Beschermende isolatie op de NICU (of Neonatologie) Beschermende isolatie op de NICU (of Neonatologie)
- Isala
- Patiëntenfolders
- 8808-Beschermende isolatie op de NICU (of Neonatologie)
In het ziekenhuis willen we zoveel mogelijk voorkomen dat bacteriën en virussen van de ene patiënt naar de andere gaan. Daarom houden ziekenhuismedewerkers zich aan bepaalde hygiënemaatregelen. Zo wassen en desinfecteren medewerkers altijd hun handen. Soms is dat niet genoeg. Dan nemen we extra maatregelen om (verdere) verspreiding van bacteriën en virussen te voorkomen. Een van die maatregelen kan beschermende isolatie zijn. In deze folder leest u wat dat is en wat het betekent voor u en uw kind.
Hygiëne is belangrijk
Tijdens het verblijf komt uw kind in contact met medewerkers en apparatuur, waardoor uw kind ook in aanraking komt met micro-organismen. Dat zijn bacteriën, virussen, gisten en schimmels. Uw kind heeft, net als andere patiënten, deze micro-organismen al van zichzelf. Maar sommige daarvan veroorzaken soms een infectie. Om uw kind te beschermen, nemen we dan extra hygiënemaatregelen zoals beschermende isolatie.
Wat betekent beschermende isolatie voor uw kind?
Uw kind ligt op de NICU (Neonatale intensive care unit) of afdeling Neonatologie. Uw kind ligt dan in een couveuse op zaal met andere baby’s of in een eenpersoonskamer met een sluis, als uw kind in een wieg of open bedje ligt. Een sluis is een kleine tussenruimte tussen de gang en de kamer. Medewerkers (en soms ouders) gaan eerst de sluis in, voordat ze de kamer in gaan. In de sluis desinfecteert u bijvoorbeeld eerst uw handen.
Tijdens beschermende isolatie dragen medewerkers:
- handschoenen
- een schort
- een mondneusmasker
Onderzoek op een andere afdeling
Als uw kind voor een onderzoek naar een andere afdeling moet, kan dat meestal gewoon doorgaan. De verpleegkundige laat de andere afdeling dan weten dat uw kind in isolatie is. Zij nemen dan ook maatregelen.
Wanneer is beschermende isolatie nodig?
We gebruiken beschermende isolatie bij kinderen met minder weerstand. Zo zijn ze beter beschermd tegen virussen en bacteriën en daarmee tegen infecties.
Wat bespreekt de arts of verpleegkundige met u?
- Waarom uw kind in isolatie moet.
- Hoe lang de isolatie duurt.
- Wat de zorgmedewerkers moeten doen.
- Wat u en bezoekers moeten doen.
- Wanneer de verpleegkundige langskomt.
- Wanneer de isolatie kan stoppen.
Wat betekent dit voor u als ouder of bezoeker?
U mag uw kind gewoon bezoeken. Maar u moet wel extra maatregelen nemen.
Als uw kind in een couveuse ligt:
- Desinfecteer uw handen met handenalcohol, voordat u naar binnen gaat.
- Rol uw mouwen op tot uw ellebogen.
- Trek een geel isolatieschort aan.
- Desinfecteer opnieuw uw handen en onderarmen (tot uw elleboog) met handenalcohol. Doe dit voordat u uw kind aanraakt.
- Draag een mondneusmasker als de couveuse open is of als uw kind daar uit is.
- Doe het schort en masker af, zodra u bij uw kind weg gaat.
- Desinfecteer opnieuw uw handen bij het verlaten van de zaal.
Als uw kind in een wieg of open bedje ligt:
- Desinfecteer uw handen en onderarmen met handenalcohol, voordat u naar binnen gaat.
- Rol uw mouwen op tot uw ellebogen.
- rek een geel isolatieschort aan.
- Desinfecteer opnieuw uw handen en onderarmen (tot uw elleboog) met handenalcohol. Doe dit voordat u uw kind aanraakt.
- Draag altijd het schort en een mondneusmasker bij uw kind.
- Doe het schort en masker af, zodra u bij uw kind weg gaat.
- Desinfecteer opnieuw uw handen bij het verlaten van de zaal.
Buidelen
U mag tijdens beschermende isolatie buidelen met uw kind. U moet dan wel:
- een schort en mondneusmasker dragen.
- eerst uw handen desinfecteren met handenalcohol.
- uw kind op het schort leggen tijdens het buidelen.
Draag dan ook een schort en mondneusmasker.
Bezoek van broertjes of zusjes
Kinderen jonger dan 12 jaar mogen alleen op bezoek komen na overleg met de arts of verpleegkundige. En ze mogen alleen langskomen als er op school of crèche geen besmettelijke ziekte is. Lees ook onze algemene bezoekregels van de NICU.
Bezoekt u meer mensen in het ziekenhuis?
Bezoek uw kind in isolatie dan als eerste.
Wat gebeurt bij ontslag of overplaatsing?
Als uw kind naar een ander ziekenhuis gaat, zorgen wij ervoor dat alle belangrijke informatie wordt doorgegeven. Mag uw kind naar huis? Dan zijn isolatiemaatregelen niet meer nodig.
Contact
Heeft u vragen? Bespreek het dan met de verpleegkundige of arts van uw kind.
Neonatale intensive care
088 624 52 71 (dag en nacht bereikbaar)
De units kunt u ook rechtstreeks bellen:
unit 1: 088 624 61 31
unit 2: 088 624 61 32
unit 3: 088 624 61 33
afdeling Neonatologie
088 624 53 50 (dag en nacht bereikbaar)