Contact

Samenwerking

  1. Samenwerking

Het Isala MS-centrum werkt met verschillende specialismen in de eerste en tweede lijn samen:

  • Diëtetiek
  • Ergotherapie
  • Fysiotherapie
  • Gynaecologie
  • Logopedie
  • Medisch maatschappelijk werk
  • Medische psychologie
  • Oogheelkunde
  • Revalidatiegeneeskunde
  • Urologie

In MS gespecialiseerde zorgverleners vindt u eenvoudig via de Zorgzoeker van MS Zorg Nederland. 

Diëtetiek

Ondanks dat verschillende diëten zijn ontwikkeld voor mensen met MS, is er geen wetenschappelijk bewijs voor de gunstige invloed hiervan. Voor het gebruik van vitamines geldt dit ook. Bij  vitamine D zijn er wel aanwijzingen dat het een gunstige invloed op MS heeft, maar het is nog onduidelijk met welke dosering. Gebruikt u vitamine D? Ga dan niet boven de veilige aanbevolen dosering: maximaal tot 4000 IE (=100 microgram) per dag.

Wat kan een diëtist voor mensen met MS doen?

Mensen voelen zich meer in balans als ze bewuster omgaan met voeding en levensstijl. Juist bij een chronische ziekte als MS, kan dit leiden tot een betere balans en daarmee een betere kwaliteit van leven. De diëtist is specialist op het gebied van voeding en gedrag en kan u helpen bij alle fasen van uw ziekte en bij diverse problemen. De diëtist kan u adviseren over:

  • goede voeding en levensstijl
  • bereiken en behouden van optimaal lichaamsgewicht
  • voorkomen van decubitus (doorligplekken)
  • omgaan met kauw- en slikproblemen
  • omgaan met maag- darmklachten, zoals diarree, obstipatie (verstopping) of een combinatie hiervan of bij klachten zoals boeren en winden laten
  • gebruik van voeding(supplementen), die mogelijk effect op MS hebben
  • MS-diëten, aanvullende levensstijl enzovoort.

Schijf van vijf

De basis van een gezonde voeding bij MS is een voeding volgens de Schijf van vijf. De diëtist kan u helpen een gezond voedingspatroon te bereiken. Een voedingspatroon dat past bij uw smaakvoorkeur, gewoontes en eventuele klachten. Bovendien kan zij met u bespreken welke aandachtspunten in uw voeding extra belangrijk voor u zijn.

Waar vind ik een diëtist?

Diëtisten zijn werkzaam vanuit praktijken in de wijk, verpleeghuizen, ziekenhuizen, instellingen voor lichamelijke gehandicaptenzorg en klinische- en poliklinische revalidatie-instellingen. 

Ergotherapie

MS is een aandoening van het centrale zenuwstelsel. Ergotherapie heeft als doel om mensen in staat te stellen zo optimaal mogelijk te functioneren in de eigen woon-, leef- en werkomgeving. Het gaat daarbij om activiteiten die voor mensen met MS en hun omgeving belangrijk zijn en problemen opleveren. Daarbij helpt een ergotherapeut om zoveel mogelijk de regie over het eigen leven te houden en te blijven doen wat belangrijk voor u is. De ergotherapeuten van Isala zijn MS geschoolde therapeuten. Ook zijn zij aangesloten bij het MS netwerk, waarbij de behandeling volgens de richtlijn wordt gegeven.

Meer informatie

Meer informatie over ergotherapie bij MS leest u in de patiëntenfolder 'Ergotherapie bij MS'.

Fysiotherapie

Tijdens uw intake, die zowel in het ziekenhuis als thuis kan plaatsvinden, neemt uw fysiotherapeut een aantal testen af:

  • looptest
  • handcoördinatie test
  • balanstest

Verder:

  • vraagt uw fysiotherapeut naar de mate van vermoeidheid
  • bekijkt uw fysiotherapeut naar de bewegelijkheid van uw schouders, heupen, knieën en enkels
  • beoordeelt uw fysiotherapeut de spanning in uw spieren en spierkracht
  • vraagt uw fysiotherapeut of u pijn heeft
  • beoordeelt uw fysiotherapeut uw looppatroon

Uw fysiotherapeut kan zo uw uithoudingsvermogen en conditie bepalen. Daarnaast kan hij beoordelen of er sprake is van valgevaar of dat u een verhoogde spanning in uw spieren heeft of last heeft van spasticiteit.

Behandelplan

Naar aanleiding van de uitslag en het doel wat u graag wilt behalen of onderhouden, maken wij een behandelplan. Dit is vaak gericht op conditie, balansoefeningen, spierkracht verbetering of onderhoud en eventuele ontspanning van spieren. Vaak is te zien dat tijdens deze training, uw vermoeidheid afneemt.

Hulpmiddelen

Daarnaast bekijkt uw fysiotherapeut of u eventueel hulpmiddelen nodig heeft. Bijvoorbeeld tijdens het lopen, opstaan uit bed of omdraaien in bed. Kunt u ook nog fietsen? Of wat zijn alternatieven? De fysiotherapeut werkt nauw samen met de ergotherapeut. En geeft tijdens de training ook inzicht in belastbaarheid. Het is belangrijk om inzicht te krijgen in uw specifieke situatie én een goede balans te vinden en te houden.

Thuis oefenen

U krijgt van uw fysiotherapeut ook oefeningen mee, die u thuis moet doen. Ook krijgt u uitleg over de beweegnorm. De beweegnorm geeft de minimale hoeveelheid lichaamsbeweging aan, die nodig is om uw gezondheid te bevorderen.

Mantelzorg

Uw fysiotherapeut heeft ook oog voor uw mantelzorger(s). Mantelzorg is alle hulp aan een hulpbehoevende door iemand uit uw directe sociale omgeving. Zo let uw fysiotherapeut erop dat uw mantelzorger niet overbelast raakt.

Meer informatie

Wilt u meer weten? Kijk dan ook op de website van Fysiotherapie.

Overzicht Nederlandse beweegnorm

Gynaecologie

Seksuele problemen

Een chronische ziekte verandert mensen en kan daarmee ook de seksualiteit veranderen. Door de ziekte en de bijkomende vermoeidheid, als ook de verandering in gevoel van de zenuwen kan de zin in seks veranderen. Ook kan het moeilijker zijn om opgewonden te raken (vochtig worden of een erectie krijgen) en kan pijn of ongemak optreden. Dit wordt vaak als vervelend ervaren. Het kan uw kwaliteit van leven erg beïnvloeden. Het gesprek hierover aangaan is belangrijk! Dit kan natuurlijk in eerste instantie met uw partner. Hoe ervaart uw partner de problemen? Kunnen jullie samen oplossingen bedenken waardoor het weer plezierig wordt? Maar u kunt dit ook zeker aangeven bij uw hulpverlener, bijvoorbeeld uw neuroloog of verpleegkundig specialist/MS-verpleegkundige. Zij kunnen samen met u bekijken op welk vlak de problemen spelen en welke hulp u daarbij zou willen. Ook kunnen wij u eventueel doorverwijzen naar een seksuoloog binnen Isala.

Logopedie

Patiënten met MS kunnen problemen ervaren op het gebied van spraak, taal, de slikfunctie en/of de stem. De logopedist kan bij deze klachten helpen door voorlichting, advies en begeleiding te geven. Afhankelijk van uw persoonlijke situatie, zijn verschillende behandelingen mogelijk.

  • De logopedist beoordeelt eerst de ernst van de slikstoornis met een logopedisch slikonderzoek.
  • Als hiervoor aanleiding is, kan de logopedist adviseren om instrumenteel slikonderzoek uit te voeren in samenwerking met de KNO-arts. Zo wordt het slikken goed in beeld gebracht.
  • Het eten en drinken kan door adviezen en aanpassingen in de voedingsconsistentie veiliger verlopen zonder verslikproblemen.
  • Daarnaast kan de logopedist functiegerichte training of compensatiestrategieën doornemen, die het slikken makkelijker maken.
  • Bij problemen met taal of spraak onderzoekt de logopedist welke onderdelen zijn aangetast. Denk aan ademhaling, articulatie, stemgeving, prosodie, resonantie en/of woordvinding. 

Meer informatie

Wilt u meer weten? Kijk dan op de website van Logopedie.

Medisch maatschappelijk werk

De diagnose MS heeft impact op verschillende gebieden: lichamelijk, psychisch, sociaal en maatschappelijk. Medisch maatschappelijk werk kan met u en uw naasten in gesprek gaan over de impact die het op u en hen heeft. De ondersteuning kan zich richten op het omgaan met MS en kan ook praktisch van aard zijn. Bijvoorbeeld informatie geven over de gevolgen met betrekking tot werk. Het doel is dat weer een nieuw evenwicht in uw leven wordt gevonden. 

Meer informatie

Wilt u meer weten? Kijk dan op de website van Medisch maatschappelijk werk.

Medische psychologie

Waarom wordt ook een (neuro)psycholoog betrokken bij de behandeling van MS?

Als iemand de diagnose MS krijgt, dan wordt diegene geconfronteerd met een chronische ziekte. Deze ziekte kent ook nog eens een onvoorspelbaar beloop. Welke impact de ziekte precies voor iemand en diens directe omgeving heeft, verschilt. Dit hangt bijvoorbeeld af van de ernst, chroniciteit en de diverse fasen hierbij. Op ieder persoon heeft de ziekte daarmee een eigen specifieke uitwerking en voor een ieder ook een specifieke betekenis. Een (neuro)psycholoog kan samen met iemand in bepalen wat de uitwerking en betekenis van de ziekte voor hem/haar is en hoe daar mee om te gaan. In de behandeling door een (neuro)psycholoog wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan:

  • Diagnostiek en behandeling van angst en depressie
  • Neuropsychologische diagnostiek en behandeling van cognitieve stoornissen
  • Vermoeidheid
  • Persoonlijkheid en persoonlijkheidsveranderingen
  • Gedrag en gedragsveranderingen
  • Slaapproblemen
  • Seksualiteit
  • Verwerking en acceptatie / omgaan met MS
  • Psycho-educatie (bevordering van inzicht in de ziekte in relatie tot zichzelf en de omgeving)

Meer informatie

Wilt u meer weten? Kijk dan op de website van Medische psychologie.

Oogheelkunde

Patiënten met MS kunnen oogklachten krijgen. Oogklachten zijn regelmatig het eerste symptoom van MS. Een deel hiervan gaat vanzelf over, maar soms ook niet:

Neuritis optica

Dit is een ontsteking van de oogzenuw (nervus opticus). Tussen de 25-50% van de patiënten met deze ontsteking, krijgt op een later moment MS. Andersom is het niet zo dat iedereen met MS ook deze ontsteking heeft. Maar het komt wel vaak voor. Patiënten zien slechter en dit kan in enkele uren tot dagen ontstaan. Meestal aan 1 oog. En het gaat meestal samen met pijn bij oogbewegingen. Vaak kunnen patiënten binnen enkele weken alweer zien zoals ze dat gewend waren. Een methylprednisolon-kuur kan het herstel versnellen.

Dubbelzien

Bij MS kunnen er problemen ontstaan met de samenwerking tussen de ogen en beperkingen van de oogbewegingen. Vaak gaan deze klachten vanzelf over, maar sommigen blijven last houden van dubbelzien.

Nystagmus

Een minder vaak voorkomend probleem bij MS is nystagmus. Dat is een ritmische beweging van uw ogen, zonder dat u dat zelf stuurt. Patiënten kunnen daardoor last hebben van instabiel beeld (wiebelige of trillende ogen). Dit is een lastig probleem, waar geen goede behandeling voor is.

Wat kan de orthoptist voor u doen?

Een orthoptist onderzoekt de samenwerking van de ogen. En adviseert over mogelijke aanpassingen in uw bril om zo min mogelijk last te hebben van dubbelzien.

Low-vision spreekuur

Bij dit spreekuur kunt u terecht als u vragen heeft over speciale brillenglazen, loepen en hulpmiddelen voor uw ogen.

Meer informatie

Wilt u meer weten? Kijk dan op de website van Oogheelkunde.

Revalidatiegeneeskunde

Rol van revalidatiegeneeskunde bij MS

MS kan, tijdelijk of blijvend, invloed hebben op diverse aspecten van het functioneren. Revalidatiegeneeskunde richt zich op het beïnvloeden van en omgaan met deze gevolgen. Met als doel optimale zelfredzaamheid, eigen regievoering en maatschappelijke participatie. Denk aan het kunnen behouden van werk.

De revalidatiearts en/of physician assistant spelen een belangrijke rol in alle fasen van MS. Zij werken samen met diverse medische en paramedische disciplines. Vanuit medisch perspectief wordt gekeken welke mogelijkheden er zijn om de gevolgen van MS tot een minimum te beperken. Denk aan conditietraining bij vermoeidheid, spasticiteitsbehandeling of het aanmeten van hulpmiddelen bij loopproblemen. Omdat in elke fase functioneringsproblemen aanwezig kunnen zijn en deze problemen vrij plotseling kunnen veranderen, is het raadzaam dat mensen met MS zo vroeg mogelijk kennismaken met Revalidatiegeneeskunde.

Aandachtsgebieden

Revalidatiegeneeskunde bij MS richt zich onder andere op:

  • Optimaliseren van de balans tussen belasting en belastbaarheid bij een verminderde belastbaarheid.
  • Opbouw conditie.
  • Optimaliseren loopfunctie en mobiliteit. Eventueel voorafgaand door een ‘gangbeeldanalyse’.
  • Analyse en begeleiding bij cognitieve klachten/stoornissen en gedragsverandering.
  • Behandeling van spasticiteit.
  • Evaluatie en eventuele doorverwijzing bij problemen met plassen en ontlasting of seksueel functioneren.
  • Evaluatie en eventuele doorverwijzing bij slikproblemen.
  • Signaleren en behandelen van ademhalingsproblemen.
  • Begeleiding bij het verwerking- en acceptatieproces, waarbij ook aandacht kan zijn voor de naaste(n).

Behandeling

Revalidatieartsen werken vooral in ziekenhuizen en revalidatiecentra. De revalidatiearts kan als consulent, medebehandelaar of hoofdbehandelaar betrokken zijn bij elk niveau van revalidatie. De revalidatiearts in het ziekenhuis behandelt mensen met MS poliklinisch. Hij of zij brengt problemen, hulpvragen en het niveau van functioneren in beeld. De revalidatiearts adviseert, behandelt of verwijst door. Afhankelijk van de hulpvraag, de bevindingen en de beperkingen, zijn drie behandeltrajecten mogelijk:

1. Eerstelijns behandeling
Bij eenvoudige en niet al te ingewikkelde problemen. U wordt dan behandeld door bijvoorbeeld een fysio- of ergotherapeut. Het gaat meestal om minder erge motorische problemen,  beperkingen in uw lichamelijke conditie of problemen met energiemanagement. Een eerstelijns behandeling kan ook ingezet worden als onderhoudstherapie. Om zo verdere problemen te voorkomen en stabiliteit te behouden.

2. Poliklinische medisch specialistische revalidatiebehandeling
Bij meerdere en ingewikkelde problemen. Denk aan problemen met communicatie, motorisch functioneren, persoonlijke verzorging, sociaal en emotioneel functioneren, cognitief functioneren (zoals geheugen- en leerproblemen) enzovoort. De betrokken behandelaars brengen uw problemen eerst in kaart en maken een revalidatieplan. Hierbij staat de hulpvraag centraal. Regelmatig bespreekt het behandelteam de revalidatiedoelen en stelt deze eventueel bij. Als de doelen zijn behaald of goed overgedragen kunnen worden naar de 1e lijn, stopt de poliklinische revalidatiebehandeling. Uiteraard is het belangrijk dat u voldoende in staat bent om een behandeltraject als dit te volgen.

Het revalidatieteam bestaat meestal uit een:

  • revalidatiearts
  • fysiotherapeut
  • ergotherapeut
  • logopedist
  • psycholoog
  • maatschappelijk werker

Daarnaast kunnen ook andere disciplines betrokken worden. Denk aan een diëtist, bewegingsagoog, arbeidsconsulent, activiteitentherapeut, verpleegkundige enzovoort.

3. Klinische revalidatie
Als iemand bijvoorbeeld na een terugval, in eerste instantie niet zelfstandig thuis kan functioneren, kan gekozen worden voor klinische revalidatie. Hierbij wordt u opgenomen in een revalidatiecentrum. Zo kunt u uw functioneren verder verbeteren. Na afloop hiervan revalideert u eventueel verder; poliklinisch of door begeleiding in de eerste lijn. Dit is afhankelijk van de problemen waar u dan nog last van heeft. Naast een medisch specialistisch revalidatieteam, wordt (op indicatie) ook gebruik gemaakt van de kennis van orthopedisch schoenmakers en instrumentmakers. Als bijvoorbeeld aangepast schoeisel of orthesen moeten worden aangemeten. Zo behoudt of verbetert u uw loopvaardigheid en/of mobiliteit.

Meer informatie

Wilt u meer weten? Kijk dan op de website van Revalidatiegeneeskunde.

Urologie

Blaasklachten bij MS

Blaasklachten komen veel voor bij patiënten met MS. Meestal komen deze patiënten wel een keer bij een uroloog terecht. De uroloog doet dan onderzoek om de aard van de klachten beter te begrijpen en een passende behandeling aan te kunnen bieden. Maar de uroloog kan ook uitleggen hoe blaasklachten in de loop van de ziekte MS kunnen veranderen. Zo kunt u herkennen wanneer een bezoek naar de uroloog nodig is.

Overactieve blaas

De blaas is een reflexorgaan. Als je als kind zindelijk wordt, nemen de hersenen de regie over de blaas. De hersenen onderdrukken de blaas op momenten dat het niet uitkomt om te plassen. Door MS kan die onderdrukking van de blaas door de hersenen verstoord raken, waardoor u minder controle heeft over uw blaas. Dat noemen we een overactieve blaas.

Medicijnen

Patiënten hebben in de eerste jaren van de ziekte vooral last van een overactieve blaas of van aandrangsincontinentie. Deze klachten zijn vaak goed te behandelen met fysiotherapie en/of met medicatie. De medicijnen voorkomen het onvrijwillig samentrekken van de blaasspier en ze zorgen dat signalen van de blaas later naar de hersenen gestuurd worden. Er zijn verschillende medicijnen beschikbaar met elk specifieke voor-, en nadelen. Met uw uroloog kunt u bespreken welke medicijnen het beste bij u passen.

Percutane Tibiale Neuro Stimulatie (PTNS)

Als medicijnen niet werken of veel bijwerkingen geven, dan zijn er andere behandelmogelijkheden. Bij PTNS wordt de enkelzenuw aangeprikt met een soort acupunctuurnaaldje. Door de zenuw met een zeer zwak stroomsignaal te behandelen wordt de verhoogde aandrang vanuit de blaas geremd. PTNS is bij MS niet altijd effectief, omdat je wel een goede zenuwgeleiding naar de hersenen moet hebben, maar de behandeling heeft weinig bijwerkingen en is dus het proberen waard.

Botoxinjecties

Als eerdere behandelingen niet werken of veel bijwerkingen geven, dan kan de blaas behandeld worden met Botox-injecties. Botox remt de overactieve blaas: enerzijds worden samentrekkingen van de blaas geremd. Anderzijds wordt er minder signaal vanuit de blaas naar de hersenen gestuurd. Tijdens een kijkonderzoek van de blaas worden kleine hoeveelheden Botox met een naald in de blaasspier gespoten. De behandeling vindt plaats op de polikliniek onder lokale verdoving. Het effect van Botox is merkbaar na enkele dagen tot weken. Helaas werkt Botox uit en moet de behandeling herhaald worden na enkele maanden.

Onderactieve blaas

Als patiënten moeilijk of niet meer kunnen lopen, dan kan een onderactieve blaas ontstaan. De blaasspier verliest dan zijn kracht waardoor het lang duurt om leeg te plassen. Soms moeten patiënten persen om te kunnen plassen of lukt het helemaal niet om leeg te plassen. Als het leegplassen niet lukt, dan heb je een grotere kans op een blaasontsteking, schade aan de nieren en overloopincontinentie. In deze gevallen moet er gekatheteriseerd worden. Dat kan met een verblijfskatheter, een buik- of suprapubisch katheter of met intermitterend katheteriseren. Bij intermitterend katheteriseren wordt de blaas om de drie uur geleegd met een eenmalig katheter. We hebben gezien dat mensen bij intermitterend katheteriseren minder blaasontstekingen en pijnklachten hebben dan patiënten met een verblijfs- of suprapubisch katheter. Je moet wel een goede handfunctie hebben om de handeling te kunnen uitvoeren.

Hoe vaak moet ik naar de uroloog?

Dat hangt van uw klachten af. Patiënten met een overactieve blaas, die geen klachten meer hebben na behandeling, hoeven pas weer terug te komen bij toename van de klachten. Patiënten met een onderactieve blaas komen vaak jaarlijks op controle om de nierfunctie te controleren. Maar bij klachten is iedereen natuurlijk welkom.

Meer informatie

Wilt u meer weten? Kijk dan op de website van Urologie.

Ervaringen