Contact
  1. Tele-hartrevalidatie voor langdurige leefstijlverandering

Is tele-hartrevalidatie een geschikte revalidatiemethode voor patiënten met hartproblemen? Ja, concludeert sportarts Aernout Snoek na zijn onderzoek. Een onderzoek dat deel uitmaakt van de grotere EU-CaRE-studie naar de verschillende methoden van hartrevalidatie voor patiënten van 65 jaar en ouder in Europa.

Aernout Snoek in revalidatiecentrum

‘In het onderzoek hebben we gekeken naar mensen die in eerste instantie niet meededen met hartrevalidatie’, vertelt Aernout. ‘Dat maakt het meteen een bijzonder onderzoek, want meestal wordt er onderzoek gedaan naar de groep patiënten die wel mee willen doen. Hartrevalidatie is tegenwoordig bijzonder effectief. Het risico op een nieuw hartinfarct vermindert met dertig procent en het risico op sterfte ten gevolge van een hartaandoening vermindert zelfs met bijna zestig procent. We waren dus op zoek naar een andere vorm van hartrevalidatie waardoor meer mensen mee kunnen doen.’

Reistijd naar kliniek

Aan de studie van Aernout deden zes hartcentra mee in vijf verschillende landen. ‘In totaal ging het om 4200 patiënten die een doorverwijzing hadden gekregen voor hartrevalidatie. 996 patiënten gaven aan daar niet mee te willen doen. De belangrijkste reden was geen interesse. Daarnaast bleken transportproblemen en de reistijd naar de kliniek een drempel. En juist voor die groep is tele-hartrevalidatie zeer geschikt. Uiteindelijk wilde ongeveer een kwart van de patiënten toch meedoen aan tele-hartrevalidatie. De helft van deze groep heeft het programma gevolgd, de andere helft was de controle groep.’

Verbetering in beweging

De mensen die meededen kregen een beweegmeter waarbij de hartslag werd geregistreerd. ‘En wij vroegen hen vijf dagen per week minimaal een half uur matig intensief te bewegen. Op een beveiligde internetomgeving konden wij samen met de patiënt zien hoeveel zij bewogen. In de eerste maand was er iedere week contact met een verpleegkundige. Met motiverende gesprekstechnieken probeerde zij er voor te zorgen dat de mensen bleven bewegen. Na een maand was er om de twee weken contact en zo bouwden wij verder af. Na een half jaar stopte het programma. Wat bleek, de deelnemers waren na 6 maanden 8,5% fitter. Bij de controle groep werd geen verbetering vastgesteld. Daarnaast waren ze 0.7 dagen per week meer 30 minuten per dag meer gaan bewegen dan de controle groep. In het huidige trainingsprogramma van het Harthuis (red. revalidatiecentrum voor hartpatiënten van Isala) zien we een nog grotere toename. Gemiddeld verdubbelen de patiënten het aantal minuten dat ze bewogen. Tele-hartrevalidatie is dus een geschikte en veilige manier om leefstijl langdurig te verbeteren. Bovendien bleek dat ook oudere mensen er makkelijk mee overweg kunnen.’

Angst om te bewegen

Aernout ziet echter meer verbetering (zestien procent) van de fitheid bij de reguliere revalidatie in het Hartcentrum. Mensen die thuis revalideren laten na een jaar een verbetering van 6 procent zien. ‘Dat maakt het niet een slechtere revalidatiemethode. Het hangt van het doel van de patiënt af. Als je fitter wilt worden en een betere conditie wilt, is trainen met iemand naast je die je stimuleert geschikter. Er zijn hartpatiënten die best fit waren maar na een hartinfarct angst hebben gekregen om te bewegen. Voor hen is een korter programma prima omdat gedragsverandering niet centraal staat. Het is daarom heel belangrijk dat je met patiënten in gesprek gaat en bepaalt wat hun doel is. Of dat nou sporten is, de trap op lopen zonder te hoeven uitrusten of kunnen spelen met je kleinkinderen. Er is altijd een doel en daar kan je in de hartrevalidatie aan gaan werken.’

Effectief als medicatie

Een standaard verwijzing naar het Harthuis, verpleegkundigen die motiverende gesprekstechnieken beheersen en de mogelijkheid om een op maat gemaakt programma te volgen, maakt dat veel patiënten een hartrevalidatieprogramma volgen. ‘Zo rond de 65 procent bij Isala’, zegt Aernout. ‘Dat is al heel veel. Maar er is nog altijd vijfendertig procent dat niet meedoet. Honderd procent gaan wij nooit halen, maar wij doen ons best om het percentage zo hoog mogelijk te krijgen. Hartrevalidatie is overigens een heel pakket. Bewegen, het instellen van de medicatie, maar ook adviezen over gezonde voeding, stoppen met roken, werkhervatting en stressvermindering horen er bij. Al die facetten bij elkaar maakt het zo effectief. Daarom is het belangrijk dat zo veel mogelijk patiënten er aan mee kunnen doen.’