‘Mensen met overgewicht en obesitas kunnen net zo goed ondervoed zijn. Het is alleen lang niet altijd aan de buitenkant te zien.’ Aan het woord is Nynke Wiersma, diëtist in Isala. ‘Veruit het grootste gedeelte van ons werk heeft te maken met het voorkomen en behandelen van ondervoeding.’

De landelijke week tegen ondervoeding (11 tot en met 15 november) is een jaarlijkse campagne voor meer alertheid op ondervoeding en het belang van vroegtijdige signalering en behandeling. Ondervoeding komt veel voor, weet Nynke. Maar wanneer hebben we het over ondervoeding? Hoeveel mensen zijn ondervoed in het ziekenhuis? En wat zijn de gevolgen?
Ondervoeding heeft grote impact
Nynke: ‘Bij ondervoeding krijg je minder voedingsstoffen binnen dan dat je nodig hebt. In het ziekenhuis is 15 procent van de patiënten ondervoed. Het komt het meeste voor bij kwetsbare ouderen, patiënten met kanker en patiënten die een grote buikoperatie hebben gehad. Tijdens ziekte of een behandeling heeft je lichaam nog meer voedingsstoffen nodig dan normaal. We zeggen wel eens: je moet eten als een topsporter. Je lichaam is namelijk hard aan het werk tegen de ziekte. Alleen heeft een topsporter vaak honger, terwijl je bij ziekte meestal verminderde eetlust hebt. Dat maakt het zo ontzettend lastig.’
Lastig te zien
Je zou misschien denken dat ondervoeding makkelijk te zien is. Maar zo simpel is dat niet. ‘Bij ziekte wordt eerst het spierweefsel afgebroken, dan pas het vetweefsel. Van de belangrijke voedingstof eiwit heb je namelijk geen extra reserve in je lichaam, behalve in de vorm van spieren. Eet je per dag te weinig eiwit, dan worden eerst je spieren afgebroken. Dat hoeft niet altijd gelijk zichtbaar te zijn, bijvoorbeeld als iemand overgewicht heeft. Juist de afbraak van spieren is nadelig, want dit kan ervoor zorgen dat iemand minder goed herstelt, zieker wordt of bijvoorbeeld een te slechte conditie heeft om een bepaalde behandeling te verdragen. Om echt te weten of de spiermassa is afgenomen, maken we bij diëtetiek gebruik van een apparaat genaamd de BIA, waarmee de spier- en vetmassa gemeten kan worden.'
‘Als iemand een hele tijd slecht heeft gegeten, maar ondertussen ook vocht vasthoudt (doordat het hart minder goed werkt), kan het zijn dat iemand hetzelfde gewicht heeft als altijd. Tijdens de opname kan het zijn dat iemand minder vocht gaat vasthouden door bijvoorbeeld medicijnen. Pas dan wordt gewichtsverlies zichtbaar.’
Vroegtijdig herkennen
Om ondervoeding vroegtijdig te herkennen, maken verpleegkundigen in het ziekenhuis gebruik van de SNAQ-screeningslijst. SNAQ staat voor Short Nutritional Assessment Questionnaire. Een totaalscore van 3 of meer is reden om extra hulp in te schakelen van de diëtist in het ziekenhuis. Nynke: ‘Het is belangrijk dat zorgverleners deze screening bij opname van patiënten toepassen. Dan nog lukt het hiermee niet altijd om alle ondervoede patiënten te vinden. Dan zijn er gerichte vragen nodig om boven tafel te krijgen of er inderdaad sprake is van ondervoeding. Iemand kan bijvoorbeeld wel hebben gemerkt dat hij minder energie heeft of van zichzelf weten dat hij de laatste tijd minder eet.’
Handige tools
Als dan eenmaal is vastgesteld dat een patiënt ondervoed is, wat kun je dan doen? ‘Dat is nog niet zo makkelijk’, erkent Nynke. ‘Als je geen eetlust hebt, misselijk bent of veel pijn hebt, is het soms een hele puzzel om de juiste voedingsstoffen binnen te krijgen. Gelukkig zijn hier handige tools voor. Patiënten met kanker kunnen bijvoorbeeld met behulp van smaaksturing leren omgaan met hun smaakverandering.’
‘De diëtist kan samen met de patiënt kijken hoe hij zijn voedingsdoelen kan halen. Stel, iemand kan tijdens de warme maaltijd maar 5 lepels voeding binnenkrijgen. Dan kan het zijn dat we diegene adviseren om tijdelijk minder/geen groenten te eten, en juist wel vlees(vervanger), vis of kip. Zodat hij wel voldoende eiwit en energie binnenkrijgt.’
Vernieuwde Isala Voeding-app
Met de vernieuwde Isala Voeding-app kunnen patiënten zelf de regie in handen nemen en meer inzicht krijgen in hun voedingspatroon. ‘Bij aansterken is voldoende eiwit en energie de belangrijkste prioriteit. Je kunt dan in de app je streefwaarden voor energie en eiwit aangeven (je diëtist weet hoeveel). Per eetmoment klik je de producten aan die je hebt ingenomen. De patiënt kan met behulp van de app per dag zien of de patiënt nog meer voedingsstoffen nodig heeft of dat zijn doel is behaald.’
Ook heeft de app 3 nieuwe functionaliteiten: het zoeken op voedingsmiddelen, het aanvinken van voedingsmiddelen als favoriet en de beschikking tot 2 voedingslijsten in plaats van 1. De voedingslijst “Isala” bevat alle voedingsmiddelen die we in Isala verstrekken. Deze lijst kan een patiënt tijdens de ziekenhuisopname gebruiken. De lijst “ thuis” bevat een grote lijst met voedingsmiddelen die iemand thuis kan gebruiken.’
Eerder aan de slag met voeding
Volgens Nynke kunnen diëtisten mensen juist in die beginfase van ziekte, zelfs als nog niet duidelijk is wat er aan de hand is, helpen met het nemen van de juiste voedingsstoffen. ‘Zodat diegene in een zo goed mogelijke conditie blijft. Dat kan van grote betekenis zijn als bijvoorbeeld duidelijk wordt dat iemand een zware behandeling nodig heeft.’
‘In mijn ideale wereld zou dit ook buiten het ziekenhuis of op de poli meer mogen gebeuren. Er kan behoorlijk wat tijd zitten tussen allerlei onderzoeken en de uiteindelijke diagnose of behandeling. Vaak gebeurt er in de tijd nog niet veel op het gebied van zo fit mogelijk blijven. Terwijl dat ook al kan als je nog niet weet wat er aan de hand is.’
Wil je zelf kijken of je wel voldoende voeding binnen krijgt tijdens ziekte of bij herstel? Je kunt de vernieuwde Voedingapp nu downloaden in de Apple store en Google Play.