Er is voor patiënten met verdenking op trombose een nieuw zorgpad in de Isala-regio. De bedoeling is om deze patiënten zoveel mogelijk direct naar de vasculaire polikliniek te verwijzen, waarbij zij niet - of buiten kantoortijden slechts kort - op de SEH van Isala gezien hoeven te worden.
Het doel is de lange wachttijden voor deze patiënten op de SEH te voorkomen en meer uniforme zorg te verlenen met betere begeleiding van de patiënten. Bovendien is deze zorg complexer geworden door de veranderde inzichten en nieuwe antistollingsmiddelen. Dit zorgpad is tot stand gekomen in overleg tussen de Interne geneeskunde, SEH en HAP en radiologie.
Nieuw zorgpad bij verdenking op trombose
Dr J.E. Heeg, internist-vasculaire geneeskunde
Er is voor patiënten met verdenking op trombose een nieuw zorgpad in de Isala-regio. De bedoeling is om deze patiënten zoveel mogelijk direct naar de vasculaire polikliniek te verwijzen, waarbij zij niet - of buiten kantoortijden slechts kort - op de SEH van Isala gezien hoeven te worden. Het doel is de lange wachttijden voor deze patiënten op de SEH te voorkomen en meer uniforme zorg te verlenen met betere begeleiding van de patiënten. Bovendien is deze zorg complexer geworden door de veranderde inzichten en nieuwe antistollingsmiddelen. Dit zorgpad is tot stand gekomen in overleg tussen de interne geneeskunde, SEH en HAP en radiologie. Patiënten met trombose presenteren zich meestal bij de huisarts, en buiten kantooruren op de HAP of op de SEH, en kunnen sinds 2020 binnen Isala worden gezien op de trombosepoli (bij de vasculaire geneeskunde) door verpleegkundig specialisten onder supervisie van internisten-vasculaire geneeskunde.
Werkwijze en Diagnostiek
1. Bij een patiënt met verdenking op trombose vraagt de huisarts of specialist op doordeweekse dagen van 8.30 tot 16.00 uur zelf een echo aan. Indien er trombose is kan dan verwezen worden naar de trombosepoli interne geneeskunde via tel 038-4242141. Op weekeind- en feestdagen en op doordeweekse dagen na 16.00 uur kan bij een patiënt met verdenking op trombose - in overleg met de dienstdoende internist of SEH-arts - op de HAP of SEH gestart worden met therapeutisch LMWH (mits geen contra-indicatie), waarna voor de volgende dag een echo wordt aangevraagd door de internist of SEH-arts. Aansluitend aan de echo wordt de patiënt dan gezien op de trombosepoli of - op weekend- of feestdagen - op de SEH.
Indien bij de echo geen trombose, dan wordt LMWH gestopt; indien wel trombose, dan wordt deze vervangen door een DOAC. Op de SEH gebeurt dit zonder verder onderzoek met revisie op de eerstvolgende werkdag op de trombosepoli. Op deze manier wordt het verblijf op de SEH zo kort mogelijk gehouden.
- Op de trombosepoli volgt anamnese (voorgeschiedenis, trombose- en longembolie-verschijnselen, uitlokkende factoren, evt onderliggende ziekte, contra-indicaties tegen antistolling, familie en intoxicaties), lichamelijk (inclusief bloeddruk en BMI) en laboratorium onderzoek, en - indien nog niet verricht - een echo.
- Mogelijke uitkomsten van compressie echografie van het been (of arm) bepalen het antistolling-beleid:
- Geen trombose aantoonbaar, maar mogelijk wel een alternatieve diagnose: Bakerse cyste, (spier)bloeding, oedeem, cellulitis, bursitis, artritis.
- Trombose aantoonbaar in:
- Vena poplitea, femoralis superficialis/profunda/communis, iliaca interna/externa/ communis: Proximale diepe veneuze trombose (DVT).
- Vena tibialis posterior en anterior, gastrocnemius, soleus, peroneus, fibularis: Distale DVT of diepe kuit(spier)venetrombose.
- Vena saphena magna of saphena parva of vertakkingen: Oppervlakkige veneuze trombose (OVT) of tromboflebitis: 1) In bovenbeen; 2) In onderbeen; 3) >5 cm lengte; 4) <3 cm van de crosse (verbinding met het diepe veneuze system)
- Bij starten van antistolling wordt de indicatie voor en risico’s van de behandeling, evenals de duur van de antistolling, met de patiënt besproken. Zo nodig volgt verwijzing naar de poli dermatologie voor steunkous.
- Na 1 week volgt een telefonisch consult (over de uitslagen, eventuele vragen en de symptomen) en na 3 maand revisie (bij voortzetten of stoppen van antistolling), met daarna terugverwijzing naar de eerste lijn.
- Berichtgeving naar de verwijzer en huisarts vindt plaats door de verpleegkundig specialist mede namens de superviserende internist.
- Zie de stroomschema’s van het zorgpad bij verdenking op trombosebeen of -arm.