Op 8 november 1895 deed Wilhelm Conrad Röntgen een belangrijke ontdekking. Tijdens experimenten in zijn laboratorium ontdekte hij een nieuwe soort straling. Deze stralen noemde hij X-stralen (X was het symbool voor een onbekende grootheid). Wilhelm Röntgen ontdekte dat de stralen werden doorgelaten door de huid, maar door het botweefsel grotendeels werden tegengehouden. Hierdoor kon hij de botstructuren vastleggen op een fotografische plaat. Röntgenstraling is niet meer weg te denken uit de medische wereld en vormt een belangrijke methode bij het stellen van een diagnose van allerlei ziekten.

Meestgestelde vragen
- Isala
- Specialismen en centra
- Radiologie
- Meestgestelde vragen
Heeft u een vraag? Wellicht vindt u het antwoord al in deze lijst met veelgestelde vragen. Staat uw vraag er niet tussen, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Radiologie.
Het principe van een röntgenfoto is gebaseerd op de dichtheid van de materie. Röntgenstralen gaan dwars door weefsels die een lage dichtheid hebben, bijvoorbeeld spieren en de huid. De straling bereikt de film, die hierdoor wordt belicht. Op de foto is dit terug te zien als een zwarte tekening. De röntgenstralen worden in belangrijke mate tegengehouden door weefsels met een hoge dichtheid, zoals botweefsel. De straling bereikt de film niet, waardoor deze plekken onbelicht (wit) blijven. Hoe dichter de materie, hoe lichter de röntgenfoto.
In hoge dosis kunnen röntgenstralen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Maar de stralingsdosis die voor röntgenfoto's gebruikt wordt, is minimaal. In het dagelijkse leven staat een mens constant bloot aan straling. Deze straling is bijvoorbeeld afkomstig uit het heelal, de aardbodem en uit bouwmaterialen zoals beton en gips. Ook tijdens een skivakantie of een vliegreis ontvangt u straling.
Als u zwanger bent of denkt te zijn, kunt u het beste contact opnemen met uw behandelend arts om te bekijken welk onderzoek voor u en uw kind het minst belastend is. Indien mogelijk, kunt u overwegen om te wachten met onderzoek of behandeling tot na de bevalling of totdat u weet of u zwanger bent.
Bij sommige onderzoeken is het nodig een contrastmiddel te gebruiken. Hierdoor worden weefsels of organen beter zichtbaar en kunnen ze worden bestudeerd.
Afhankelijk van welk deel van het lichaam onderzocht moet worden, kan een contrastmiddel op verschillende manieren worden toegediend: via de mond, via de bloedbaan of via de anus.
Soms kunt u een allergische reactie krijgen op het contrastmiddel dat bij u is gebruikt. Deze kans is klein. Weet u dat u overgevoelig bent voor het contrastmiddel? Vertel dit altijd aan uw arts. Hij kan dan in overleg met de radioloog bekijken of voor u een ander onderzoek mogelijk is. Als die er niet is, dan kunnen in overleg met u preventieve maatregelen nemen getroffen worden. Zo kan toch een onderzoek of behandeling uitgevoerd worden.
Soms kunt u een allergische reactie krijgen op het contrastmiddel dat bij u is gebruikt. Deze kans is klein. Weet u dat u overgevoelig bent voor het contrastmiddel? Vertel dit altijd aan uw arts. Maar het kan ook goed zijn dat u dit niet weet.
Vaak merkt u 15 minuten na het onderzoek of u overgevoelig bent. Meestal krijgt u een lichte reactie. U moet niezen, krijgt jeuk of galbulten. In zeldzame gevallen kun u ook een shock krijgen. De laborant houdt u na het onderzoek daarom goed in de gaten. Wanneer u een allergische reactie krijgt behandelen we u met medicijnen.
Na afloop van het onderzoek zal de radioloog de beelden bekijken en beoordelen. De uitslag gaat vervolgens naar de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. De uitslag van uw onderzoek krijgt u dus altijd van uw behandelend arts. Deze is er binnen enkele dagen, soms eerder.