag u als ouder/verzorger ook sondevoeding geven. De kinderverpleegkundige brengt de neus-maagsonde in. Thuis doet de kinderverpleegkundige van de thuiszorg dat.
Checklist
Om de verschillende handelingen voor het geven van sondevoeding te leren, is er een checklist. Wanneer u een stap van de checklist heeft doorlopen, kunt u deze samen met de verpleegkundige aftekenen. Als de checklist is afgerond en ondertekend, kunt u als ouder/verzorger de sondevoeding zelfstandig, veilig en verantwoord aan uw kind geven. De checklist krijgt u van de verpleegkundige.
Sondevoeding bereiden en bewaren
Bereiden
Het bereiden van sondevoeding kunt u voor elke voeding apart doen of één keer per 24 uur. Een goede hygiëne is hierbij belangrijk. Voeding trekt bacteriën aan waardoor het snel bederft. Hierdoor kan uw kind diarree krijgen of misselijk worden. Was daarom altijd uw handen met water en zeep als u voeding gaat maken. En verder:
- Aangebroken en/of van tevoren klaargemaakte sondevoeding is in een afgesloten verpakking, 24 uur houdbaar in de koelkast.
- Schrijf op de verpakking de datum en de tijd van het aanbreken of bereiden.
- Het systeem voor de sondevoeding kunt u doorspoelen met water. Dat geldt ook voor de spuiten.
- Vervang het systeem en de spuit één keer per 24 uur.
- Zuigelingenvoeding en zelfbereide voeding is houdbaar volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking.
- Voeding uit de koelkast kunt u op lichaamstemperatuur brengen met de magnetron, een flessenwarmer of pannetje met warm water.
- Zorg ervoor dat de voeding niet te warm is. Dat geeft een onprettig gevoel in de maag en kan zelfs verbranding van de maag geven. Ook kan uw kind hiervan misselijk worden of van moeten overgeven.
- Zorg ervoor dat er geen klontjes in de voeding zitten. Hierdoor kan de neus-maagsonde namelijk verstopt raken.
- Is het buiten erg warm? Let dan extra op de hygiëne en bewaar voeding in de koelkast.
- Houd bij warm weer ook in de gaten of uw kind extra vocht nodig heeft.
Hoeveelheid sondevoeding
Sondevoeding voorziet in de behoefte aan energie en alle voedingsstoffen voor uw kind. Het wordt gebruikt als vervanging van normale voeding. Of als aanvulling als uw kind niet of onvoldoende zelfstandig kan eten en/of drinken. Bij baby’s en peuters kunt u ook normale zuigelingenvoeding via de neus-maagsonde geven.
De arts of diëtiste overlegt met u hoeveel sondevoeding uw kind nodig heeft, welke voeding het meest geschikt is en welk sondevoedingsschema haalbaar is in uw gezin.
Verzorging neus-maagsonde
Een neus-maagsonde zit vastgeplakt met één of meerdere pleister(s). Controleer of de pleisters nog goed vastzitten. Controleer ook na het baden of douchen of de neus-maagsonde nog goed vastgeplakt zit. Zijn de pleisters vies of zitten ze los? Verwijder dan de pleisters en plak er nieuwe op.
Moet u de pleisters vervangen? Let er dan op dat de neus-maagsonde niet verschuift. Anders kan de sonde te diep (in de dunne darm) of te ondiep (in de slokdarm) gaan zitten.
Aandachtspunten
- Vertel uw kind wat u gaat doen.
- Was uw handen met water en zeep.
- De verpleegkundige vertelt u hoe diep de neus-maagsonde moet worden ingebracht. Dit kunt u ook zien aan het gemarkeerde streepje op de neus-maagsonde.
- Knip de pleisters op maat.
- Verwijder voorzichtig de oude pleisters van de neus en de neus-maagsonde.
- Houd hierbij met één hand de neus-maagsonde goed op zijn plaats. En let op de markering op de neus-maagsonde voor de diepte.
- Plak de neus-maagsonde weer vast. Let erop dat de neus-maagsonde de neusvleugel niet aanraakt.
- Plak (als het kan) de pleister op een andere plek om drukplekken te voorkomen.
- Controleer of de neus-maagsonde goed zit.
- Afhankelijk van welke neus-maagsonde uw kind heeft, moet deze regelmatig verwisseld worden. Schrijf op wanneer dat moet gebeuren. De verpleegkundige van de thuiszorg kan dan de sonde verwisselen.
Neus- en mondverzorging
Het plastic van de neus-maagsonde kan stug worden. Als deze te lang blijft zitten, kan dat de neus, slokdarm en/of maag irriteren. Zorg ervoor dat de neus-maagsonde vrij van de neusvleugel hangt (niet tegen de rand), omdat dit irritatie en wondjes kan geven.
Een neus-maagsonde geeft meer kans op een verstopte neus en dat kan de ademhaling in de weg zitten. Maak daarom de neus regelmatig schoon met een nat gaasje. Dit kan ook met fysiologisch zout. Ga daarvoor naar de apotheek of drogist. U spoelt vervolgens de neusgaten met een paar druppels. Zo lost het slijm makkelijk op.
Vooral voor kinderen die niet of nauwelijks zelf eten, is een goede mondverzorging erg belangrijk om infecties en ontstekingen te voorkomen. Verzorg vóór elke voeding de mond. Door:
- met een nat wattenstokje of nat gaasje de mond schoon te maken (bij kinderen onder de één jaar).
- regelmatig de tanden te poetsen.
- regelmatig de mond te spoelen met water.
- de lippen van uw kind in te smeren met een vettige crème. Bijvoorbeeld vaseline. Dit voorkomt dat de huid uitdroogt en barst.
Veilig slapen
- Leg uw kind altijd op de rug te slapen.
- Plak de neus-maagsonde vast aan de kleren op de rug. Zo voorkomt u dat de sonde rond de hals gaat zitten als uw kind beweegt tijdens het slapen.
- Uw kind moet nog wel voldoende zijn hoofd kunnen bewegen.
Sondevoeding geven
Bij kleine porties voeding kan de voeding gegeven worden door te hevelen. Zijn de porties groter dan 60 ml? Dan wordt de voeding met een voedingspomp gegeven. De leverancier van de pomp geeft u instructies over de werking van de pomp. Op de afdeling krijgt u van de verpleegkundige ook uitleg over de pomp, voordat u naar huis gaat.
Geef nooit sondevoeding als u twijfelt aan de ligging van de neus-maagsonde. Neem dan altijd contact op met de verpleegkundige van de thuiszorg.
Controle neus-maagsonde
Een neus-maagsonde is een dun, flexibel slangetje. Deze loopt via de neus naar de maag. Het is belangrijk om de ligging van de neus-maagsonde te controleren. Het kan namelijk gebeuren dat de sonde is verschoven en niet meer uitkomt in de maag. Hoe controleert u de ligging van de neus-maagsonde?:
- Controleer of de neus-maagsonde goed is afgeplakt en de pleisters nog stevig vast zitten.
- Kijk of het gemarkeerde streepje op de neus-maagsonde nog op dezelfde plek (dichtbij de neus) te zien is.
- Bij het inbrengen van de neus-maagsonde heeft de kinderverpleegkundige met watervaste markeerstift een streepje op de neus-maagsonde gezet. Direct daar waar de neus-maagsonde uit het neusgat komt.
- Kijk in de mond of het uiteinde van de neus-maagsonde niet in de mond te zien is.
Voorbereiding sondevoeding geven
Er zijn verschillende manieren om voeding door de neus-maagsonde te geven. Door het langzaam inspuiten met een voedingsspuit, door te hevelen, of door het via een pomp met een bepaalde snelheid toe te dienen.
Bij het geven van sondevoeding treft u de volgende voorbereidingen.
- Zorg dat alle materialen klaar staan:
- 60 ml Enfit spuit met stamper bij hevelen van de voeding of een juiste voeding. Eventueel met een voedingscontainer als u een pomp gebruikt.
- 10 ml Enfit spuit met water om de neus-maagsonde na de voeding door te spuiten.
- 10 ml Enfit spuit om eventueel de ligging van de neus-maagsonde te controleren.
2. Bereid uw kind goed voor op wat u gaat doen.
3. Pak de voeding die gegeven gaat worden.
4. Was uw handen met water en zeep om zo schoon mogelijk te werken.
5. Geef de sondevoeding via de pomp of spuit. Controleer of de voeding niet te warm is: druppel een paar druppels voeding op de binnenkant van uw pols.
Eten naast sondevoeding
Uw kind mag naast sondevoeding, ook zelf nog wat eten of drinken. Dit kunt u met uw arts of diëtiste bespreken. Mag uw kind eten en/of drinken naast de sondevoeding, dan zijn een aantal voedingsadviezen van belang:
- Vooral voor een zuigeling is het belangrijk dat de natuurlijke zuigbehoefte gestimuleerd wordt. Het kan zijn dat u eerst een flesje probeert met een beetje voeding en de rest van de voeding via de neus-maagsonde geeft (om energie bij uw kind te besparen).
- Ook kunt u uw baby laten meezuigen op een fopspeen.
- Neem uw kindje tijdens de voeding lekker bij u op schoot. Eigenlijk net zoals u zou doen tijdens het geven van de fles. Dit is, naast het contact waaraan zuigelingen behoefte hebben, ook goed voor het opboeren.
- Neem de tijd voor borst- of flesvoeding en sondevoeding. Zo voorkomt u onrust en afleiding.
- Zorg ook voor een rustige omgeving.
- Geef sondevoeding nadat uw kind is verzorgd. Dat voorkomt overgeven en/of verslikken.
Is uw kind al wat groter? Overleg dan met de diëtiste of arts of u uw kind ook kleine hapjes eten mag geven. Vooral ook om uw kind te laten wennen (of juist gewend te laten) aan eten. En verder:
- Omdat sondevoeding direct in de maag terecht komt, proeft uw kind niets. Laat uw kind altijd bij u aan tafel zitten als u zelf gaat eten of als u uw kind iets te eten geeft.
- Geef de sondevoeding na het eten. Anders heeft uw kind geen honger en eet het minder snel.
- Geef met name kleine porties en wissel van structuur. Denk aan een stukje kaas, een cracker, een stukje fruit of yoghurt.
- Laat uw kind zoveel mogelijk proeven als u zelf aan het eten bent.
Medicijnen toedienen
Elke keer als u medicijnen toedient via de neus-maagsonde, moet de sonde worden gecontroleerd.
- Zie daarvoor de richtlijnen onder ‘Controle sondevoeding’.
- Zorg voor een goede hygiëne.
Informeer uw apotheek
Niet alle medicijnen mogen samen met de voeding gegeven worden. Sommige medicijnen werken niet goed als ze in aanraking met voeding komen of moeten een tijd van tevoren of juist na de voeding gegeven worden. Ook zijn er medicijnen die niet via de neus-maagsonde kunnen worden gegeven. Informeer uw apotheek dat de medicijnen via een neus-maagsonde wordt gegeven. En niet alle tabletten mogen zomaar fijngestampt worden. Als het kan, geeft de apotheek de medicijnen in drankvorm.
Problemen
U kunt in de tabel hieronder lezen wat te doen bij bepaalde problemen.
Probleem | Oorzaak | Wat moet u doen? |
Neus-maagsonde zit verstopt |
|
|
Huidirritatie |
|
|
Sonde is verschoven |
|
|
Sonde is uitgebraakt |
|
|
Misselijk, overgeven, diarree |
|
|
Droge mond |
|
|
Pleister zit los |
|
|
Drukplek neusvleugel |
|
|
Contact
Heeft u twijfels over de ligging van de sonde? Of is de sonde eruit gegaan? Neem dan contact op met de thuiszorgorganisatie.
Voor algemene informatie over de sonde, kunt u bellen met:
afdeling Kindergeneeskunde
088 624 14 35 (24 uur per dag bereikbaar)