Contact
  1. 8666-Plotselinge doofheid

Bij iedereen kan plotselinge doofheid ontstaan. Het maakt niet uit hoe jong of oud je bent. In Nederland komt eenzijdige plotselinge doofheid voor bij ongeveer 8 op de 100.000 mensen. Hier leest u meer over de oorzaken van plotselinge doofheid, onderzoeken die u kunt krijgen en de behandeling.

Eigenlijk kun je beter spreken van ‘plotseling gehoorverlies’ in plaats van ‘plotselinge doofheid’. Doofheid betekent namelijk volledig verlies van het gehoor. Dat is bij plotselinge doofheid niet altijd het geval. Er kan ook sprake zijn van een gedeeltelijk verlies van het gehoor. De benoeming ‘plotselinge doofheid’ wordt door artsen het vaakst gebruikt. Ook bij gedeeltelijk verlies van het gehoor. Daarom noemen we het in deze tekst ook zo.

Wat merk je bij plotselinge doofheid?

Bij plotselinge doofheid verslechtert het gehoor in korte tijd. Meestal binnen enkele seconden tot minuten. Soms ontstaat het tijdens het slapen en merk je het bij het opstaan.
Bij plotselinge doofheid klinken geluiden doffer, blikkeriger en vervormd. Of je hoort een echo. Ook kun je last hebben van oorsuizen. Dit is een fluitend, brommend, dreunend of suizend geluid in je oren. Soms hoort het oor helemaal niets meer.

Meestal is er aan één oor gehoorverlies. Je hoort dan ook niet goed meer waar geluiden vandaan komen. In zeldzame gevallen is er plotselinge doofheid bij beide oren.

Veel mensen met plotselinge doofheid krijgen een evenwichtsstoornis. De hevigheid hiervan kan variëren van een licht gevoel in het hoofd tot hevige duizeligheid. Bij hevige duizeligheid kun je soms moeilijk op je benen staan. Ook kun je door de duizeligheid misselijk worden en braken.
Veel patiënten voelen druk in het oor. Of ze hebben het gevoel dat het oor verstopt zit.

Waardoor wordt plotselinge doofheid veroorzaakt?

Het oor vangt geluidstrillingen op. Die worden in het binnenoor omgezet in een elektrisch signaal. Dit signaal gaat via de gehoorzenuw naar de hersenen. In de hersenen wordt het signaal waargenomen als geluid.

Plotselinge doofheid kan 2 dingen betekenen:

  1. Er is een stoornis bij het omzetten van de geluidstrilling naar een elektrisch signaal.
  2. Er is een stoornis bij het geleiden van het elektrisch signaal naar de hersenen.

Het gehoor kan ook afnemen als er vocht in het middenoor zit. Of als de gehoorgang verstopt zit door oorsmeer. Dit valt niet onder ‘plotselinge doofheid’.

Oorzaken

Er is niet altijd een oorzaak voor plotselinge doofheid. Maar soms is de oorzaak wél duidelijk. Het kan komen door bijvoorbeeld:

  • een hoofdletsel waarbij bijvoorbeeld het binnenoor beschadigd is;
  • de verandering van druk, zoals bij duiken en vliegen kan gebeuren;
  • een ernstige infectie zoals hersenvliesontsteking.

De volgende oorzaken kunnen ook een rol spelen bij plotselinge doofheid:

  • bepaalde virusinfecties
  • gestoorde afweerreacties
  • doorbloedingsstoornissen

Verder kunnen zeldzame ziekten plotselinge doofheid veroorzaken, zoals een brughoektumor. Meestal blijft de oorzaak onbekend. De meeste patiënten met plotselinge doofheid zijn verder helemaal gezond.

Onderzoek

Om de oorzaak te vinden, voert de keel-, neus- en oorarts (KNO-arts) een onderzoek uit. Meestal is dit een gehooronderzoek. Soms zijn een bloedonderzoek en een MRI-scan van het gehoororgaan en de gehoorzenuw nodig.

Hoe ontwikkelt plotselinge doofheid zich als de oorzaak onbekend is?

  • In ongeveer 33% van de gevallen herstelt het gehoor zich vanzelf.
  • In ongeveer 33% van de gevallen verbetert het gehoor iets, maar er blijft altijd een mate van gehoorverlies.
  • In ongeveer 33% van de gevallen herstelt het gehoor niet.

Is het oor (bijna) helemaal doof, dan is de kans op herstel klein. Is het gehoorverlies niet heel ernstig, dan is de kans op herstel groot.

Het gehoor herstelt zich binnen een paar weken nadat plotselinge doofheid is opgetreden. Na 3 tot 6 maanden is de kans op verdere verbetering van het gehoor heel klein. De evenwichtsstoornis en het gevoel van druk op het oor verdwijnen meestal helemaal. Het oorsuizen gaat meestal niet meer over.

Krijg ik ook plotselinge doofheid aan mijn andere oor?

Dit komt in de praktijk bijna nooit voor. Het goede oor raakt ook niet overbelast en slijt niet sneller doordat het gehoor in het andere oor is afgenomen. Het is wel verstandig om beschadiging door lawaai te voorkomen. Ook is het goed om extra voorzichtig te zijn als het gezonde oor ontstoken is.

Is er een behandeling voor plotselinge doofheid?

Medicijnen

Is de oorzaak van de plotselinge doofheid gevonden, dan kan een gerichte behandeling helpen. Is er geen oorzaak gevonden, dan kunnen ontstekingsremmers het gehoor iets verbeteren. Maar het resultaat van deze medicijnen valt vaak tegen.

Heeft het gehoorverlies langer dan 10 dagen geduurd? Dan is het niet nuttig meer om medicijnen te geven. In dit geval moet worden afgewacht of het gehoor zichzelf nog verder herstelt.

Injectie met ontstekingsremmers

Een andere manier om plotselinge doofheid te behandelen, is door de ontstekingsremmers aan te brengen in het middenoor. Dit gebeurt via een prikje in het trommelvlies. Deze behandeling heet intratympanale therapie. Verderop in deze folder leest u hier meer over.

Hoortoestel

Een hoortoestel kan soms een beetje helpen. Dit maakt het geluid harder, maar niet altijd duidelijker. Een hoortoestel is vooral nuttig als het gehoor aan beide oren slecht is. Hoort het goede oor nog heel goed, dan helpt een hoortoestel weinig.

Hulpmiddelen

Voor patiënten die plotseling doof zijn geworden aan beide oren, is communiceren moeilijker. Dan zijn vaak hulpmiddelen nodig. Een implanteerbaar hoortoestel (ook wel: cochleair implantaat, CI afgekort) kan helpen. Zie hiervoor ook de CI-keuzehulp.

Revalidatie

Plotselinge doofheid bij één of beide oren heeft veel gevolgen voor een patiënt. Zowel in het dagelijks functioneren als emotioneel. Daarom zijn goede begeleiding en revalidatie belangrijk.

Intratympanale therapie

Een behandeling bij plotselinge doofheid is een injectie met ontstekingsremmers (corticosteroïden). Wat precies de werking is van een injectie met ontstekingsremmers in het middenoor, is nog niet duidelijk. Ongeveer een week na de injectie bespreekt u met uw KNO-arts of de injectie effect heeft gehad.

Mogelijke nadelen van deze behandeling:

  • een kleine kans op een bloeding;
  • een kleine kans op ontsteking;
  • een kleine kans op een loopoor;
  • een blijvend gaatje in het trommelvlies.

Daarnaast is er een zeer kleine kans op blijvende doofheid aan het behandelde oor.

Hoe verloopt de behandeling?

De middenoorinjectie vindt plaats op onze polikliniek. U hoeft zich niet voor te bereiden op deze behandeling. Voordat u de behandeling krijgt, wordt gecontroleerd of u oorontsteking heeft. In dat geval mag de behandeling namelijk niet plaatsvinden.

Eerst wordt het in te spuiten oor verdoofd. Dit gebeurt met een vloeistof, crème of injectie. De inwerkingstijd is ongeveer 15 à 20 minuten. Daarna wordt met een kleine naald een prikje gemaakt in het verdoofde trommelvlies. Dan wordt een kleine hoeveelheid vloeistof in het middenoor gespoten. Dit kan een beetje prikkelen.
Vervolgens ligt u 30 minuten op uw zij, met het ingespoten oor naar boven. U wordt gevraagd om zo min mogelijk te slikken of te praten. Dit is om te voorkomen dat u de werkzame stof wegslikt.

Het is verstandig om iemand mee te nemen die u naar huis kan brengen als u na afloop klachten heeft.

Na de behandeling

Het inspuiten van de ontstekingsremmers kan prikken. Het kan zijn dat u dit prikkelende gevoel ook na de behandeling voelt. Ook kunt u tijdelijk duizelig zijn. Dit is niet erg.

Pijnbestrijding

Heeft u na de behandeling pijn, neem dan paracetamol.

Wanneer moet u contact opnemen met het ziekenhuis?

Krijgt u last van een loopoor, ontsteking of bloeding? Dan is het belangrijk dat u contact met ons opneemt.

Controle

Wij maken een (telefonische) afspraak met u om het effect van de behandeling te bespreken. In een enkel geval is het nodig om de behandeling te herhalen.

Meer informatie

Bij een audiologisch centrum (AC) kunnen mensen meer informatie krijgen over plotselinge doofheid. Ook het Nederlands Centrum voor Plots- en Laatdoofheid heeft veel informatie hierover.

Verantwoording

Deze folder is een aangepaste versie van de folder van het Maastricht UMC+.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met:

Keel-, neus- en oorheelkunde

088 624 23 84 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Laatst gewijzigd 17 januari 2024 / 8666